31 maart 2014 -
Zijn rol lijkt bescheiden, maar het hoofd inkoop kan de redding van de bank betekenen. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek door Roland Berger Strategy Consultants. De overlevingsstrategie: scherpe besparingen op de inkoopkosten, en innovatie door samenwerking met toeleveranciers.
"In een concurrerende markt en volatiele economie zijn alle bedrijfstakken gebaat bij een daadkrachtig hoofd inkoop, ook wel CPO (chief procurement officer). Maar bij de financiële sector is het meest te halen," zegt Mark de Jonge, partner bij Roland Berger in Nederland. "Banken liggen achter bij andere sectoren, was er geld genoeg. Voor een robuust bedrijfsmodel moeten zij nog heel wat aan hun kosten doen." Dat is bittere noodzaak, aangezien strengere regelgeving de kosten opdrijft en succesvolle nieuwe toetreders op de betalingsmarkt voor harde concurrentie zorgen.
Bank loopt achteraan
De banken kunnen in meerdere opzichten een voorbeeld nemen aan de auto-industrie. Zo komt 80 procent van de innovaties bij autoproducenten voort uit intensieve samenwerking met toeleveranciers. Hoog tijd dat de banken hun voorbeeld volgen. De Jonge: "Partners om nieuwe producten te ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van mobiel betalen, zijn heel hard nodig. Toeleveranciers hebben de expertise in huis om innovatieve oplossingen aan te dragen. Maak daar dan ook gebruik van."
Afgezet tegen zes andere bedrijfstakken blijkt de financiële sector niet alleen in innovatie achteraan te lopen, maar ook in het realiseren van kostenbesparingen én het voorspellen van benodigde externe diensten. De Jonge: "Als een bank bijvoorbeeld ziet aankomen dat veel mensen gaan bellen met vragen over een nieuw product, dan kan tijdig genoeg capaciteit worden ingehuurd om dat op te vangen. Goed voorspellen is geld verdienen."
Vijftien procent lagere kosten
Naast krachtig wieden in het vaak overvloedige productassortiment, leidt slimmer onderhandelen met toeleveranciers tot aanzienlijke kostenbesparingen. In de ervaring van Roland Berger, dat in heel Europa financieel dienstverleners begeleidde bij kostenreductieprogramma’s, kan binnen enkele jaren ongeveer vijftien procent op de inkoopkosten worden bespaard.
Eerste en simpelste stap is de inkopen van alle verschillende afdelingen bundelen en zo meer korting bedingen. Deze aanpak scheelt gemiddeld vier tot zes procent aan inkoopkosten. Stap twee, waar de meeste banken nu aan beginnen, is systematisch over alle prijzen onderhandelen. Dat voert de besparingen op naar acht tot twaalf procent. De laatste stap, die bijvoorbeeld autoproducenten al tot in de puntjes beheersen, is kijken of externe producten en diensten überhaupt wel nodig zijn. Daarmee kunnen de besparingen de vijftien procent passeren. Deze stap kan uitsluitend gezet worden als de CPO gaat meedenken over nut en noodzaak van bepaalde oplossingen.
De opmars van de CPO
Om deze resultaten te bereiken is het dus zaaks dat het werk van het hoofd inkoop binnen de organisatie prominenter in beeld komt. De Jonge: "Om inkoop en kosten onder controle te krijgen, is het een must dat de CPO een plek aan de bestuurstafel krijgt." Voor de CPO is het tijd zijn bescheidenheid te laten varen.
Wat een komisch verhaal. Dit doet echt terugdenken aan de jaren tachtig/negentig toen inkoop binnen de financiële sector aan zijn opmars begon. Er is bijna geen sector te vinden waarin zoveel CPOs 'gesneuveld' zijn als het (internationale) bankwezen. Zij zaten aan de bestuurstafel of in ieder geval dicht daarbij. Het bewijs is dus al ruimschoots geleverd dat dit niet werkt.
Moderne inkoop gaat niet over kostenbesparingen voor de board; het gaat over het genereren van business impact voor het business management.