5 april 2013 -
Financial Fair Play (FFP), een initiatief van de UEFA dat het financiële wanbeleid in de voetbalwereld aan banden moet leggen, voldoet nog onvoldoende aan haar doelstellingen. Dit blijkt uit een analyse van het FFP systeem en de impact hiervan op een groot aantal Europese topclubs door Roland Berger Strategy Consultants.
Vanaf komend seizoen zijn alle voetbalclubs in de Europese competities verplicht zich te houden aan de FFP regels, om hun financiële gezondheid te waarborgen. De UEFA presenteerde Financial Fair Play in 2009. Sinds de introductie van dit systeem hebben verschillende clubs zich gedwongen gezien maatregelen te nemen. Zo werden in Italië grootverdieners verkocht (onder meer Zlatan en Thiago Silva bij AC Milan en Sneijder bij Internazionale) om inkomsten te genereren en het salarishuis van de desbetreffende clubs te verlagen. Recent kondigde Manchester City aan eerst spelers te moeten verkopen alvorens nieuw talent aan te kunnen trekken.
Nog geen wondermiddel
Toch is de impact van Financial Fair Play nog beperkt. Hoewel 19 van de 25 door Roland Berger onderzochte Europese topclubs voldoen aan de eisen van FFP, zijn lang niet alle clubs financieel gezond. "FFP is een stap voorwaarts, maar het systeem kent gebreken," vertelt Mark de Jonge, partner bij Roland Berger in Nederland. "De definities en het toegestane begrotingstekort in de eerste jaren vertekenen het beeld van de werkelijke financiële situatie," vult Maarten van der Kwaak, consultant bij Roland Berger, aan. "Zo werd het verlies van Chelsea van 77 miljoen euro over het seizoen 2010-2011 door FFP correcties op papier gereduceerd tot dertien miljoen, waarmee het binnen de door de UEFA gestelde grenzen bleef."
Gebreken systeem Financial Fair Play schiet volgens Roland Berger in de huidige vorm op vier fronten tekort. Naast de inconsistenties in het systeem behoeft de beperkte scope van FFP aandacht. FFP legt de nadruk op de resultaatrekening van clubs en neemt de balans zeer beperkt in beschouwing. Bovendien wordt de kloof tussen de top en subtop door FFP vergroot, een gevolg dat ook door de UEFA niet uitgesloten wordt. Aangezien inkomsten en sportieve prestaties aan elkaar gerelateerd zijn, blijven de grote clubs succesvol. De inkomsten die ze met dit succes kunnen genereren uit bijvoorbeeld de Champions League, ticketverkoop en sponsoring, zorgen dat een vicieuze cirkel ontstaat. Ten slotte, het beloningsverschil tussen de Champions League en de Europa League zorgt ervoor dat clubs grote risico's nemen om het kampioenenbal te halen. "Zolang deelname aan de Champions League zo veel lucratiever is en zo bepalend voor de inkomsten uit kaartverkoop, sponsoring en merchandising, zullen veel clubs nog steeds worden verleid tot en beloond voor het nemen van onverantwoordelijke financiële risico’s," zegt De Jonge.
Aanpassen regelgeving
"De UEFA zet een goede stap, maar moet nu doorpakken," adviseert De Jonge. "Om geloofwaardig te zijn moet zij ingrijpen en op korte termijn de consistentie en scope van Financial Fair Play vergroten." Als de UEFA het voetbal ook echt competitiever wil maken is dat echter niet genoeg. De Jonge: "Dan zal de UEFA andere maatregelen moeten overwegen, zoals het verkleinen van het financiële gat tussen Champions League en Europa League of het introduceren vaneen 6+5-regel, waarbij zes zelfopgeleide spelers opgesteld moeten worden. Een andere optie is de introductie van elementen uit het Amerikaanse franchisesysteem, zoals een ‘draft’, waarbij de minst presterende teams uit het voorgaande seizoen als eerste de mogelijkheid krijgen een speler uit de nieuwe lichting te contracteren. Dat gaat echter veel verder en vereist een gezamenlijk inzet van de UEFA, de clubs en de Europese commissie."