7 mei 2014 -
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen stond eind april 2014 op 109 procent. Daarmee is de dekkingsgraad min of meer gelijk gebleven ten opzichte van een maand eerder. Per saldo is de dekkingsgraad in 2014 tot op heden niet gestegen.
De gelijke stand in april komt voornamelijk doordat de rente daalde, waardoor de waarde van de verplichtingen is gestegen. Het vermogen is door positieve rendementen in de maand april ook toegenomen. Deze stijging compenseert de stijging van de verplichtingen. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon Hewitt.
Geen verder herstel in 2014
Per 1 januari 2015 wordt het nieuwe Financieel Toetsingskader ingevoerd. Dat heeft naar verwachting een negatief effect op de dekkingsgraad, omdat in het nieuwe kader de verplichtingen tegen een lagere rente worden gewaardeerd. "Indien in de komende maanden geen herstel intreedt, beginnen een aantal fondsen daardoor met onvoldoende buffers aan het nieuwe kader," zegt Frank Driessen, Chief Commercial Officer bij de afdeling Retirement & Financial Management van Aon Hewitt. "Dit tast het indexatiepotentieel aan en leidt mogelijk zelfs tot nieuwe kortingen. Het is van belang dat pensioenfondsen zich goed op deze ontwikkelingen voorbereiden."
Waarde verplichtingen gestegen
De waarde van de verplichtingen van pensioenfondsen steeg in april met ongeveer 1,9 procent. Dat komt doordat de rente is gedaald, waardoor ook de driemaands gemiddelde rente daalde. De waarde van de verplichtingen van pensioenfondsen wordt berekend volgens de driemaands gemiddelde marktrente met Ultimate Forward Rate.
Ook vermogen pensioenfondsen stijgt
Het gemiddelde vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen is in april eveneens gestegen. Het totale vermogen steeg per saldo met 1,4 procent. Deze stijging wordt voornamelijk verklaard doordat de waarde van de obligatieportefeuille met 1,7 procent toenam. Daarnaast nam de waarde van de aandelenportefeuille met 0,3 procent toe.