Meer kennis van autisme belangrijke sleutel naar arbeidsparticipatie
28 maart 2014 -
Het vanuit meerdere invalshoeken inschatten van werkvermogen bij Wajongers met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) lijkt een belangrijke sleutel naar arbeidsparticipatie. Verder blijken problemen met slapen, prikkelverwerking, depressie en medicijngebruik belemmerende factoren voor succesvolle arbeidsparticipatie te zijn.
Een hoger opleidingsniveau van de ouders en speciaal onderwijs lijken juist stimulerende omstandigheden. Dit blijkt uit onderzoek van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) dat is uitgevoerd door het UMCG in samenwerking met het UWV.
Duurzame arbeidsparticipatie
De resultaten van dit onderzoek laten zien dat voor het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie het van belang is om een goed en reëel beeld te krijgen van iemands functioneren en werkvermogen. Bij mensen met autisme is dat van nog groter belang omdat de beperkingen vaak onzichtbaar zijn. Alle geconsulteerde deskundigen in dit project zijn het er over eens dat het noodzakelijk is om daarbij het netwerk van de cliënt te betrekken zoals ouders, partner en begeleiders en verder te kijken dan de diagnose. Samen met hen is het mogelijk om voor deze cliënten competenties en bijpassend beroep in kaart te brengen. Daarvoor is optimale samenwerking in de Wajongteams en met scholen, stageplaatsen, behandelaars, ouders en begeleiders in een integrale aanpak een belangrijke voorwaarde om het proces van beoordeling en begeleiding naar passende en duurzame arbeid goed te stroomlijnen.
Belemmerende factoren
Uit het onderzoek blijkt dat slaapproblemen een belangrijke belemmerende factor zijn voor duurzame arbeidsparticipatie. Om voldoende te kunnen herstellen na het werk, is voldoende en kwalitatief goede slaap onontbeerlijk. Dit zorgt er voor dat mensen met ASS en slaapproblemen een groter risico lopen het werk niet vol te kunnen houden vanwege overbelasting. In samenhang daarmee zijn problemen met prikkelverwerking (overprikkeling) in dit onderzoek gevonden als belemmerende factor voor duurzame arbeidsparticipatie.
Verder blijkt een aantal secundaire condities, met name psychische problemen als depressie maar ook het in aanraking zijn geweest met justitie, een negatieve invloed te hebben.
En het gebruik van medicijnen, nu of in het verleden, lijkt eveneens een belemmerende factor voor succesvolle arbeidsparticipatie, net als een hoge intelligentie. Dat laatste hangt mogelijk samen met overschatting van eigen mogelijkheden.
Speciale ondersteuning
Een hoger opleidingsniveau van de ouders is juist een bevorderende factor voor arbeidsparticipatie van jongeren. Mogelijk spelen zij een belangrijke rol als voorbeeld om aan het werk te gaan en hebben ze meer mogelijkheden om hun kind te begeleiden.
Daarnaast kwam uit dit onderzoek naar voren dat het gevolgd hebben van speciaal onderwijs door de jongere een bevorderende factor is.
Mogelijk wordt dat verklaard doordat bij deze groep eerder is onderkend dat de jongere met ASS ondanks een normale of bovennormale begaafdheid beperkt is in zijn mogelijkheden en behoefte heeft aan een speciale ondersteuning.
Handvatten voor uitvoerders
De verkregen informatie in dit onderzoek biedt aanknopingspunten voor succesvolle arbeidsparticipatie en verdiepend inzicht en concrete handvatten voor bijvoorbeeld UWV, gemeenten en de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de arbeidsparticipatieketen.
Voor de transities met betrekking tot de Participatiewet, de Jeugdzorg en de invoering van de Wet Passend Onderwijs biedt de evidence uit het onderzoek nieuwe bakens voor beleid dat effectieve arbeidstoeleiding stimuleert.