Foodsectorbedrijven moeten elkaar helpen beter te worden
21 mei 2013 -
De foodsector wordt sinds een aantal recente voedselschandalen onder een vergrootglas gelegd. Consumenten willen meer dan ooit weten wat de herkomst is van een product en onder welke omstandigheden het is gemaakt. Door meer samen te werken in de keten en exclusieve afspraken te maken met retailers kan de effectiviteit en transparantie van de keten worden vergroot.
Hierdoor is de sector beter in staat in te spelen op voorkeuren van consumenten, te innoveren en de export naar (nieuwe) afzetmarkten te vergroten. De voedingsindustrie moet snel een inhaalslag maken, wil zij deze kansen benutten. Dit concludeert ABN AMRO in haar ‘Visie op Food 2013’.
Samenwerking is de toekomst
Groothandels en fabrikanten werken steeds meer samen met elkaar op het gebied van inkoop en logistiek om de kosten te beheersen. In de markt voor groente en fruit specialiseren bedrijven zich in marktsegmenten of distributiekanalen. Er ontstaan meer gesloten verticale ketens waardoor kwekers en handelaren van retailers inzicht krijgen in verkoopcijfers, acties en consumentenmotivatie. Hiermee kan de productie beter worden afgestemd en kan productkennis beter verzilverd worden. De zuivelindustrie loopt voorop bij deze ketenintegratie. In deze branche worden productie, verwerking en handel steeds vaker door een cluster van bedrijven gedaan. Maar ook bijvoorbeeld in de handel en verwerking van (kweek)vis werken bedrijven met toeleveranciers samen om de grondstofvoorziening veilig te stellen. Soms doen retailers hierbij rechtstreeks zaken met kwekers in het buitenland.
"Een intieme, exclusieve samenwerking waarin informatie digitaal wordt gedeeld, kan beide partijen ten goede komen. Een retailer krijgt een optimale dienstverlening tegen scherpe prijzen en de leverancier een voorspelbare, grotere vraag," zegt Niels Dijkman, Sector Banker Food van ABN AMRO. "Dit samenwerkingsmodel zal steeds vaker te zien zijn. Een exclusief partnership is, naast een gezonde economische relatie, gebaseerd op vertrouwen. Dit kan leiden tot het wegnemen van tegenstellingen in de belangen van verkoper en afnemer en tot meer stabiliteit in de bedrijfsvoering leiden."
Gezond en duurzaam eten
Ook wint de ontwikkeling van een gedifferentieerd aanbod van diensten en producten aan betekenis. Hierbij moet de foodsector aansluiten bij de veranderende voorkeuren van afnemers en consumenten. Consumenten blijven niet alleen prijsbewust, maar worden ook kritischer en vragen steeds meer naar duurzaam geproduceerde, lokale en gezonde producten. Hierop anticiperen bedrijven met nieuwe producten, zoals streekgerechten, worden verpakkingsvarianten geïntroduceerd of ontstaan zelfs nieuwe producten zoals drinkflessen met ‘filter’ om kraanwater te drinken op een hippe manier. Supermarkten zetten steeds nadrukkelijker in op hun versaanbod en een goede presentatie hiervan en houden zo hun omzetten op peil. Als gevolg van de gemakstrend wordt ook de focus op convenience food groter, waarbij sommige winkels zelfs restauratiemogelijkheden bieden. In de hele food-keten - van toeleverancier tot consument - is veel aandacht voor gezondheid en duurzaamheid. Zowel consumenten als afnemers willen inzicht in de herkomst van producten. Zo is er veel aandacht voor duurzaam en verantwoord gevangen en gekweekte vis en zal de vleesverwerkende industrie nog harder aan het imago moeten werken om nieuwe schandalen te voorkomen.
Nieuwe kansen pakken
Ondanks het conjunctuurbestendige karakter heeft de foodsector nu geen makkelijke tijd. De marges in de binnenlandse food-sector stonden vorig jaar onder druk en ook in 2013 komt hierin weinig verandering. In vrijwel alle branches neemt de afzet qua volume wel licht toe door de bevolkingsgroei. Maar de prijzen schommelen sterk door onevenwichtigheden bij de productie, door bijvoorbeeld de wisselende weersomstandigheden. De consument blijft in economische mindere tijden dus wel eten, maar wijkt ook uit naar andere producten. Het binnenlands vleesverbruik daalde bijvoorbeeld met 0,5 procent omdat Nederlanders steeds vaker uit overtuiging minder vlees eten. Ook eten Nederlanders zowel meer goedkopere producten als meer bijzondere, luxere en biologische producten. De voedingsindustrie moet dus echt differentiëren qua product, positionering, verdienmodel en internationale afzet. Volgens ABN AMRO liggen er veel kansen in de export naar met name Oost-Europa en Rusland. In 2012 had Rusland een exportaandeel van vijf procent voor de Nederlandse kaas. Door de bevolkingsgroei en vraag naar Westerse kwaliteitsproducten in deze regio verwacht ABN AMRO voor 2013 meer mogelijkheden voor de gehele foodsector.