Hedgefondsbeleggers zien steeds minder de voordelen van regulering
21 november 2012 -
Ondanks de toegenomen regulering van hedgefondsen is slechts tien procent van de beleggers van mening dat hun belangen daardoor op effectieve wijze worden beschermd. Daarnaast geeft 85 procent aan dat een dergelijke regulering de volgende financiële crisis niet helpt voorkomen.
Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Ernst & Young naar de wereldwijde hedgefondsmarkt dat vandaag tijdens het jaarlijkse Hedge Fund Symposium in Wassenaar wordt gepresenteerd. Het onderzoeksrapport betreft een vergelijking van de meningen van 100 hedgefondsbeheerders met een gezamenlijk beheerd vermogen van ruim USD 710 miljard en 50 institutionele beleggers die samen ruim USD 190 miljard hebben belegd in hedgefondsen.
Vraagtekens
Remco Bleijs, verantwoordelijk voor de Hedge Fund groep van Ernst & Young in Nederland: "Uit onze bevindingen komt naar voren dat regulering van hedgefondsen de beleggers niet ten goede komt. In overgrote meerderheid zetten zij hun vraagtekens bij het doel en de wildgroei ervan. Voor hedgefonds beheerders kan het zeker nuttig zijn om op constructieve wijze met toezichthouders in contact te blijven, zodat ze zich nog beter kunnen richten op hun hoofddoel: financiële stabiliteit. Dat is beter dan nog meer kostbare of onnodige eisen opleggen die beleggers van weinig nut vinden."
Naleving van regelgeving Om de uiteenlopende regelgeving goed te begrijpen en eraan te voldoen, dienen fondsbeheerders tijd en middelen vrij te maken. Nu al constateren fondsbeheerders dat de regelgeving tot kostenverhoging leidt, doordat compliancefuncties moeten worden uitgebreid (34 procent), evenals de technologie die voor verslaggeving nodig is (zeventien procent). Voor beleggers komen deze kosten weliswaar niet onverwacht, maar zij vrezen dat ze aan de fondsen worden doorberekend. Bleijs:"Doordat over de hele linie de kosten stijgen, waaronder kosten in verband met regelgeving, zijn toetredingsbelemmeringen ontstaan en worden fondsen samengevoegd die niet over de middelen beschikken om de benodigde dure infrastructuur te bekostigen. Waarschijnlijk gaat deze trend nog wel even door."
Beloning
Sinds 2010 is er weinig verbetering te bespeuren in de mate waarin beleggers en hedgefondsbeheerders het eens zijn over de afstemming van de beloning op de risico’s en de resultaten. Uit dit zelfde onderzoek in 2010 blijkt dat 94 procent van de fondsbeheerders dat de risico’s en resultaten op effectieve wijze op de doelstellingen van de beleggers waren afgestemd, terwijl 50 procent van de beleggers die mening was toegedaan. In 2012 geeft 87 procent van de fondsbeheerders aan dat dit het geval is, terwijl slechts 42 procent van de beleggers zich daarin kan vinden. Verder geeft ruim twee derde van de fondsbeheerders aan dat de eigen beloningsstructuur de afgelopen drie jaar niet is veranderd. Slechts veertien procent meldt minder in geld uitbetaald te krijgen en maar tien procent geeft aan dat er voor de eigen beloning een langere wachtperiode geldt.
Selectiecriteria en uittredingen
De behaalde resultaten spelen voor beleggers bij de keuze van een fondsbeheerder altijd een belangrijke rol, maar die vormen niet altijd een belemmering om te beleggen. Uit het onderzoek blijkt dat beleggers als de drie belangrijkste aanvankelijke beoordelingscriteria het beleggingsteam (82 procent), het risicomanagement (70 procent) en de beleggingsfilosofie (66 procent) noemen. Dit wijst erop dat voor beleggers bij de aanvankelijke keuze het vertrouwen dat fondsbeheerders in de toekomst voor solide rendementen kunnen zorgen zwaarder weegt dan de daadwerkelijk in het verleden behaalde resultaten. Fondsbeheerders zien in overgrote meerderheid (86 procent) de resultaten als de hoofdoorzaak voor uittredingen. Beleggers beschouwen resultaten weliswaar ook als belangrijk (86 procent), maar een bijna even groot deel (84 procent) is geneigd zijn vermogen elders onder te brengen naar aanleiding van belangrijke personele wijzigingen. Hieruit blijkt eens te meer dat het hier een ‘menselijke’ sector betreft.
Investeringen, beheervergoedingen en kosten
Bijna twee van de drie hedgefondsen heeft de bezetting van de front office uitgebreid, of gaat dat binnenkort doen, om de groei van het vermogen en de uitbreiding van nieuwe strategieën op te vangen. Een aantal hedgefondsbeheerders geeft aan dat de werving uit opportunisme voortkomt, voornamelijk vanwege de commotie bij banken. Verder vergroot bijna 45 procent van de hedgefondsen de bezetting van ondersteunende functies (middle office, back office, risicomanagement en juridische zaken/compliance) naar aanleiding van de verwachte groei, de roep onder cliënten om transparantie en de toegenomen regeldruk. Daarnaast investeert ruim de helft van de fondsbeheerders in technologie ten behoeve van risicomanagement, compliance en beleggingsbeheersystemen. Twee derde van de beleggers is van mening dat hun fondsbeheerders moeten investeren in technologie voor risicomanagement en bijna 60 procent geeft aan dat uitgaven voor beleggingsbeheersystemen noodzakelijk zijn.
Meer transparantie
Beleggers verlangen meer transparantie van hun fondsbeheerders, maar willen wel dat de kosten daarvan door de hedgefondsen zelf worden gedragen. Meer dan de helft van de beleggers vindt het echter onaanvaardbaar wanneer fondsbeheerders de kosten van een verzekering voor bestuurdersaansprakelijkheid aan het fonds doorbelasten, en ongeveer de helft vindt hetzelfde van de kosten van het voldoen aan de regelgeving.
Kosten
Verder zijn fondsbeheerders en beleggers het oneens over de vraag wie opdraait voor de kosten van bijvoorbeeld het controleren van de werkzaamheden van de onafhankelijke administrateur (‘shadowing’). Hoewel bijna 90 procent van de hedgefondsen aan ‘shadowing’ doet en vrijwel alle beleggers dat van essentieel belang vinden voor een nauwkeurige waardering en verslaggeving, is slechts de helft van hen van mening dat de potentiële kosten aan de fondsen moeten worden doorbelast. "Er is nog steeds sprake van een verschil tussen de kosten die doorgaans ten laste van de fondsen komen en de kosten waarvan beleggers vinden dat deze ze dienen te dragen," aldus Bleijs. "Toch is het bemoedigend om te zien dat er nu een grotere mate van overeenstemming bestaat over investeringen en op welke gebieden binnen het fonds die moeten plaatsvinden."