Corporatiebestuurder met verworven rechten moet zich aan code houden
10 september 2012 -
"Ik ken vele corporatiebestuurders die zich, gestimuleerd door de raad van commissarissen, niet langer beroepen op hun verworven rechten en hun salaris hebben aangepast aan de beloningscode van de sector. En het is de hoogste tijd dat ook de rest van de corporatiebestuurders die voor juli 2010 is benoemd zich rekenschap geeft van maatschappelijk aanvaardbaar belonen en zich aan de code conformeert."
Dit stelt Albert Kerssies, directeur van de toezichthoudersvereniging in de corporatiesector (VTW) naar aanleiding van de berichtgeving in het Financieele Dagblad (FD). De VTW roept de betreffende raden van commissarissen op het gesprek met hun bestuurders aan te gaan en bestaande afspraken die van de beloningscode afwijken versneld aan te passen.
Beloningscode
Corporatiebestuurders die na juli 2010 zijn benoemd worden allen beloond volgens de normen van de beloningscode. Uitgangspunt van deze code is een beloning die past bij de opgave van de betreffende corporatie, met een maatschappelijk aanvaardbaar maximumbeloning van 188.000 euro (exclusief het werkgeversdeel van de pensioenpremie en onkostenvergoedingen).
Beloningsonderzoek
De VTW betoogt dat na de inwerkingtreding van de beloningscode per juli 2010 een soberder beloningsbeleid van corporatiebestuurders is ontstaan. Dit blijkt niet alleen uit onderzoek dat de VTW eind 2011 heeft laten uitvoeren onder hun voorzitters, maar ook uit cijfers van het Ministerie van BZK.
Uit het beloningsonderzoek1 van de VTW blijkt dat bij alle nieuwe bestuursbenoemingen de code wordt nageleefd. Bijna 80 procent van alle corporatiebestuurders die voor en na de inwerkingtreding van de beloningscode zijn benoemd, wordt volgens de code beloond. Nog ongeveer vijf procent van alle bestuurders heeft een beloningsniveau dat boven het maatschappelijk aanvaardbaar beloningsmaximum in de code uitkomt. Het aantal corporatiebestuurders met een beloning boven de wettelijke norm die bepaalt of de beloning dient te worden gemeld aan het Ministerie van BZK en/of de beloning openbaar moet worden gemaakt in het financiële jaarverslag van de corporatie voor openbaarmaking ligt, zoals het FD stelt, hoger . Verder blijkt uit het onderzoek dat nieuwe bestuurders in vergelijking met de zittende bestuurders structureel lager worden ingeschaald.
Raden van commissarissen maken er ook werk van om, bij bestuurders die voor juli 2010 zijn benoemd, de bestaande arbeidsvoorwaarden in overeenstemming te brengen met de beloningscode. Bijna twee derde van de raden van commissarissen heeft het salarisniveau van de zittende bestuurder getoetst aan de beloningscode. In de meerderheid van de gevallen waarin de al bestaande beloning bleek af te wijken van het beloningsmaximum in de code, zijn maatregelen genomen om de beloning te bevriezen of soms naar beneden bij te stellen.
Belastbaar inkomen bestuurders
Uit cijfers van BZK blijkt dat in 2010 het belastbaar loon plus het werkgeversdeel van de pensioenpremie van alle corporatiebestuurders gelijk was aan dat in 2009. Volgens de VTW is, als de pensioenpremie buiten beschouwing wordt gelaten, het gemiddelde belastbaar jaarloon van corporatiebestuurders zelfs feitelijk gedaald.
De meeste raden van commissarissen nemen dus de signalen uit de samenleving over te hoge beloningen wel degelijk serieus en handelen hier ook naar. Nu de rest nog. De VTW doet hiervoor een dringend beroep op haar leden.