17 mei 2013 -
De risico’s van politiek geweld en terroristische aanslagen voor het internationale bedrijfsleven, waaronder oorlogen, staatsgrepen, stakingen en rellen namen in elf landen toe. In negentien landen werd de situatie veiliger. Voor 44 procent van de onderzochte landen is het risico op een terroristische aanslag reëel. De risico’s van terroristische aanslagen en politiek geweld zijn in Europa het afgelopen jaar afgenomen.
Het continent is goed voor bijna de helft van de wereldwijde risicodalingen. Tegen deze trend in, is het risico in Nederland juist verhoogd door zorgen over terugkerende jihadisten uit Syrië. Dat blijkt uit de Terrorism & Political Violence Map 2013, een analyse van meer dan 200 landen die jaarlijks wordt gepresenteerd door Aon.
Minder civiele onrusten in Europa
De verbeterde situatie in Europa is met name te danken aan afnemende civiele onlusten. Onrust als gevolg van de financiële en economische crisis zorgde vorig jaar nog voor een toegenomen risico in veel Europese landen. Het beperkte aantal terroristische incidenten in andere Europese landen dan Griekenland en Noord-Ierland zorgde ook voor een lagere inschatting van de risico’s in Europa.
Hoewel in Noord-Europa enige verbetering is opgetreden, zoals te zien is aan het verlaagde dreigingsniveau voor landen als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, zorgen fiscale en economische problemen in de landen in Zuid-Europa nog steeds voor een risico op civiele onlusten en terrorisme in die landen. In veel Oost-Europese landen leidden bezuinigingsmaatregelen tot protesten, waardoor dit risico voor deze regio blijft bestaan.
Landen met een hoger risico
Voor elf landen geldt een hoger risico dan vorig jaar. Dit zijn: Argentinië, Centraal-Afrikaanse Republiek, Costa Rica, Egypte, Jordanië, Nederland, Niger, Paraguay, Polen, Suriname en de Verenigde Arabische Emiraten.
Landen met een lager risico
In negentien landen nam het risico op politiek geweld en terrorisme af: Albanië, Botswana, Denemarken, Duitsland, Fiji, Gabon, Italië, Laos, Maldiven, Mexico, Moldavië, Nicaragua, Oost-Timor, Papua Nieuw Guinea, Portugal, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk, Wit-Rusland, en Zimbabwe.
Meest risicovolle landen De negentien landen die in de hoogste categorie zitten, zijn Afghanistan, Centraal-Afrikaanse Republiek, Democratische Republiek Congo, Egypte, Irak, Iran, Jemen, Libanon, Libië, Mali, Niger, Nigeria, Pakistan, Palestijnse bezette gebieden, Soedan, Somalië, Syrië, Tsjaad en Zuid-Soedan.
VS en Canada: laag risico
Zowel voor de Verenigde Staten als voor Canada blijft het risiconiveau laag. De dreiging van terreur blijft echter bestaan in de VS, zoals blijkt uit de recente bomaanslagen in Boston. Voor Canada blijft het risico op civiele onlusten aanwezig als gevolg van verschillende gewelddadige protesten in 2012.
Noord-Afrika en Midden-Oosten: meest instabiele regio’s
Noord-Afrika en het Midden-Oosten zijn regio's waar de risico's zijn toegenomen. Het Midden-Oosten is de meest instabiele regio in de wereld, aangezien voor bijna twee derde van de landen een 'hoog' of 'ernstig' dreigingsniveau geldt. Het zijn ook de regio’s waar het specifieke risico op terrorisme en sabotage het meest voorkomt. Voor 85 procent van de landen in deze regio’s is dit risico aanwezig.
Vooral de burgeroorlogen in Libië en Syrië hebben geleid tot verhoogde risico's op geweld in deze regio. Verder leidden frustraties over het trage tempo van hervormingen na de Arabische Lente in de regio tot onrust. Zo is Egypte teruggekeerd in de categorie met het hoogste risico als gevolg van de aanhoudende civiele onrust, politieke instabiliteit en terrorisme.
Afrika De dreiging van politiek geweld nam afgelopen jaar in verschillende Afrikaanse landen af. Zimbabwe werd veiliger na een referendum dat een nieuwe grondwet goedkeurde en doordat de EU eerdere sancties opschortte. In Kenia, Angola, Sierra Leone en Ghana verliepen de verkiezingen relatief vreedzaam.
