16 april 2013 -
Er verschijnen steeds meer berichten over relatief jonge mensen met burn-out klachten. Vroeger waren jongeren tot 35 jaar nog de meest vitale werknemers van Nederland. Nu moeten ze collega`s van 35-44 jaar op dat punt laten voorgaan. Hebben jongeren het dan zoveel zwaarder in hun werk?
Een trendstudie op een omvangrijke database met werknemersenquêtes vanaf 1995 laat zien dat de omslag ongeveer tien jaar geleden plaatsvond en dat de oorzaken van het hogere burn-outrisico vooral buiten het werk gezocht moeten worden.
Psychisch vermoeid
Dat u van werken moe wordt is op zich niet erg. Als u tussendoor maar voldoende kunt uitrusten. Wie echter jaren onder stress werkt en tussendoor onvoldoende herstelt, raakt psychisch vermoeid. En dat kan een scala aan nare gevolgen hebben. Psychisch vermoeide mensen zijn bijvoorbeeld minder creatief in hun werk, zijn vaker betrokken bij ongelukken, zijn vatbaarder voor infectieziekten, krijgen vaker hart- en vaatziekten en hebben een grotere kans op burn-out.
Onderzoeksbureau SKB meet de mate van psychische vermoeidheid in de werkbelevingsonderzoeken die zij sinds 1995 verzorgt. De geanonimiseerde antwoorden van 1,2 miljoen respondenten zijn opgenomen in een landelijke databank. SKB gebruikt die om onderzochte bedrijven te benchmarken met sectorgenoten. Trendonderzoek op deze databank naar psychische vermoeidheid laat zien dat tussen 2000 en 2005 een omslag heeft plaatsgevonden. De jongeren zijn niet meer de vitaalste werknemers.
Jongeren versus ouderen
Het percentage psychische vermoeide werknemers van 35 jaar en ouder is in de periode 2000 - 2010 met vier tot vijf procent gedaald; dat van de jongste leeftijdsgroep is (vrijwel) gelijk gebleven. In de jaren voor de eeuwwisseling heeft de jongste leeftijdsgroep het laagste percentage psychische vermoeide werknemers. Tien jaar later is dat omgedraaid. Nu bevat de jongste leeftijdsgroep procentueel meer psychisch vermoeide werknemers dan de leeftijdsgroep daarboven.
SKB heeft onderzocht of er factoren in het werk zijn aan te wijzen die het hogere percentage psychisch vermoeide werknemers bij de jongste leeftijdsgroep (ten opzichte van de leeftijdsgroep daarboven) zouden kunnen verklaren. Dat blijkt echter niet het geval te zijn.
Oorzaken buiten het werk
Jongere werknemers ervaren de eisen die het werk aan hen stelt doorgaans als minder zwaar dan hun oudere collega`s. De hulp- en energiebronnen in het werk die er voor deze leeftijdsgroep toe doen, scoren ook gunstiger. Op grond van deze bevindingen concludeert SKB dat de oorzaken waarom meer jongere medewerkers psychisch vermoeid zijn dan hun tien jaar oudere collega`s, buiten het werk gezocht moeten worden.
Ik zal geenszins beweren het ei van Columbus gevonden te hebben, maar het zou heel goed te maken kunnen hebben met de hoeveelheid prikkels die je dagelijks te verwerken krijgt. Wat ik zie: oudere werknemers maken zich dagelijks met name druk om de 'zakelijk gangbare' communicatiemethoden, terwijl jongere werknemers er heel anders in staan.
Wat ik ook om me heen zie met jongere mensen (zoals ikzelf) is dat je te maken hebt met telefoon, e-mail, post, SMS, Facebook, WhatsApp, et cetera. Het klinkt wat cru, maar het zijn allemaal manieren om iemand 'lastig te vallen'. En het resultaat is dat je dus dagelijks heel vaak lastig gevallen wordt, ook als het niet uitkomt.
Als je al kijkt naar de insteek van social media: waar ben je, wat doe je, waarom doe je het, vind je het leuk, vinden anderen het leuk, heb je er een foto van, ging je samen met iemand of ging je alleen... het klinkt raar, maar veel mensen voelen de behoefte of zelfs verplichting om al die dingen te delen.
Het 'altijd online' en dus 'altijd bereikbaar' is soms helemaal niet zo goed voor je. Soms moet je gewoon een moment van radiostilte en rust hebben. Ik denk dat juist de leeftijdsgroep 35+ het belang daarvan heel goed begrijpt, terwijl de jongere generatie nog te graag alles tegelijk doet en door wil gaan tot ze erbij neervallen.
Zelf heb ik besloten dat Facebook iets is voor één a twee keer in de week. Zodra je er heel actief mee bezig bent wordt er namelijk ook activiteit van je verwacht; ook als het jou niet uitkomt. Dat is gewoon groepsdruk op het internet. Aan de ene kant de succesformule van social media, aan de andere kant een sloopkogel voor je échte sociale leven en je dagelijks functioneren.
Ik ben zelf een tijd heel moe en futloos geweest. Mijn eigen therapie werkt prima: veel minder Facebook, veel minder Twitter, veel minder WhatsApp... als er wat is, kan je me altijd bellen en/of even langskomen. En ja: de rust is wedergekeerd, ik voel me beter en ben veel productiever.
Zou het ook niet een groot deel te maken hebben met mentaliteit en opvoeding. De nieuwe generatie is veel softer opgevoed, als je niet lekker bent blijf maar thuis, als je sport een keer niet leuk vindt probeer maar wat anders. Ook scholen creëren een 6-jes mentaliteit wat je met name merkt wanneer studenten op stage gaan en in je bedrijf stage komen lopen. Ze mogen geen uur teveel werken en stagiaires geven het veel vaker op dan vroeger. Ze zijn altijd moe en tonen geen enkel enthousiasme (uiteraard de positieve uitzonderingen - die er gelukkig ook zijn - daargelaten) Scholen en begeleiders gaan hierin mee ipv studenten klaar te stomen voor de echte wereld.
De hoeveelheid prikkels is (zoals mijn voorganger beschreef) wellicht debet aan het verhaal. Een oplossing zou kunnen zijn om op scholen daar aandacht aan te geven hoe je grote hoeveelheden communicatie kunt verwerken. Als 48-jarige zit ik op alle social media, heb minstens 300 mails per dag - maar met de juiste aanpak kun je daar prima mee omgaan. Een aanrader hierbij is het PEP boek - Personal Efficiency Programme wat je leert zaken veel sneller af te handelen.
Goede aanvulling Janneke en Edwin, ik denk dat het een combinatie is van mentaliteit en opvoeding en het altijd online zijn en bang zijn om iets te missen.