28 februari 2014 -
Financiële crises hebben grote maatschappelijke gevolgen, met name voor de volksgezondheid. De gemiddelde levensverwachting daalt met ongeveer negen maanden en geboortecijfers lopen sterk terug in de zes jaar na het begin van een crisis. Daarnaast daalt het aantal schoolgaande kinderen. Deze effecten zijn het sterkst in minder ontwikkelde landen.
Dat blijkt uit onderzoek door prof.dr. Mathijs van Dijk aan Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), dat hij presenteert tijdens zijn inaugurele rede ‘The Social Value of Finance’ op vrijdag 7 maart 2014. Van Dijk aanvaardt daarmee de leerstoel Financiële Markten vanwege het Erasmus Trustfonds. Hij zal in zijn rede ingaan op de maatschappelijke waarde van ‘finance’ als wetenschappelijk vakgebied en op de maatschappelijke waarde van ‘finance’ in de zin van een financieel stelsel (banken en financiële markten).
Impact crises op samenleving
Van Dijk heeft onderzoek gedaan naar de impact van financiële crises op de samenleving. Hij stelt dat deze veel verder gaat dan de welbekende economische gevolgen zoals een lagere economische groei en toegenomen werkloosheid. Zijn onderzoek laat zien dat de volksgezondheid in een land significant achteruit gaat in de zes jaar na een bankencrisis. Van Dijk gebruikte voor zijn onderzoek gegevens van 187 bankencrises in 126 landen in de periode van 1970 tot en met 2009.
De meest opmerkelijke conclusie is dat de gemiddelde levensverwachting met ongeveer negen maanden daalt in de zes jaar na een crisis. Een ander opvallend gezondheidseffect is een aanzienlijke afname van het geboortecijfer met 5,5 procent. Tegelijkertijd neemt het aantal tienerzwangerschappen juist toe: met 4,5 procent ten opzichte van het mondiale gemiddelde van 62 geboorten per 1.000 vrouwen tussen de vijftien en negentien jaar. Het terugdringen van tienerzwangerschappen is een van de Millenniumdoelen die door de Verenigde Naties zijn opgesteld.
Meer stress
Volgens Van Dijk is een van de mogelijke oorzaken van de gezondheidseffecten een toename van stress, wat tot uiting komt in meer cardiovasculaire aandoeningen, zelfmoorden en verslaving aan alcohol en drugs. Tegelijkertijd ziet hij een aanzienlijke toename in het aantal HIV-besmettingen. Tijdens financiële crises hebben mensen ook de neiging minder gezond te eten en vooral minder ontwikkelde landen ervaren een toename in armoede.
Overheidsfinanciën
Een andere vermoedelijke oorzaak is dat de overheidsfinanciën onder druk komen te staan tijdens een financiële crisis. Bezuinigingen treffen vaak de gezondheidszorg, wat de beschikbaarheid en kwaliteit van de gezondheidszorg kan schaden. Daarnaast kunnen de privéuitgaven voor gezondheidszorg dalen, bijvoorbeeld omdat mensen een bezoek aan de dokter uitstellen.
Van Dijk laat verder zien dat financiële crises het onderwijs negatief kunnen beïnvloeden, vooral in minder ontwikkelde landen. Het aantal schoolgaande kinderen daalt met 3,5 procent in de zes jaar na een crisis. Dit doet volgens Van Dijk vermoeden dat ouders hun jonge kinderen ten tijde van een crisis van school halen, wellicht om geld te besparen of om ze te laten helpen bij de kostwinning.
De impact van een bankencrisis op de economische groei en werkloosheid blijkt minstens even groot voor ontwikkelde als voor minder ontwikkelde landen, maar de maatschappelijke gevolgen zijn veel groter voor minder ontwikkelde landen.
Een beter begrip van waar in de maatschappij een financiële crisis het hardst toeslaat kan overheden helpen bij het ontwikkelen van beter beleid om de maatschappelijke gevolgen van een crisis te verlichten. Het doel van Van Dijk’s onderzoek in de komende jaren is om mensen en beleidsmakers te helpen de maatschappelijke impact van financiële crises beter te begrijpen en te ondervangen.