27 juni 2014 -
De auto wordt nog steeds als 'heilige koe' gezien. Vrijwel niets is belangrijker dan de auto. Uit eten gaan (86 procent) en de vaatwasser (84 procent) offert de Nederlandse autobezitter zo op om mobiel te blijven. Maar de band tussen autorijder en auto neemt wel licht af.
Dat blijkt uit recent onderzoek van Team Vier in opdracht van Allsecur autoverzekeringen. Het onderzoek 'De auto als heilige koe' is voor de tweede keer afgenomen, dit keer onder 513 Nederlandse autobezitters.
Daling interesse Heilige Koe
De auto is voor veel Nederlandse autorijders nog steeds een belangrijk bezit. Bijna twee derde (65 procent) van de autobezitters zou, als je ze voor het blok zet, de auto onder geen beding weg doen. Vergeleken met 2013 is dit percentage nagenoeg gelijk gebleven (67 procent). Maar de interesse voor de auto en de emotionele verbondenheid met dit voertuig nemen wel beduidend af. Doeleinden waarvoor de auto wordt gebruikt zoals vakantie, woon-werkverkeer en vrijetijdsbesteding worden minder belangrijk gevonden dan in 2013.
Emotionele verbondenheid neemt af
'Slechts' 55 procent van de Nederlanders voelt zich nog emotioneel verbonden met de auto. In 2013 was dit nog 62 procent. Soms gaat de verbondenheid zover dat de emotierijders hun vierwieler een naam geven; 'De Tank' en 'Prinses' zijn veelgehoorde koosnamen. De belangrijkste reden voor de emotionele waarde bij de auto is dat men zonder auto beperkt is in zijn of haar vrijheid (82 procent). De belangrijkste reden dat de auto niet bijdraagt aan de eigenwaarde is dat de auto enkel een manier is om van A naar B te komen (94 procent).