12 december 2013 -
Onlangs verscheen een artikel in het Algemeen Dagblad met de kop ‘Een op de drie werknemers zoekt een andere baan. De strekking van dit artikel is dat een stijgend aantal werknemers na vijf jaar crisis en een bewuste keuze voor zekerheid, nu klaar is voor een carrièreswitch.
Het is dus van belang dat besluitvormers binnen organisaties zich bewust zijn van de uitdaging om de organisatiepopulatie kwalitatief en kwantitatief op peil te houden. Echter, dit is niet de enige en wellicht ook niet de belangrijkste uitdaging. Immers, op basis van de demografische gegevens is duidelijk dat de uitstroom van babyboomers de instroom van nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt ruim gaat overtreffen. Los van het verlies aan capaciteit zorgt dit voor het verdwijnen van ‘kennis’ en ‘vakmanschap’, waarbij vanuit organisaties de veelvuldig gehoorde klaagzang is dat het onderwijs op dit gebied, in relatie tot de kennis en kunde van de nieuwe toetreders, onvoldoende kwaliteit levert . Dit beeld is echter lang niet altijd terecht. Richard van der Lee, Talent Entrepreneur van Visie op Talent en auteur van diverse managementboeken en Thom Verleg, Directeur Operations bij het ROC Nijmegen hebben hier duidelijke beelden bij. Dit artikel is daarmee het eerste van een serie cocreaties, met als onderwerp de verbeterpunten op het gebied van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Gemiste kansen
Van der Lee en Verleg: "Wat nu gebeurt is dat studenten, die vanuit het beroepsonderwijs of andere opleidingsvormen stage komen lopen bij organisaties, te vaak worden gezien als goedkope extra handjes. Natuurlijk is dit meer dan handig in tijden van budgetbeperkingen en daarmee gepaard gaande capaciteitsproblemen. Alleen wordt door deze denk- en handelswijze een zeer waardevol neveneffect voor organisaties gemist, namelijk de toegevoegde waarde die stagiaires kunnen bieden door het benutten van hun kennis over de ontwikkelingen in de wereld buiten de organisatiemuren. Deze kennis en ervaring zijn namelijk niet te vervatten in de Excel-spreadsheets en datalijsten, die vooral binnen de middelgrote en grote organisaties worden gebruikt maar slechts te bezien zijn als een deel van het ‘totale plaatje’. Dit laatste zeker wanneer het gaat over de (toekomstige) ontwikkelingen in de samenleving maar ook wanneer het bijvoorbeeld gaat over social media en initiatieven op het gebied van duurzame en technologische ontwikkeling. Voor het missen van deze kansen zijn vanuit organisatieperspectief diverse oorzaken te benoemen:
- Organisaties kijken nu nog te eenzijdig naar het belang van stages, wat regelmatig wordt veroorzaakt door het beeld dat enkel stagiaires en indirect de onderwijsinstellingen hier baat bij hebben, in plaats van het uitgangspunt dat de stagiair waarde kan toevoegen. Ga in dat geval alleen al uit van de kennis van zaken die de jeugdigen hebben op het gebied van technologische ontwikkelingen en manieren om (virtueel) te communiceren en te verbinden. Hiermee lopen zij vaak lichtjaren voor op de ‘traditioneel’ denkende en handelende organisatie(bevolking). Op dit gebied valt voor menige organisatie nog iets te leren. Daarnaast is de stagiair van nu de potentiële klant en medewerker van de toekomst en daardoor als wandelende of in dit geval twitterende ‘reclamezuil en informatiebron’ van strategisch belang voor organisaties.
- Een andere oorzaak voor het onvoldoende benutten van toegevoegde waarde van stagiaires heeft te maken met het gegeven dat de afstemming over stages geregeld een papieren oefening is als gevolg van het formele gesprek tussen de organisatie (bij grotere organisaties HRM) en de vertegenwoordiger van de onderwijsinstelling. Doordat de stagiair en de daadwerkelijke mentor binnen de organisatie geregeld pas in een later stadium bij dit proces worden betrokken, komt bijvoorbeeld de leerstijl van de stagiair onvoldoende aan bod. Mensen passen echter niet in hokjes en leren ook niet conform een vast patroon. Het is daarom zaak hier in het eerste stadium van afstemming rekening mee te houden. Hierdoor kan makkelijker en sneller toegevoegde waarde worden gecreëerd voor alle betrokken partijen.
- Tijdens stageperiodes wordt niet tot nauwelijks geluisterd naar wat stagiaires kunnen meebrengen aan frisse ideeën, waarmee waarde kan worden toegevoegd aan ontwikkeling van mens en organisatie. Dit is vaak geen onwil maar een gevolg van de waan van de dag waar mentoren mee te maken hebben, waarbij het goed begeleiden van stagiaires niet hoog op de prioriteitenlijst staat. Dit laatste is zeker het geval wanneer er (externe) druk op de ketel staat of binnen de organisatie sprake is van een hoog bureaucratisch en hiërarchisch gehalte. En als ideeën in een dergelijke setting toch geopperd mogen worden, dan zijn deze geregeld te vooruitstrevend in relatie tot traditionele denkpatronen. Hierdoor is het voor stagiaires lastig te fungeren als (tijdelijke) ideeëngenerator en worden kansen op het gebied van bijvoorbeeld innovatie gemist."
Stages als toegevoegde waarde
Van der Lee en Verleg: "Onze conclusie is dat er op het gebied van stages nog veel ‘winst’ te behalen is voor onderwijs en bedrijfsleven. Vanuit het perspectief van de toegevoegde waarde van stages pleiten wij er in ieder geval voor stagiaires meer te bekijken door de bril van medewerkers en klanten van de toekomst en hen ook meer te betrekken bij de invulling van dit waardevolle instrument. Met de inspirerende ideeën van deze jonge mensen slagen bedrijfsleven en onderwijs er vast en zeker in om dichter bij elkaar te komen. Hiermee kan een positieve bijdrage worden geleverd aan de toekomst van de BV Nederland, wat ook naadloos aansluit op het pleidooi voor de genoemde krachtenbundeling in het artikel Innovatie-economie? Begin met het faciliteren van talent in het onderwijs."
Zolang medewerkers / stagiaires binnen mijn organisatie naast een reguliere HBO studie, incluis natuurkunde, een drukvat om waterslag te reduceren aanzien voor een boiler vraag ik mij af wat toegepaste wetenschap voor een functie heeft bij storingsanalyse.
Ligt dit aan de kwaliteit van het onderwijs en/of individu?
Hallo Arend,
De verbinding tussen bedrijfsleven en (MBO)onderwijs is absoluut een punt van aandacht. In feite bepleiten Richard en ik dat in ons artikel ook. Niet voor niets is de roep om de vroegere bedrijfsscholen regelmatig hoorbaar. Een oplossing is dat onderwijsinstellingen samen met het bedrijfsleven leerwerkbedrijven ontwikkelen. Wanneer dat in een samenwerkingsverband plaatsvindt ontstaat er immers dialoog en kan het onderwijs beter worden toegesneden op de wensen en behoeften uit het werkveld.
Thom Verleg
Jeroen
|
|
17
-
08
-
2014
|
19
:
16
uur
Inmiddels al een oud artikel maar relevant nog zeker!
Ik doe op het moment een onderzoek naar de toegevoegde waarde van een stagiaire voor een organisatie, vooral kijkend naar mening van organisaties die niet of nauwelijks met stagiaires werken en waarom niet. Hebben jullie misschien wat pointers ter opzet, dit onderzoek zit nog in haar begin fases.