64 procent extreem bezorgd over gegevensverlies en -diefstal
2 juli 2014 -
Fortinet publiceerde deze week de resultaten van een wereldwijd onderzoek onder huiseigenaren naar vraagstukken rond het ‘Internet of Things (IoT)’. IoT staat voor de trend dat meer ‘dingen’ of objecten verbonden zijn met internet dan mensen.
Na de zakelijke markt geldt dit ook steeds vaker voor de thuissituatie. Het onderzoek, met de titel 'Internet of Things: het verbonden huis', werd onafhankelijk uitgevoerd in elf landen. Naast een algemeen beeld over IoT in huishoudens, blijkt uit de resultaten welke zorgen huiseigenaren hebben over beveiliging en privacy rond IoT en wat zij bereid zijn te doen om IoT in huis te halen.
Belangrijkste bevindingen
Het onderzoek, dat werd afgerond in juni 2014, is gehouden onder 1.801 huiseigenaren met verstand van techniek. Zij beantwoordden een aantal vragen over het Internet of Things in relatie tot de thuissituatie. Dit zijn de belangrijkste bevindingen:
Verbonden huis
De verbinding van huis en internet wordt steeds normaler. De meerderheid (61 procent) van alle respondenten is van mening dat het 'verbonden huis'(een huis waarin huishoudelijke apparatuur en consumentenelektronica direct verbonden zijn met internet) "zeer waarschijnlijk" binnen vijf jaar gemeengoed zal zijn. China loopt hiermee voor op de rest van de wereld; ruim 84 procent van de Chinezen was het eens met deze stelling.In de EMEA zegt 39 procent dat huizen waarschijnlijk binnen vijf jaar met internet verbonden zullen zijn.
Maar huiseigenaren hebben ook veel zorgen over IoT in huis. Ze zijn vooral bezorgd over gegevensverlies en -diefstal. De meeste respondenten vrezen dat een huishoudelijk apparaat dat verbonden is met internet cybercriminelen toegang kan geven tot gevoelige, persoonlijke gegevens. Wereldwijd zei 69 procent van de respondenten dat zij hier ofwel 'extreem bezorgd' ofwel enigszins bezorgd over zijn. In de EMEA is 64 procent extreem bezorgd en 26 procent enigszins bezorgd.
Privacy en vertrouwen
Hoe zit het met privacy en vertrouwen? Huishoudelijke apparaten die met internet verbonden zijn, verzamelen veel gegevens over de consument. Op vragen over de privacy van deze verzamelde gegevens was een meerderheid van de wereldwijde respondenten het eens met de stelling 'privacy is belangrijk voor mij en ik heb geen vertrouwen in de manier waarop dit soort gegevens gebruikt kan worden'. In India deelde het hoogste aantal respondenten deze mening (63 procent). In de EMEA is 50 procent procent het eens met deze stelling.
Privacy is een uitermate gevoelige kwestie. In het kader van privacy werd de deelnemers aan het onderzoek ook gevraagd wat ze ervan zouden vinden als een met internet verbonden apparaat stiekem of anoniem gegevens over hen verzamelt en deze deelt met derden. De meesten (62 procent) antwoordden dat dit hun privacy "volledig zou schenden en dat zij zo kwaad zouden worden dat zij actie zouden ondernemen." De grootste weerstand tegen dit scenario bestaat in Zuid Afrika, Maleisië en de VS. In de EU / EMEA / specifiek land zou 66 procent verbolgen zijn over deze praktijk.
Toegangscontrole
Gebruikers eisen toegangscontrole. De onderzoekers legden ook de vraag voor wie er toegang zou mogen hebben tot de gegevens die huishoudelijke apparaten verzamelen. Volgens 66 procent van de respondenten mogen alleen zijzelf en diegenen aan wie zij toestemming geven toegang hebben tot deze gegevens.
In de EMEA wil 69 procent persoonlijke controle over de verzamelde gegevens. 20 procent vindt dat de fabrikant van de huishoudelijke apparaten of hun internet service provider (ISP) toegang moet kunnen hebben tot deze gegevens.
Overheid en privacy
Consumenten kijken naar de overheid. Veel respondenten (42 procent) over de hele wereld zijn van mening dat hun overheid het gebruik van verzamelde gegevens moet reguleren. Een minderheid van Elf procent vindt dat dit een taak is voor een onafhankelijke organisatie buiten de overheid. In de EMEA wil 39 procent procent dat de overheid het gebruik van de verzamelde gegevens reguleert.
Beveiliging
Fabrikanten krijgen de verantwoordelijkheid voor beveiliging. Wie is er verantwoordelijk als een huishoudelijk apparaat kwetsbaar blijkt voor cybercriminelen? Volgens 48 procent van de respondenten moet de fabrikant het apparaat updaten of patchen. Bijna 31 procent antwoordde echter: ‘als huiseigenaar is het mijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het apparaat up-to-date is’. In EMEA vindt 48 procent dat de verantwoordelijkheid bij de fabrikant ligt.
Routers en verbindingen
De volgende slag: beveiligde routers versus beveiligde verbindingen. Er bestaat wereldwijd een tweedeling tussen huiseigenaren als het gaat om hoe de huishoudelijke apparaten beveiligd moeten worden. Bijna net zoveel mensen zeggen "een router moet de beveiliging bieden’ als ‘mijn internet provider moet de beveiliging bieden’. In de EU / EMEA / specifiek land liggen de zaken niet anders; ook hier bestaat een 50/50-verdeling tussen de antwoorden.
Huiseigenaren willen betalen voor het verbonden huis. Op de vraag ‘zou u willen betalen voor een nieuwe draadloze router die geoptimaliseerd is voor het verbinden van huishoudelijke apparaten met internet’ antwoordde 40 procent van de respondenten met ‘0absoluut’ en nog eens 48 procent met ‘misschien’. Bij een vervolgvraag zei 50 procent dat zij meer voor hun internetdiensten zouden betalen om ‘verbonden apparaten te laten werken’ in hun huis. In EMEA wil 86 procent over het algemeen ook meer betalen, maar acht procent wil dat niet (vijf procent heeft geen mening).
Prijs is de belangrijkste factor: huiseigenaren zeggen meer te willen betalen om verbonden apparaten mogelijk te maken in huis. Daarom is het niet verrassend dat de belangrijkste factor in de beslissing over de aanschaf van verbonden apparaten de prijs is. Daarnaast vindt men de functionaliteit en mogelijkheden belangrijk, gevolgd door het merk.
Belofte versus onveiligheid
"Het Internet of Things belooft veel voordelen voor consumenten, maar flinke uitdagingen rond beveiliging en privacy staan de massale adoptie nog in de weg," zegt Schutte, country manager Fortinet Nederland. "Die barrières doorbreken we alleen met een slimme toepassing van verschillende beveiligingstechnieken. Dat zijn onder meer authenticatie voor verbindingen op afstand, virtual private networks tussen eindgebruikers en hun verbonden huis en bescherming tegen malware en botnets. Daarnaast is applicatiebeveiliging belangrijk op locatie, in de cloud en geïntegreerd in de verbonden apparaten."