In Nigeria blijft het risico op terrorisme en politiek geweld ernstig als gevolg van protesten en terreurdreiging van Boko Haram, Ansaru en militanten in de Nigerdelta. De staatsgreep door rebellen in de Centraal-Afrikaanse Republiek in maart 2013 leidde tot een instabiele situatie, waardoor voor dat land het risico toenam van ‘hoog’ naar ‘ernstig’.
De overname van Mali door militante islamitische groeperingen in 2012 en de daaropvolgende Franse militaire operatie zorgden voor een toegenomen terreurdreiging tegen westerse belangen in de regio. Vanwege militaire steun voor Mali steeg het risicoprofiel voor Niger van ‘hoog’ naar ‘ernstig’.
Oost-Europa en Centraal Azië
In Turkije is er sprake van een vermindering van terroristisch geweld in de afgelopen maanden. In maart kondigde de PKK een wapenstilstand aan. De partij zou zich terugtrekken uit Turkije en zich verplaatsen naar Noord-Irak. Zolang gewapende PKK-militanten aanwezig zijn in Turkije, blijft de dreiging van terrorisme echter bestaan. Daarnaast is Turkije geconfronteerd met dreiging van het Revolutionair Volksbevrijdingsleger (DHKP-C), een links-extremistische groepering. Die pleegde een aantal succesvolle aanslagen in grote Turkse steden, onder meer op de Amerikaanse ambassade en het kantoor van de premier.
In veel Oost-Europese landen leidden bezuinigingsmaatregelen tot een risico op civiele onlusten. In Tsjechië, Roemenië, Bulgarije, Slovenië en Oekraïne vonden protesten plaats. Hoewel het aantal protesten tegen de regering in Rusland afnam, blijft ook daar het risico van civiele onlusten bestaan.
De dreiging van terrorisme in Oost-Europa blijft vooral ernstig in de noordelijke Kaukasus, waar de Russische autoriteiten strijden met islamitische opstandelingen.
Zuid-Azië
Het vertrek van de ISAF-troepen heeft in Afghanistan geleid tot een verschuiving van aanslagen van de Taliban op overheidsdoelen. In Pakistan is de Taliban opgerukt in het noordwesten tot aan Karachi.
Gewelddadige demonstraties tegen corruptie, religieuze vervolging en immuniteit van de staat leidden in Pakistan, India en Bangladesh tot een hoog risico van civiele onlusten. De recente protesten in Bangladesh over de slechte werkomstandigheden in fabrieken en de demonstraties in India rondom de verkrachting van een jonge vrouw bevestigen dit beeld.
Oost-Azië en Pacific
Langlopende territoriale conflicten in de Zuid- en Oost-Chinese zee liepen afgelopen jaar op, wat zorgde voor een onveranderd hoog risico in deze regio. Het risico op conflicten werd toegevoegd voor Japan.
Vreedzame verkiezingen in 2012 leidden tot een afgenomen risico in Oost-Timor en Papoea-Nieuw-Guinea.
Latijns-Amerika en het Caribisch gebied
Gewelddadige protesten en sabotage zijn toegenomen in Argentinië en hielden aan in Peru. Grote protesten in Chili, Panama, de Dominicaanse Republiek en Mexico zorgden in deze landen voor een aanhoudend hoog risicoprofiel.
Hoewel de dreiging van terrorisme in Latijns-Amerika gematigd blijft en de Colombiaanse regering gestart is met een nieuw vredesproces met de FARC, bestaat er nog altijd een hoge dreiging van terroristische aanslagen in Colombia. Door de aanwezigheid van actieve rebellen in Peru en Paraguay bleef in deze landen het risico op een terroristische aanslag respectievelijk ‘gemiddeld’ en ‘hoog’.
Venezuela en Honduras zijn uitzonderingen in deze regio als het gaat om politieke stabiliteit. Voor beide landen geldt een hoog risico op terrorisme en politiek geweld. Suriname heeft een hoger risicoprofiel gekregen door de toename van protesten tegen de regering en controverse rondom de amnestiewet en president Bouterse.
Australië en Nieuw-Zeeland
Australië en Nieuw-Zeeland behoren tot de meest stabiele westerse landen. In beide landen is het risico op terrorisme of politiek geweld evenals vorig jaar ‘verwaarloosbaar’.