Verenigde Staten passeren China op de Index voor directe buitenlandse investeringen
1 juli 2013 -
Buitenlandse investeerders hebben veel vertrouwen in de Verenigde Staten, zo blijkt uit de 'Foreign Direct Investment Confidence Index (FDICI)', de jaarlijkse outlook voor buitenlandse investeringsstromen van strategy consultant A.T. Kearney. In de vijftiende editie van de Index waren de ondervraagde senior executives voorzichtig positief over zowel de macro-economische vooruitzichten als die van het eigen bedrijf.
70 procent van de ondervraagde corporate investors verwacht op korte termijn herstel van de buitenlandse investeringen (FDI) van hun organisatie. Bij de helft is het budget al terug op pre-crisis niveau en twintig procent verwacht dit niveau in 2014 te bereiken. Deze FDI toename kan een vliegwiel effect op macro-economische groei hebben. Toch behoudt bijna een derde van de respondenten een voorzichtige afwachtende houding ten opzichte van buitenlandse investeringen. "Waar veel investeerders nog steeds pas op de plaats maken, zoals ze dit sinds het begin van de recessie doen, lijken ze wel optimistischer en minder onrustig dan voorgaande jaren," licht Nathan Burgers, Unit Head van A.T. Kearney Benelux toe.
Opvallend is de sterke positie van ontwikkelde landen in de Index dit jaar. Behalve de Verenigde Staten staan ook Canada, Australië, Duitsland en Groot-Brittannië in de top acht. En de top 25 van de FDICI bestaat voor meer dan de helft uit ontwikkelde landen, waarvan zeven uit Europa. Nederland staat niet in de top 25.
Industrie biedt Verenigde Staten duurzaam voordeel
Voor het eerst sinds 2001 staan de Verenigde Staten op de eerste plaats in de Index, de instroom van buitenlandse investeringen blijft er nog onder de piek 306 miljard dollar in 2008, maar de stijgende lijn is ingezet. In 2011 steeg de instroom van buitenlandse investeringen met vijftien procent ten opzichte van 2010 naar 226,9 miljard dollar. Daarmee waren de Verenigde Staten voor het zesde achtereenvolgende jaar het land met de grootste binnenkomende stroom aan directe buitenlandse investeringen. Een belangrijke factor van het stijgende vertrouwen is de stijgende productiviteit van de maakindustrie. Investeringen in productiviteitsverhogende technologie, gecombineerd met een zwakke dollar en stijgende lonen in ontwikkelende landen lijken de nationale economie duurzame voordelen te bieden.
Onzekerheid over Chinese economie
China zakt dit jaar naar de tweede positie. De stijgende loonkosten in China zorgen voor twijfels over de lange termijn vooruitzichten van het Chinese model en creëren mogelijkheden voor ‘reshoring’ van delen van het maakproces. Desondanks geeft bijna drie kwart van de respondenten aan absoluut in China te blijven. Meer dan een derde van de respondenten is vanwege de stijgende loonkosten voornemens om productiviteitsverhogende maatregelen door te voeren
Optimisme over Brazilië groot
Brazilië behoudt de derde plaats in de Index. De totale directe buitenlandse investeringen stegen met 37 procent ten opzichte van 2010 naar $66.7 miljard, het hoogste niveau tot nu toe. Dit bedrag geeft het vertrouwen van investeerders weer: met een stijging van 40 procent vergeleken met de FDICI 2012 steeg het optimisme van investeerders in Brazilië het sterkst. Met het WK voetbal 2014 en de Olympische Spelen 2016 in aantocht, wordt een verdere instroom van buitenlandse investeringen in ondermeer infrastructuur en transport verwacht. Industrie blijft het doel van bijna de helft van alle directe buitenlandse investeringen in Brazilië, vooral van investeringen uit Europa en China.
