7 april 2014 -
Nooit eerder haalden zoveel Nederlanders hun spaargeld van de bank. Dat blijkt uit een doorrekeningen van Wegwijs.nl op basis van CBS-gegevens. Tussen maart 2013 en maart 2014 daalde het spaarsaldo met 1,20 procent. En dat is uniek in de geschiedenis.
Alleen in de jaren 1997 (-0,34 procent) en 1994 (-1,06 procent) werd er eveneens meer geld opgenomen dan gestort. In alle andere jaren steeg het spaarsaldo.
In 2008 grootste toename spaarsaldo
In 2008 was de toename het grootst. Toen steeg het spaarsaldo met 13,07 procent. Het is aannemelijk dat dit een reactie was op 'het begin' van de crisis. In tijden van onzekerheid gaan mensen meer sparen en minder uitgeven.
Ook spaarrente historisch laag
Afgelopen jaar daalde de gemiddelde spaarrente tot het laagste punt ooit. De spaarrente tussen maart 2013 en maart 2014 was gemiddeld 1,54 procent. Dat is inclusief de rente op spaardeposito's. In 1993 werd de hoogst gemiddelde spaarrente ooit gemeten: 3,46 procent.
Oorzaken afname spaarsaldo
Een afname van het spaarsaldo kan meerdere oorzaken hebben:
Onaantrekkelijkheid door te lage spaarrente
Een logische oorzaak zou zijn de lage spaarrente. Met een lage spaarrente geven consumenten het geld liever uit of ze zoeken alternatieven, bijvoorbeeld in de vorm van beleggen.
Echter, in 1994, één jaar nadat de gemiddelde spaarrente op het hoogste niveau ooit stond (3,46 procent), vond de op één na grootste daling van het spaarsaldo plaats (-1,06 procent). De relatie tussen de daling van het saldo en de lage rente kan dus niet één op één worden gemaakt.
Aantrekken economie en consumptie
Een afname van het spaarsaldo kan ook duiden op het feit dat de economie aantrekt. Dit zien we (onder andere) terug in een aantrekkende consumptie. Uit de grafiek is af te lezen dat de afname van de consumptie wel verkleint, maar dat er nog geen sprake is van groei.
Hypotheek aflossen
Het kabinet heeft de afgelopen jaren opgeroepen tot een versnelde aflossing van de hypotheek. Hieraan lijkt de Nederlander inderdaad gehoor te hebben gegeven. Voor het eerst sinds de meting in 1995, daalde afgelopen jaar (2013) de hypotheekschuld. De daling bedroeg 8 miljard euro. De totale hypotheekschuld komt uit op 664 miljard euro.
Noodzakelijk voor dagelijkse bestedingen
In 2013 is het beschikbare inkomen per huishouden opnieuw gedaald. Het besteedbare inkomen vergelijkt het salaris met de inflatie. De achteruitgang in 2013 was 1,1 procent. Sinds 2007 is totale achteruitgang 5,2 procent.
Eenvoudiger gezegd: voor elke 100 euro die we in 2007 konden uitgeven, hebben we nu nog 94,80 ter beschikking. Als gevolg daarvan hebben we twee keuzes: minder kopen of spaargeld gebruiken om hetzelfde te kopen als voorheen.
Conclusie
Zowel de langdurige druk op het beschikbaar inkomen alsmede de versnelde aflossing op de hypotheek lijken de grootste invloed te hebben op het afnemende spaarsaldo. De extra aflossing op de hypotheek zorgt voor een verlaagd risico bij banken. Hierdoor kunnen zij, gemakkelijker dan voorheen, leningen verstrekken. Ook blijft de hypotheekrente mede hierdoor op een laag niveau.
De Nederlandse economie zou een extra impuls kunnen krijgen als banken vaker bereid zijn om bedrijven van leningen te voorzien. Bedrijven vergaren daarmee het noodzakelijke kapitaal om te kunnen investeren. Dit heeft positieve gevolgen voor het terugdringen van de werkloosheid en uiteindelijk uitmonden in een aantrekkende consumptie.
zo wordt ook de negatieve spiraal doorbroken = laat het geld ''rollen'' want ''geld'' is niet bedoeld om op te potten = het is een ruilmiddel! Als er meer geld besteed wordt dan leeft de economie ook terug op! en als het dan nog goed besteed wordt is alles ok ;-)