Invloed op werkrooster draagt bij aan betere bedrijfsvoering
6 maart 2013 -
Meer dan een vijfde van de werkende Nederlanders heeft niet of nauwelijks invloed op het werkrooster. Bovendien is bijna een kwart ontevreden over de mogelijkheden om dit te beïnvloeden. Het gebrek aan mogelijkheden om persoonlijke voorkeuren kenbaar te maken, heeft volgens werkend Nederland negatieve gevolgen voor de efficiency van organisaties.
Zo is ruim 65 procent van de werknemers ervan overtuigd dat de bedrijfsvoering verbetert als werkgevers vaker tegemoetkomen aan hun wensen. Dit concludeert Paralax in een onderzoek dat zij liet verrichten naar de behoefte aan professionele planningssoftware.
Niet betrokken bij planning
Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders in loondienst niet wordt betrokken bij de planning van werkzaamheden of het vaststellen van dienstroosters. Werkgevers die wel rekening houden met de voorkeuren van medewerkers slagen er volgens hen beter in de efficiency van de bedrijfsvoering te vergroten. Een gespecialiseerd roosterpakket, dat participerend plannen mogelijk maakt, biedt hiervoor mogelijkheden. Nog geen kwart van de organisaties maakt hiervan echter gebruik. Dat is een gemiste kans, volgens Rob Buikema, CEO van Paralax. "De ervaring leert dat de kwaliteit van de planning en daarmee het bedrijfsresultaat verbetert door de inzet van professionele roosterpakketten. Er wordt sneller en beter geanticipeerd op wijzigingen in de personeelsbehoefte op lange en korte termijn. Doordat medewerkers een rooster krijgen dat goed aansluit op hun privéleven stijgt de medewerkerstevredenheid. Tevreden medewerkers zijn productiever, melden zich minder vaak ziek kiezen minder snel voor een andere werkgever. Met als resultaat lagere kosten en een hogere kwaliteit van diensten of producten."
Weinig invloed op werktijden
Ruim een op de vijf personen heeft bij het vaststellen van het werkrooster geen enkele vinger in de pap. Voor meer dan een kwart geldt dat zij zijn gebonden aan vaste afspraken met hun werkgever. Bijna een kwart van de werknemers is dan ook niet te spreken over het gebrek aan inspraak op hun rooster. Dat de onvrede onder een grote groep werknemers groot is en soms zelfs tot frustratie en wantrouwen leidt, blijkt uit het feit dat ruim een kwart vermoedt dat andere collega’s in het roosterbeleid een voorkeursbehandeling krijgen.
Grote behoefte aan flexibiliteit
Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijna een derde van de werkende Nederlanders aangeeft meer invloed te willen uitoefenen op de totstandkoming van het rooster. Voor ruim zes op de tien mensen geldt dat zij meer tevreden zouden zijn als zij hierop meer invloed kunnen uitoefenen. Meer dan een vijfde benadrukt dan ook dat zij vaker betrokken willen zijn bij het vaststellen van het rooster. Negentien procent wil hun wensen het liefste kenbaar maken vóórdat het werkrooster wordt ingevuld; bijna een kwart wil ook over deze mogelijkheid beschikken nadat dit is gebeurd.