Gemiddelde cijfer bij afstuderen voorspelt salaris
19 maart 2013 -
Het gemiddelde cijfer van afgestudeerden in de bedrijfswetenschappen blijkt een goede voorspeller van het maandsalaris 1,5 jaar na het afstuderen. Studenten die denken dat ‘het papiertje’ op zich voldoende is, maken dus een denkfout. Dat blijkt uit het promotieonderzoek ‘Understanding the gap between business schools and the workplace’ van Monique Bijker.
Ze verdedigt haar proefschrift op 22 maart 2013 bij de Open Universiteit in Heerlen.
Zesjescultuur
In haar onderzoeksproject analyseerde Bijker de voorbereiding van studenten in de bedrijfskunde op de eisen van de arbeidsmarkt. Het aansluitingsprobleem werd benaderd vanuit het perspectief van werkgevers, alumni, en van bedrijfskundestudenten in de laatste fase van hun master, net voor hun afstuderen. Bijker keek onder andere naar het salaris dat afgestudeerden na 1,5 verdienden. Hogere cijfers op de eindlijst bleken een goede voorspeller van het latere maandsalaris: hoe hoger het cijfer op de eindlijst, hoe hoger het salaris na 1,5 jaar.
Onvoldoende aansluiting
Bijker keek ook naar het vermogen van studenten en afgestudeerden om realistische problemen op te lossen. Uit deze analyse bleek dat een hoger gemiddeld cijfer geen afspiegeling is van het vermogen om realistische problemen op te lossen. Afgestudeerden bedrijfskunde rapporteerden zelf ook een gebrek aan aansluiting tussen de competenties die ze in de opleidingen hebben verworven en de competenties die werkgevers van hen verwachten. Ze signaleerden dat ze onvoldoende scoorden op kennis van bedrijfskunde, het leren van nieuwe dingen, logisch redeneren en productief samenwerken.
Mannen en vrouwen
Bijker keek ook naar de verschillen tussen mannen en vrouwen bij afgestudeerde bedrijfskundigen. Haar onderzoek bevestigde het gegeven dat net afgestudeerde vrouwen minder kans hebben op een baan op hun eigen opleidingsniveau dan mannen. Verder bleek dat mannen van begin af aan een hoger salaris krijgen dan vrouwen en dat mannen vaker geselecteerd worden voor follow-up trainingen.