12 maart 2013 -
Voor veel beleggers is alleen al de gedachte aan Japan als rolmodel lachwekkend. Toch zouden Europese beleggers veel baat kunnen hebben bij een studie naar het markteffect van demografische ontwikkelingen en beleidsmaatregelen in Japan. Ten slotte is Europa de volgende regio waar de gevolgen van een vergrijzende bevolking zich laten voelen. Wat kunnen we leren van de Japanse ervaringen? Ad van Tiggelen, Investment Manager bij ING, vertelt.
Van Tiggelen: "Bijna een jaar geleden schreef ik ook over dit onderwerp. Toen merkte ik op dat de snel vergrijzende bevolking en het relatief behoudende centrale bankbeleid van zowel Japan als de eurozone de obligatierente in deze regio's waarschijnlijk lang laag zou houden. Ook concludeerde ik dat in beide regio's aandelen van mondiaal gediversifieerde bedrijven met een defensief bedrijfsmodel vermoedelijk beter zouden presteren dan bedrijven die zich op binnenlandse markt richten. In dat opzicht is het aardig om te zien dat de best presterende sectoren in de Europese aandelenmarkten over de afgelopen twaalf maanden farmacie en drank/voeding/tabak waren. De performance over één jaar zegt weliswaar weinig, maar dit past wel in een trend die zich heel goed zou kunnen voortzetten op de lange termijn. Duurzame winstgroei wordt immers een schaars goed in een ontwikkelde wereld met een lage nominale BBP-groei."
Historische ontwikkelingen
De historische ontwikkelingen in Japan ondersteunen deze visie, stelt Van Tiggelen. "Sinds 1993 heeft een index van grote Japanse niet-financiële aandelen, waaronder alle belangrijke exportbedrijven, het aanzienlijk beter gedaan dan de brede Nikkei-index. In feite zouden beleggingen in Japanse exporteurs in die periode van twintig jaar een positief absoluut rendement hebben gegenereerd, ook al is de Nikkei-index in diezelfde periode met 30 procent gedaald. Als je erover nadenkt, is het heel logisch. Het is lonend te beleggen in bedrijven die exporteren naar de VS en opkomende markten, waar de bevolking jonger is en – in bepaalde gevallen – de centrale banken eerder bereid zijn om geld bij te drukken. Een jongere bevolking moet nog investeren in nieuwe huizen, auto's, enzovoort, terwijl een oudere bevolking meer geneigd is te sparen, bang voor een uitholling van de pensioenregelingen."
Verschillen tussen Japan en de eurozone
Natuurlijk zijn er ook grote verschillen tussen Japan en de eurozone, vervolgt Van Tiggelen. Eén daarvan is het gebrek aan homogeniteit in de eurozone. "Terwijl het Duitsland economisch voor de wind gaat, is Cyprus bijna bankroet. En waar Spanje en Griekenland weer langzaam aan concurrentievermogen lijken te winnen, doet Italië met het verkiezingsresultaat een stap terug in de tijd. Tot nu toe speelt de ECB in deze lappendeken een cruciale rol door zichzelf als ‘lender of last resort’ te positioneren, als de lijm die de eurozone bij elkaar houdt. Maar zal deze rol als 'vangnet' voldoende blijken te zijn?"
In dat verband is het interessant om onze blik weer op Japan te richten, waar onder het nieuwe leiderschap de centrale bank de deflatie wil gaan bestrijden door middel van een royaal gebruik van de geldpers, wat een duidelijke breuk met het verleden betekent. Van Tiggelen: "Anders dan Japan kennen we in de eurozone nog steeds inflatie. Tegenwoordig is deze inflatie grotendeels het gevolg van belastingverhogingen door bezuinigende overheden. Dit is waarschijnlijk een tijdelijk verschijnsel, omdat je de btw niet elk jaar kunt verhogen. De inflatie van de eurozone is onlangs al gedaald tot 1,8 procent. Een verdere daling is zeer waarschijnlijk. De vraagt werpt zich op: zal Japan ook in dit opzicht een 'rolmodel' worden? Zal de ECB meer moeten doen om de economie te stimuleren? We zouden zeker niet verbaasd zijn als dat het geval zou zijn."