Vakantieperiode voor meeste werknemers geen pretje
23 juli 2013 -
De meerderheid (62 procent) van de Nederlandse werknemers gaat niet met een gerust gevoel op vakantie. Hiervan weet een kwart zeker dat het werk blijft liggen tijdens hun vakantie en 37 procent probeert de zorgen hierover van zich af te zetten. Zij vinden het een kwestie van loslaten. Het aantal medewerkers dat opziet tegen de vakantieperiode is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. In 2012 lag dit percentage nog op 52 procent en in 2011 op 33 procent.
Dit blijkt uit online onderzoek van Unique dat jaarlijks in kaart brengt hoe de Nederlandse werknemer de zomerperiode tegemoet ziet. 590 respondenten gaven dit jaar antwoord op de vraag: ‘Gaat u met een gerust gevoel op vakantie?’
Wel een zonnige vakantie
Ondanks dat de meerderheid van de Nederlandse werknemers niet onbezorgd op vakantie gaat, ziet 38 procent de vakantieperiode wel zonnig tegemoet. Dit komt doordat er vakantiekrachten worden ingehuurd (zes procent) en doordat het werk onderling goed verdeeld wordt (32 procent). Het aantal medewerkers dat vindt dat het werk onderling goed verdeeld wordt, is wel flink afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Vorig jaar zei 44 procent nog onbezorgd op vakantie te gaan doordat het werk goed verdeeld werd.
Raymond Puts, algemeen directeur van Unique: "Dat er nu minder mensen met een gerust hart op vakantie gaan, kan samenhangen met de stagnatie in het aanbod van vakantiebanen. Recent onderzoek van FNV Jong toont aan dat 59 procent van de jongeren geen vakantiewerk kan vinden. Juist zij kunnen de vakantiepiek opvangen. Ook een strakke interne planning kan bijdragen om de zomerperiode te overbruggen. Na een jaar hard werken zou iedereen moeten kunnen genieten van een welverdiende vakantie."