26 juni 2013 -
Managers zijn positiever dan het uitvoerende personeel over de impact van de crisis. Dit blijkt uit onderzoek van Intermediair onder 1.735 respondenten. Ondanks de economische crisis gaat de overgrote meerderheid (65 procent) van werkend Nederland nog steeds met plezier naar het werk. Ook zegt 70 procent niet minder gemotiveerd te zijn dan vóór de crisis.
Waar uitvoerend personeel vragen over hun toekomstperspectieven overwegend neutraal (niet eens, niet oneens) beantwoorden, zijn leidinggevenden juist positiever dan voor de crisis. Dit geldt ook voor de financiële situatie, samenwerking met collega's en het plezier in het werk. "Mensen die meer invloed hebben op hun werksituatie, zien vaak de voordelen van de crisis. Uitvoerend personeel is meer afhankelijk en voelt zich eerder slachtoffer van hun situatie," aldus een expert in de nieuwe editie van Intermediair Weekblad.
Onderlinge concurrentie
Van alle ondervraagden is 30 procent van mening dat zij harder moeten werken dan vóór de crisis. Een kwart geeft aan ambitieuzer te zijn geworden bij het stellen van persoonlijke doelen, zo laat het onderzoek zien. Bijna 40 procent geeft aan dat hetzelfde werk moet worden gedaan met minder mensen, wat de werksfeer onder druk zet. Ook ervaart een op de vijf ondervraagden zijn directe collega nu meer als een concurrent.
Geen extraatjes thuis en op het werk
Bijna 30 procent van de werknemers heeft het gevoel meer financiële zorgen te hebben dan vroeger; een derde zet meer geld opzij dan vóór de crisis. Omdat werkend Nederland vanwege de crisis minder vertrouwen heeft in haar financiële toekomst gunt 41 procent zich privé minder extraatjes zoals weekendjes weg of nieuwe kleding. Ook op het werk komt men er bekaaid vanaf. Meer dan 60 procent van de ondervraagden geeft aan dat er op het werk minder ruimte is voor extra’s zoals bedrijfsfeesten, etentjes met collega’s of teambuildinguitjes.
Ik realiseer mij dat elke ‘onvermijdelijke' human restructuring binnen een company juist van de reguliere office staff op die tijdstippen de nodige inschikkelijkheid vraagt, omdat dit immers deze vastgeroeste mensen weer in beweging moet brengen. Ik vraag ook altijd begrip, tegen de achtergrond van het feit dat deze human restructuring in het belang van de company is. Het zijn dan juist de managers zoals Ikzelf welke deze zware kar moeten trekken met als objective het hierdoor opgeschoonde schip door de crisis te loodsen. Men zegt niet voor niets “the captain should stays till the end”