23 september 2013 -
Meer dan twee derde (67 procent) van de wereldwijde CEO’s vindt dat bedrijven te weinig doen om uitdagingen op het vlak van duurzaamheid het hoofd te bieden. Hoewel CEO’s zich aantoonbaar inzetten om duurzaamheid in hun bedrijfsvoering te integreren, is de tijd aangebroken om koplopers meer te stimuleren en te belonen. Op die manier wordt de volledige potentie van het bedrijfsleven op dit gebied ook daadwerkelijk aangesproken.
Dit is een belangrijke conclusie van de UN Global Compact-Accenture CEO Study on Sustainability 2013: Architects of a Better World. Het onderzoek maakt duidelijk dat het bewustzijn over de zakelijke kansen van duurzaamheid groeit. 78 procent van de respondenten ziet duurzaamheid als een route naar groei en innovatie. 79 procent is er van overtuigd dat inzetten op duurzaamheid tot concurrentievoordeel in hun sector leidt. Het economische klimaat en andere prioriteiten zorgen echter dat het lastig is om duurzaamheid op grote schaal in organisaties in te bedden.
Belangrijk voor de toekomst
93 procent van de respondenten geeft aan dat milieu-, sociale en governance-onderwerpen belangrijk zijn voor de toekomst van hun bedrijf. Dit percentage is vergelijkbaar met 2010. Het aantal CEO’s dat duurzaamheid als zeer belangrijk bestempelt, is echter gedaald van 54 naar 45 procent. Voor Europese CEO’s lag dit percentage zelfs op 34 procent. Toch vindt 84 procent dat bedrijven voorop moeten lopen bij het aanpakken van duurzaamheidsuitdagingen. De obstakels die zij daarbij noemden, waren:
Gebrek aan financiële mogelijkheden is volgens 51 procent van de respondenten de grootste barrière; 40 procent ziet de economische omstandigheden als blokkade om duurzaamheid in kernactiviteiten te integreren.
Het onvermogen om duurzaamheid aan business value te koppelen is een snelgroeiende belemmering. In 2007 was dit de mening van 18 procent van de CEO’s, terwijl in 2010 30 procent deze mening had. Dit jaar noemde 37 procent deze reden. Slechts 38 procent van de respondenten is in staat om de waarde van duurzaamheid te kwantificeren.
Slechts vijftien procent van de CEO’s vindt dat bedrijven er de afgelopen drie jaar beter in geslaagd zijn om consumenten te overtuigen van de noodzaak van duurzaamheid. Toch vindt 82 procent dit een voorwaarde om duurzaamheid echt tot een transformatiemacht voor de economie te laten ontwikkelen. Bijna de helft (46 procent) van de respondenten denkt dat consumenten eerst aan prijs, kwaliteit en beschikbaarheid denken en pas daarna aan duurzaamheid.
52 procent van de respondenten vindt aandacht van investeerders een reden om meer aandacht aan duurzaamheid te besteden. Slechts twaalf procent ziet druk van investeerders als een belangrijke motivatie voor initiatieven. Toch vindt een minderheid van de CEO’s (12 procent) het kortetermijndenken van de financiële markt als een vertragende factor. 69 procent denkt dat de interesse van investeerders belangrijker wordt bij het bepalen van hun marsroute.
"Deze studie laat zien dat het de grootste uitdaging is om de potentie van duurzaamheidsinitiatieven in het bedrijfsleven te benutten om wereldwijde markten en samenlevingen echt te veranderen", aldus Georg Kell, executive director van UN Global Compact. "Als alle bedrijven, van multinational tot mkb, hun activiteiten op een verantwoorde manier inrichten en uitvoeren, ontstaat een enorm momentum. Het is nu aan beleidsmakers, investeerders en consumenten om het juiste signaal af te geven om extra actie, innovatie en samenwerking rondom duurzaamheid te stimuleren."
Meer samenwerking met overheden
Volgens het onderzoek zien CEO’s graag meer samenwerking tussen bedrijven, overheden en beleidsmakers. 42 procent ziet de overheid als een van de drie belangrijkste stakeholders voor meer duurzaamheid. In 2010 was dit nog 32 procent. Als de overheid meer doet om de juiste omgeving te creëren, neemt het bedrijfsleven dit integraal over. Dat is de overtuiging van 83 procent van de respondenten. 85 procent eist zelfs een duidelijker beleid en extra initiatieven om groene groei te bewerkstelligen. Beleidsmiddelen die daarbij prioriteit moeten krijgen, zijn volgens de CEO’s regelgeving en standaardisatie (55 procent), subsidies en andere stimuleringsmaatregelen (43 procent) en interventie via belastingen (31 procent). Andere maatregelen zoals informatievoorziening en steun voor vrijwilligers worden slechts door 21 procent ondersteund.
"Het oorspronkelijke optimisme van CEO’s heeft plaatsgemaakt voor het idee dat de beperkingen van marktstructuren en gebrek aan stimuleringsmiddelen het moeilijker maken om duurzaamheid echt tot de kern van organisaties door te laten dringen," zegt Sander van ’t Noordende, Group CEO van Accenture Management Consulting. "Veel CEO’s zouden overheidsmaatregelen die de marktregels wijzigen verwelkomen. Maar voor die stap genomen wordt, is het belangrijk dat zij beseffen dat ook in de huidige lastige marktomstandigheden high performance organisaties commercieel en duurzaam succes combineren. Deze organisaties zien duurzaamheid als een kans om te groeien, te innoveren en te differentiëren. Daarmee tonen ze aan dat duurzame business ook gezonde business is."