Nederlander spreekt bijna net zo goed Engels als Zweed
27 maart 2013 -
Wie dacht dat Nederlanders alleen steenkolen-Engels spreken, heeft het mis. Uit de door EF Education First samengestelde EF English Proficiency Index (EPI, de eerste internationale ranglijst voor Engelse taalvaardigheid) blijkt dat Nederland wereldwijd op nummer drie staat van de 54 geteste niet-Engelstalige landen. Alleen de Zweden en de Denen spreken beter Engels.
Onderaan de lijst staan landen als Saoedi-Arabië, Thailand en Libië.
Verschillen
Behalve naar de Engelse taalvaardigheid werd per land ook gekeken naar verschillen in taalvaardigheid tussen mannen en vrouwen, leeftijdscategorieën en beroepsgroepen. Opvallend is dat Nederland - waar meer dan 5000 mensen aan het onderzoek deelnamen - het enige land is waar mannen en vrouwen even goed Engels spreken; respectievelijk met gemiddelde testscores van 66.33 procent en 66.31 procent. In vrijwel alle andere landen hebben vrouwen een voorsprong op de mannen.
Young professionals
De zogenoemde young professionals (25 tot 35 jaar) spreken van alle leeftijdsgroepen het beste Engels. En dus niet jongeren die net van school komen. "Young professionals hebben al een paar jaar werkervaring en ondervinden aan den lijve dat goed Engels hard nodig is om mee te kunnen komen. Het Engels spreken door jongeren die net van de middelbare school af zijn is daarentegen vaak nog niet van voldoende niveau voor een studie of carrière", aldus Petra Cubretovic van EF Education First. Bij de veertigplussers neemt de Engelse taalvaardigheid wereldwijd weer snel af. Deze generatie groeide op in een tijd waarin de Engelse taal op school en in het werk niet zo belangrijk was en heeft de jongere generaties nooit meer in kunnen halen.
Welvaart
Zowel individueel als op nationaal niveau is er een sterk verband tussen de Engelse taalvaardigheid en de welvaart. Op individueel niveau blijkt dat over het algemeen het inkomen stijgt naarmate de taalvaardigheid omhoog gaat. Op nationaal niveau is dit verband nog veel duidelijker. "Onze index laat zien dat hoge Engelse taalvaardigheid hand in hand gaat met meer export, meer innovatie en een hoger bruto nationaal product. Het belang van het goed spreken van de eerste wereldtaal is daarmee aangetoond," aldus Cubretovic.
Internationale focus
Vooral beroepsgroepen met een sterke internationale focus spreken een goed woordje over de grens. Op een staat de reis- en toeristenbranche, op twee de consulting en op drie de telecommunicatie. Werknemers in sectoren die vooral nationaal opereren, zoals de publieke sector en de detailhandel, spreken het minst goed Engels.