‘Energiebesparing moet gestalte krijgen in de boardroom’
8 oktober 2012 -
Energiebesparing raakt alle facetten van een organisatie en is voor veel bedrijven meer dan alleen een kostenoperatie. Marcel Spijkers, Algemeen Directeur van Schneider Electric, is dan ook verbaasd dat zo weinig topmanagers zich op het onderwerp richten: energiebesparing en -management hoort thuis in de boardroom. Dat gebeurt tot nu toe veel te weinig.
Veel bedrijven starten met energiebesparing uit kostenoogpunt. Een gemiddeld utiliteitsgebouw kan al snel en met relatief lage investeringen tien tot 30 procent op het verbruik besparen. Maar besparingen worden minstens zo vaak ingezet om een duurzaam imago naar stakeholders te creëren. De duurzaamheidsvisie is van directe invloed op het imago van een bedrijf en dus op de manier waarop een organisatie zich onderscheidt ten opzichte van de concurrentie. "Bedrijven hebben behoefte aan een visionair aan het roer, die met een duidelijke visie op duurzaamheid en energiebesparing leiding kan geven aan het bedrijf." Spijkers noemt hierbij als succesvol voorbeeld vastgoedontwikkelaar OVG. "Dat bedrijf doet het fantastisch goed in een bouwsector die verder buigt onder de crisis. Ze hebben dit voor elkaar gekregen door zich zowel in- als extern te richten op duurzaamheid.
Versnippering van verantwoordelijkheden
Tal van onderzoeken hebben inmiddels al vastgesteld dat duurzaamheid kosten en imagovoordelen oplevert. Daarnaast werkt duurzaamheid positief voor de concurrentiepositie van organisaties. Maar om het beste uit energiemanagement te halen, is regievoering absoluut noodzakelijk. Informatie is immers vaak versnipperd over meerdere afdelingen vastgelegd en lastig te centraliseren. Spijkers: "Een visie op energiebesparing moet daarom altijd gepaard gaan met een duidelijke strategie voor het nemen van verantwoordelijkheden. Zie hier de reden waarom energiemanagement in mijn ogen bij het topmanagement hoort te liggen."
De realiteit wijst uit dat tal van organisaties hun doelstellingen op het gebied van duurzaamheid niet halen. "Het ontbreken van regie is volgens mij één van de redenen," stelt Spijkers. "Het verminderen van energieverbruik vraagt om een langetermijnvisie, die je alleen van managers kunt verwachten. Organisaties moeten een holistische visie hebben op het verbruik van het hele gebouw en moeten voortdurend meten en monitoren. Dan pas weten bedrijven waar hun zwakke plekken liggen en kunnen ze de afweging maken of bepaalde investeringen zich ook snel genoeg terugbetalen. Het mag duidelijk zijn dat het maken van deze afwegingen bij de directie hoort te liggen. Want zolang meerdere medewerkers binnen een bedrijf verantwoordelijk zijn - of dat nu de facilitair manager, financieel manager of ICT-manager is - blijft de versnipperde informatie lastig te analyseren. Hoe kunt u dan beslissen of nieuwe maatregelen lonend zijn?"
Naar de praktijk
Veel bedrijven willen verduurzamen, maar hebben geen idee hoe ze dit moeten aanpakken. De stap van wens naar uitvoering heeft voor veel bedrijven een hoge drempel. Er is veel onwetendheid in de markt over de mogelijkheden die systemen bieden en wat hun ROI is. Zo hebben veel bedrijven het idee dat energiebesparingsmaatregelen ingewikkeld en duur zijn. Bedrijven die meerdere systemen in huis hebben, kunnen de beschikbare informatie namelijk vaak niet koppelen omdat die systemen niet met elkaar kunnen praten. Maar de techniek is inmiddels vergevorderd. Systemen van verschillende fabrikaten kunnen nu aan elkaar worden gekoppeld met behulp van software. Dat maakt het veel eenvoudiger om een energiemanagementsysteem te implementeren tegen lagere kosten.
Verbetering van de concurrentiepostie, verbetering van imago en kostenbesparing. Het zijn wezenlijke argumenten voor topmanagers om energiemanagement bovenaan de agenda te zetten, aldus Spijkers. "En u zult zien: binnen een paar jaar maakt het onderdeel uit van ieder businessplan."