Top bedrijfsleven steunt euro, twijfel over uitbreiding eurozone
4 juni 2013 -
Ondanks de voortdurende schuldencrisis staan leiders van eurozone-landen volledig achter de euro. Ook de Nederlandse top van het bedrijfsleven is voorstander van de munteenheid die in 2002 werd geïntroduceerd. Wel vindt een op de twee leiders in ons land dat er geen enkel land meer tot de eurozone mag toetreden.
Dat blijkt uit het jaarlijks terugkerende onderzoek ‘IBR: Future of Europe’ van Grant Thornton. Het onderzoek, waar dit jaar circa 3.100 Europese leiders aan deelnamen, geeft een beeld van de manier waarop het bedrijfsleven in de eurozone en Europa tegen de euro(zone) aankijkt. Ondanks de stagnerende economieën en de aanhoudende discussie over schulden staan ceo’s, bestuursvoorzitters en managing directors uit de eurozone trouw achter de euro: 94 procent van hen vindt dat de munteenheid moet blijven bestaan. Ook het aantal respondenten dat aangeeft dat de euro van positieve invloed is geweest op hun business is gegroeid: van 71 procent in 2012 naar 78 procent in 2013.
Positief eurobeeld
Landen die het meest positief tegen de euro aankijken, zijn Ierland (88 procent), Duitsland (86 procent) en Finland (85 procent). Critici zijn er met name te vinden in Frankrijk en Nederland, waar een kleinere meerderheid van de zakelijk leiders (64 procent) positief is over de impact van de euro op het bedrijfsleven. In Frankrijk daalde het positieve sentiment het afgelopen jaar fors, van 71 procent naar 64 procent. Bovendien noemt een op de vijf Franse leiders (twintig procent) deelname aan de euro negatief – het hoogste percentage in de eurozone en ver boven het Duitse resultaat (zeven procent).
52 procent Nederlandse leiders tegen méér toetreders Als het gaat om uitbreiding van de eurozone is er verdeeldheid tussen het bedrijfsleven. In totaal 39 procent van de respondenten wil niet dat er méér landen tot de regio toetreden, zeventien procent vindt dat 'verlieslijdende landen' uit de euro moeten stappen. In 2012 was een op de vier organisaties (24 procent) nog voorstander van uittreders. In Nederland is een op de twee leiders in het bedrijfsleven tegen nieuwe toetreders (52 procent), een op de vijf (22 procent) is voorstander van een zogenaamde ‘Grexit’. Italië en Griekenland zijn de enige landen binnen de eurozone waar een meerderheid voor uitbreiding is.
Buiten de eurozone is het beeld eveneens gevarieerd. Een groot deel van de bestuurders in Letland (64 procent), Litouwen (61 procent) en Denemarken (59 procent) wil nog steeds dat hun land zich aansluit bij de eurozone. In het Verenigd Koninkrijk (elf procent) en Zwitserland (zes procent) is daar vrijwel geen behoefte aan.
Meerderheid voor verdere Europese integratie en Eurobonds
Over de (toekomstige) integratie van Europa wisselen de meningen. Tweederde van de eurozone-lidstaten (66 procent) is voorstander van een verdere economische integratie, een minderheid voor meer politieke integratie (40 procent). Als het gaat om het uitschrijven van Eurobonds is 65 procent van de bestuurders voorstander, met Duitsland als grootste uitzondering (32 procent). Om gezamenlijke groei te realiseren, juicht de meerderheid van het Nederlandse bedrijfsleven verdere economische (77 procent) en/of industriële integratie (68 procent) van harte toe. Over politieke integratie zijn onze leiders een stuk terughoudender (37 procent).
Verdeeldheid Frankrijk en Duitsland over integratie Europa
Opvallende verschillen constateren de onderzoekers tussen Duitsland en Frankrijk, twee landen die van oudsher samen voor Europese integratie hebben gestreden. Duitse bedrijven staan in vergelijking met hun Franse tegenhangers veel meer open staan voor verdere integratie: in totaal 61 procent van de Duitse leiders steunt een verdere politieke integratie (61 procent) en economische integratie (76 procent), tegenover respectievelijk 35 procent en 69 procent in Frankrijk. Ook over schuldwaarborgen zijn er meningsverschillen. Slechts 32 procent van de bedrijven in Duitsland zou de invoering van Eurobonds steunen, circa de helft van het percentage in Frankrijk (60 procent).
Buiten de eurozone is er minder steun voor een verdere Europese integratie. Slechts veertien procent van het bedrijfsleven in deze Europese landen steunt een politieke integratie, 32 procent is voor meer economische integratie – met negatieve uitschieters van respectievelijk zes procent en twintig procent in het Verenigd Koninkrijk. Intussen neemt de aantrekkingskracht van de Europese Unie voor leiders buiten de eurozone af: 51 procent is van mening dat verdere integratie een voordeel is, terwijl dit twaalf maanden eerder nog 62 procent was.