10 december 2013 -
Het Nederlandse bedrijfsleven is voor het merendeel positief over 2014, maar een op de vijf ondernemingen ervaart de bedrijfscultuur als een drempel om kansen te verzilveren. Bedrijfscultuur wordt daarmee een succesfactor, aldus Marcel Groenenboom van SAP Nederland.
Van de bedrijven met een omzet tussen 50 miljoen en een miljard euro, verwacht 32 procent het komende jaar een omzetgroei van twee tot vijf procent te realiseren. Tien procent voorziet zelfs een sterke groei van tussen de vijf en tien procent. Dat blijkt uit recent onafhankelijk onderzoek dat in opdracht van SAP Nederland werd uitgevoerd. Verheugend nieuws, vindt Groenenboom. "Want het percentage groeiende bedrijven, ofwel de ‘groeiers’, is daarmee aanzienlijk hoger dan het percentage krimpende bedrijven, de ‘krimpers’." Het percentage krimpers is volgens het onderzoek twintig procent, verdeeld over vijftien procent van de bedrijven die een lichte teruggang voorziet (tot vijf procent), en vijf procent die een sterke omzetdaling verwacht (vijf procent of meer).
Groei of krimp
Hoewel de exacte oorzaak van groei of krimp per bedrijf verschilt, is er volgens Groenenboom wel een opvallende trend uit het onderzoek te destilleren. "Groeiers geven aan doorgaans veel flexibeler te zijn dan de krimpers. Bedrijven die groei voorzien, zeggen weinig moeite te hebben met het aanpassen van zowel de organisatie als de IT-systemen. Bij ondernemingen die verwachten in omvang in te boeten, zie je het omgekeerde. Daar staan hiërarchie en stroperige besluitvorming blijkbaar een snelle verandering in de weg."
Bedrijfscultuur
Voor Groenenboom wordt bedrijfscultuur daarmee een factor die medebepalend is voor het succes van een onderneming. "Verschil in bedrijfscultuur heeft altijd bestaan, maar nu de urgentie om te veranderen steeds groter wordt, kan een te behoudende bedrijfscultuur funest zijn. Te meer omdat het de krimpende bedrijven zijn die aangeven dat men hinder ondervindt van interne politiek en van risicomijdend gedrag."
Ondernemingen kunnen het zich volgens Groenenboom niet permitteren dat hun bedrijfscultuur een obstakel is om in te spelen op nieuwe marktontwikkelingen. "Als snelle besluitvorming, bijvoorbeeld over vernieuwing van IT, niet mogelijk is, dan verliest een bedrijf terrein op z’n concurrenten en kan zelfs het voortbestaan van een onderneming in gevaar komen." Risico mijden is daarom voor Groenenboom steeds minder een optie. "Ik pleit uiteraard niet voor roekeloosheid, maar het onderzoek laat zien dat de snelle groeiers geen risico’s mijden. Daaruit kan men concluderen dat risico nemen loont. Het vertaalt zich in een omzetgroei van meer dan vijf procent. Dat is ondanks de huidige economische omstandigheden dus nog steeds mogelijk."
Risicomijdende cultuur
Groenenboom ziet nog een tweede drempel voor bedrijven met een risicomijdende bedrijfscultuur. De ‘braindrain’, het vertrek van mensen op sleutelposities, die juist wel willen veranderen en op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen. "Dat soort werknemers vindt makkelijk zijn weg naar de concurrentie. Uit het onderzoek komt namelijk ook naar voren dat het veranderend vermogen van de ‘groeiers’, vooral beperkt wordt door het moeilijk vinden van personeel dat kansen ziet, open staat voor verandering en over de skills beschikt om invulling aan innovatieve ontwikkelingen te geven." En innovatief vermogen, zo blijkt uit het onderzoek, is de belangrijkste voorwaarde voor groei. Groenenboom merkt daarbij op dat innovatie lang niet altijd ‘rocket science’ hoeft te zijn. "Het draait zowel om het zien van kansen als om het slimmer doen van dingen die je altijd al deed. Voor beiden geldt dat een bedrijf de flexibiliteit moet hebben om daar de organisatie en de IT snel op af te stemmen."