Opleiding HBO-Rechten succesvol, werkveld moet nog wennen
8 januari 2013 -
Afgestudeerden van de opleiding HBO-Rechten zijn over het algemeen tevreden over de aansluiting van de opleiding met de beroepspraktijk. Opmerkelijk is dat degenen die na hun opleiding direct zijn gaan werken, vooral werkzaam zijn buiten het klassieke juridische werkveld. Een carrière binnen het klassieke juridische werkveld, bijvoorbeeld in de advocatuur of het notariaat, komt minder vaak voor.
Veel afgestudeerden kiezen voor een academische vervolgopleiding. Dit concludeert Suzanne de Rooij in haar proefschrift over de positionering van hbo-juristen in de wereld van klassieke juridische beroepen. Op 11 januari 2013 hoopt zij op dit onderwerp te promoveren aan de Open Universiteit.
Onderzoek Nederland kent sinds 2002 een opleiding HBO-Rechten. Deze praktijkgerichte brede juridische opleiding werd ingevoerd mede als gevolg van de juridisering van de samenleving en de invoering van de bachelor-masterstructuur in Nederland. Na onderzoek bestond de indruk dat er vanuit de arbeidsmarkt behoefte zou bestaan aan juridisch geschoolde hbo’ers. Suzanne de Rooij heeft een evaluatieonderzoek uitgevoerd onder de eerste lichtingen afgestudeerde hbo-juristen. Uit haar onderzoek blijkt onder meer dat de opleiding in beginsel voldoet aan de doelstelling om ‘hands-on’ juristen af te leveren. De afgestudeerden zijn tevreden over de opleiding en over de aansluiting tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Toch kiezen er veel voor een vervolgopleiding op academisch niveau.
Juridisch werkveld
De Rooij: "Opmerkelijk is dat de hbo-juristen die wel meteen na de opleiding zijn gaan werken vooral aan de slag gingen buiten het klassieke juridische werkveld, bijvoorbeeld bij gemeenten en rechtsbijstandverzekeraars. Het klassieke juridische werkveld zoals advocatenkantoren, notariskantoren en rechtbanken maakt in mindere mate gebruik van de mogelijkheden van hbo-juristen. Mogelijke verklaringen zijn gelegen in het conservatisme, de tradities en de cultuur binnen de klassieke juridische beroepen, het nog niet volledig gebruikmaken van de mogelijkheden om taken en verantwoordelijkheden te splitsen naar verschillende opleidingniveaus (met name in de advocatuur), de economische crisis en de onbekendheid met de HBO-Rechtenopleiding. Maar ook de onbekendheid van de hbo-juristen met het eigen (werk)profiel lijkt een oorzaak." De Rooij adviseert hogescholen dan ook om het ‘merk’ van de hbo-jurist te versterken door in hun HBO-Rechtenopleiding de minoren verder af te stemmen met het werkveld op de verschillende rollen die de hbo-jurist kan verrichten.