Grote inkomensverschillen mannelijke en vrouwelijke HR-professional
10 oktober 2012 -
Er bestaan grote beloningsverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke HR-professionals. Zo verdient een vrouwelijke HR-Directeur gemiddeld 25.800 euro minder op jaarbasis dan haar mannelijke evenknie. Een vrouwelijke medewerker personeelszaken moet het met 23 procent minder salaris doen. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek ‘HR Trends 2012-2013’ van ADP Nederland, Berenschot en Performa Uitgeverij onder 1.100 Nederlandse HR-professionals.
Mannelijke HR-professionals verdienen gemiddeld 65.000 euro per jaar, vrouwen gemiddeld 54.000 euro. De verschillen zijn ook terug te zien in aanvullende beloningen. Zo hebben meer mannen (35 procent) dan vrouwen (achttien procent) een auto van de zaak en maken mannen vaker aanspraak op een bonus of winstuitkering. "Deze verschillen zijn enigszins te verklaren door de leeftijd en werkervaring. Dat ligt bij mannen doorgaans wat hoger," zegt Hans van der Spek, Manager Kenniscentrum HRM bij Berenschot. "Het is lastig om de precieze reden te achterhalen. We kunnen in ieder geval uitsluiten dat de verschillen worden veroorzaakt door full- of parttime werken. Dat hebben we bij de berekening gecorrigeerd. Ook maakt de branche waarin mannen en vrouwen werkzaam zijn geen verschil."
De beloning van HR-professionals is in 2012 slechts licht gestegen ten opzichte van 2011: gemiddeld met 2,4 procent. Deze stijging ligt aanmerkelijk lager dan de 3,6 procent die vooraf werd gedacht. Een klein deel (drie procent) van de HR-professionals kreeg te maken met een salarisdaling. De verwachtingen voor komend jaar zijn ook niet hooggespannen. HR-professionals verwachten er gemiddeld 1,5 procent op vooruit te gaan. Meer dan de helft (53 procent) denkt dat zijn of haar salaris gelijk blijft. Een promotie zit er op de korte termijn niet in, denkt 80 procent van de ondervraagden.
Functieverzwaring HR-professional Het salaris van de HR-professional lijkt niet mee te groeien met het takenpakket. HR-professionals ervaren namelijk een toenemende werkdruk. Hun functie wordt zwaarder, verwacht 68 procent, en het takenpakket wordt uitgebreid. Zij geven aan dat ze vooral veranderingen tegemoet zien in uitvoerende taken. Momenteel houden HR-professionals zich met name bezig met personeelsmanagement (91 procent), aanname en ontslag (88 procent), arbeidsverzuim & re-integratie (88 procent) en het verzorgen van de personeelsadministratie (83 procent).
Gemiddeld is een HR-professional 4,6 jaar werkzaam in de huidige functie. Bijna 80 procent van de HR-professionals geeft aan niet van plan te zijn om de komende twee jaar van baan te veranderen. Dit aantal is sinds 2009 nog niet zo hoog geweest. Van de HR-professionals die wel van plan zijn van baan te veranderen, is 40 procent niet actief aan het solliciteren. "HR-professionals blijven nu vooral zitten waar ze zitten. Het lijkt erop dat zij door de economische crisis gaan voor de zekerheid van een vast contract," zegt Van der Spek.
Interne focus
Organisaties leggen ten opzichte van 2011 hun focus meer op intern personeelsbeleid, en dan met name gericht op het behoud en de ontwikkeling van bestaand personeel. De aanpak van arbeidsverzuim en re-integratie, het ontwikkelen van belonings- en functioneringsgesprekken en het opzetten van een nieuw opleidingsbeleid zijn thema’s die meer aandacht hebben gekregen. Dit ging ten koste van extern gerichte zaken zoals arbeidsmarktcommunicatie. Het lijkt erop dat HR-afdelingen vooral veel energie steken in het maximaal benutten van het huidige personeelsbestand.
Volgens Van der Spek maken de HR-professionals een spagaat: "De interne focus lijkt ingegeven door kostenreductie en de huidige situatie op de arbeidsmarkt, maar aan de andere kant verwacht bijna 30 procent van de respondenten in 2013 problemen te ervaren bij de werving en selectie als gevolg van schaarste. Ook geeft 62 procent van de HR-professionals aan dat het wenselijk zou zijn dat ook het management zich bewust is van de te verwachten terugkeer van de krapte op de arbeidsmarkt. Minder dan de helft (44 procent) zegt dat het management zich daar ook daadwerkelijk van bewust is."