14 november 2013 -
Spaargelden vormen één van de hoekstenen van het Europese economische systeem. Europese huishoudens bezitten samen 8,5 biljoen euro in deposito's, één derde van hun financiële middelen. Ondanks de toch al lage rente betaalt het merendeel van de banken nog steeds een te hoge vergoeding voor spaargelden.
Om in tijden van crisis spaargelden optimaal te benutten, moeten banken de juiste balans vinden tussen depositostabiliteit, winstgevendheid en klantbehoud, stelt Roland Berger Strategy Consultants in haar nieuwe studie 'Retail deposits - Prepare for a bumpy ride'. Ondanks het negatieve reële rendement in het merendeel van de Europese landen - de inflatie is hoger dan de rentevergoeding - wint sparen in tijden van crisis en onzekerheid aan populariteit. Ook voor banken worden spaargelden steeds belangrijker. "Deze investeringen zijn hun voornaamste inkomstenbron," vertelt Mark de Jonge, partner bij Roland Berger in Nederland. "Banken zijn bereid meer te betalen voor deposito's, vanwege hun stabiliteit en betere positie onder de nieuwe Basel 3-normen die gelden voor de sector. Deze eisen verplichten banken onder meer om, voor het geld dat ze uitlenen, ook voldoende spaargelden te bezitten."
Van activa naar passiva
Om deposito's optimaal te benutten, is het van belang dat banken het zwaartepunt leggen op hoe zij hun activiteiten bekostigen - de passiva - in plaats van het beheer van hun vermogen - de activa. Banken beschikken over geavanceerde econometrische technieken voor het managen van hun activa, en zouden op eenzelfde manier moeten omgaan met passivazijde van de balans, voornamelijk op het gebied van spaargelden. "Passiva zijn nu de bepalende factor wanneer het gaat om omzet, winst en groeipotentieel," legt De Jonge uit.
Nieuwe depositostrategie
De twee pijlers van de nieuwe depositostrategie zijn volgens Roland Berger het spaargedrag van klanten en de deposito-elasticiteit. De Jonge: "Banken moeten hun vermogen om het spaargedrag van klanten in kaart te brengen, verbeteren. Dit maakt het mogelijk te voorspellen of klanten dreigen over te stappen naar een andere bank, of een aanbieding zullen accepteren voor een alternatief spaar- of beleggingsproduct."
Het modelleren van de elasticiteit van spaarvolumes is cruciaal. Het stelt banken in staat de relatie tussen de hoeveelheid spaargeld in beheer en de factoren die de in- en uitstroom van spaarproducten bepalen, inzichtelijk te maken. Zo sparen consumenten meer wanneer hun bank de rente verhoogt of wanneer hun salaris stijgt door economische groei. "Deze stappen kunnen banken onder meer helpen hun producten te prijzen gebaseerd op de elasticiteit van specifieke doelgroepen, waardoor zij niet te veel betalen. Ook kunnen banken hierdoor hun alternatieve financiële producten proactief aanbieden, waardoor zij controle houden over hun depositostromen en de spaargelden die zij hebben opgebouwd behouden," besluit De Jonge.