2 september 2013 -
Ruim driekwart van de mensen die binnen nu en een jaar hun eerste eigen huis willen kopen is hiervoor aan het sparen. Ongeveer de helft van deze groep kopers zet daarvoor een bedrag van tussen 50 en 300 euro per maand opzij. Veel koopstarters zijn bereid om eigen geld te gebruiken voor de aankoop van een eerste eigen huis. Ongeveer twintig procent van de koopstarters wil daar zelfs meer dan 25.000 euro aan besteden.
Dit blijkt uit het Woonpeil van Vereniging Eigen Huis, op basis van een representatief onderzoek waarmee maandelijks het consumentenvertrouwen in de woningmarkt wordt gemeten.
Eigen geld steeds meer nodig
De inbreng van eigen geld wordt steeds belangrijker bij de koop van een huis. De maximale hoogte van een hypotheek wordt afgebouwd en loopt stapsgewijs terug van 105 procent van de woningwaarde naar 100 procent in 2018. Dat betekent dat de kosten van opknappen, verbouwen, verhuizen en inrichten van de nieuwe woning, en de rekening van de notaris en de hypotheekadviseur vanaf 2018 vrijwel geheel uit eigen zak moeten worden betaald.
Vertrouwen in woningmarkt blijft stijgen
'Is het verstandig om nu een huis te kopen of kan ik beter even wachten, zakken de huizenprijzen nog verder of is de bodem bereikt, gaat de hypotheekrente omhoog of juist verder omlaag en komen er nieuwe maatregelen van het Kabinet?' Iedereen die voor een aankoopbeslissing staat, stelt zich deze vragen. Door de veelheid aan woningmarktcijfers en de vaak uiteenlopende meningen van deskundigen is het voor veel mensen moeilijk om een goed beeld te krijgen. De consument slaagt er toch in om een inschatting te maken.
Willen, maar ook kunnen kopen
Sinds het begin van dit jaar is het vertrouwen dat consumenten stellen in de woningmarkt flink toegenomen. De Eigen Huis Marktindicator, die specifiek het consumentenvertrouwen voor de woningmarkt meet, steeg van een dieptepunt van 51 punten in december 2012 aan één stuk door tot waarde 70 in augustus. De weg naar boven lijkt gevonden, maar de woningmarkt is er nog lang niet bovenop. Dat meer mensen positief worden en ook de wens hebben om een huis te kopen, wil nog niet zeggen dat het ze ook lukt. Vaak is de verkoop van de oude woning een probleem, de oplopende werkloosheid en het verlies aan koopkracht kunnen koopplannen dwarsbomen en ten slotte is het maar de vraag of ze wel een hypotheek kunnen krijgen. Banken zijn bepaald niet scheutig met het verstrekken van hypotheken en al helemaal niet als er geen vast dienstverband is of een restschuld uit een vorige woning.