6 augustus 2012 -
Op 22 juni stopte de grote prijsdaling in de olieprijs die het hele tweede kwartaal had geduurd. De voornaamste redenen van het ophouden van de prijsdaling waren een toename van spanningen in het Midden Oosten, een staking in Noorwegen die de locale productie schaadde – beide van invloed op de olieproductie – en ook het sluiten van zogenaamde short-posities.
Deze angst leidde tot een stijging van de Brent olieprijs tot niveau’s boven de USD 100/vat terwijl WTI de USD 90/vat naderde. De stijging hield op toen de eurocrisis weer in beeld kwam met stijgende rentes in landen rond de Middellandse Zee en meer hulp voor Griekenland en Spanje. Zoals beschreven in de Quarterly Commodity Outlook van ABN AMRO bewegen Brent en WTI simultaan aangezien WTI specifieke drijfveren – zoals VS gerelateerde energievoorraden – geen effect hebben op de prijs momenteel. Zowel Brent als WTI worden daarom gedreven door geopolitieke spanningen, de eurocrisis en de bescheiden mondiale economische groei-indicatoren.
Een aantal factoren zou de mondiale economische neergang moeten beteugelen. De Fed heeft haar ‘Operation Twist’ programma vergroot, de ECB heeft de rente verlaagd tot nul procent en de Peoples Bank of China (PBoC) heeft twee renteverlagingen doorgevoerd. Zeker bij centrale banken in opkomende economieën is er nog voldoende ruimte om groei te stimuleren. Verder is de waarschijnlijkheid van een naderende exit uit de euro voor Griekenland afgenomen en door de lagere olieprijs is de koopkracht in olieconsumerende landen toegenomen. Groeicijfers moeten in de tweede helft van het jaar aantrekken, vooral in de VS en Azië. Echter, de eurocrisis zal zo nu en dan oplaaien wat druk geeft op de vertrouwensindicatoren.
Spanningen in het Midden Oosten meer verspreid
De spanningen zoals genoemd in de eerste paragraaf stonden niet alleen in relatie tot Iran. Ook de aanval op een Israëlische bus in Bulgarije, de gevechten in Syrië, een aanval op een pijpleiding tussen Irak en Turkije en de focus op het Iranese nucleaire programma resulteerden in hogere olieprijzen. Aangezien de regio de grootste leverancier van olie is, leidt een toename in spanningen tot een grotere kans op productiestoornissen. Dit wordt door de markt in de prijs verwerkt, ondanks het feit dat er ruim voldoende voorraden zijn op dit moment. Hoewel de situatie in Syrië nauw gevolgd wordt door de internationale gemeenschap zal de onrust weinig impact hebben op de olieproductie. Dit aangezien Syrië slechts 150/k vaten per dag produceert. Dit is relatief weinig in vergelijking met omringende landen. Het voornaamste risico is derhalve niet de onrust in Syrië zelf, maar het risico op het besmetten van andere landen, zoals Syrië‘s bondgenoot Iran. Nu de Europese en VS sancties van kracht zijn, is Iran weer begonnen met dreigementen om de Straat van Hormuz te sluiten om zo te voorkomen dat olie de wereldmarkt bereikt. Deze passage is de belangrijkste route van olietransport over water. Zoals genoemd in eerdere rapporten, lijkt het daadwerkelijk sluiten van de Straat van Hormuz erg onwaarschijnlijk aangezien het Iran meer kwaad zal doen dan dat het problemen oplost. Nieuws met betrekking tot nieuwe pijpleidingen in de VAE en Saudi-Arabië – beide omzeilen de Straat van Hormuz – wordt goed ontvangen en beperkt de mogelijke impact van een dergelijke sluiting. Het feit dat Chinese olie-importen vanuit Iran een recordhoogte bereikten in juni – nu goed voor meer dan de helft van de Iranese export – beperkt ook het effect van de sancties tegen Iran. Ook Zuid-Korea gaat mogelijk de import vanuit Iran weer hervatten. Hoewel geen verdere details bekend zijn, bevestigt dit soort berichten onze visie dat de olie uit Iran nog steeds de markt bereikt. Uiteindelijk is Iran net zo afhankelijk van haar olieverkopen als dat de kopers zijn. Ondanks de sancties en verhoogde spanningen gaan de nieuwe gesprekken tussen Iran en het Westen gewoon door.
Olieprijsprognose ABN AMRO houdt vast aan haar voorspelling van een gemiddelde olieprijs voor Brent olie van USD 105 in het derde kwartaal. De focus zal vooral liggen op de onrust met betrekking tot Iran. We verwachten geen escalatie van het conflict. Wel kunnen de spanningen resulteren in volatiele bewegingen terwijl dreigingen over en weer de risicopremie doen verhogen. Risico’s voor prijsstijgingen blijven bestaan ondanks dat de productie in
andere landen in de regio (zoals Saudi-Arabië en Irak) nog steeds hoog is en de lagere export vanuit Iran compenseert. Er is een risico op nieuwe stakingen in Noorwegen waar werknemers een betere pensioenregeling proberen af te dwingen. Hoewel de stakingen officieel zijn verboden, kunnen storingen in de olieproductie leiden tot hogere olieprijzen. Aan de andere kant zien we het regelmatig terugkeren van de onrust met betrekking tot de euro crisis en data die de matige economische groei bevestigen. Ook zal de olieproductie in Libië in oktober weer op haar oude niveau terug zijn. Dit beperkt het risico op veel hogere olieprijzen zoals in 2008. Terwijl de effecten van op- en neerwaartse risico’s elkaar compenseren gaat ABN AMRO er van uit dat olieprijzen volatiel blijven. Wel zullen deze blijven fluctueren in een relatief smalle bandbreedte gedurende de minder liquide zomermaanden. Belangrijke evenementen in de komende maand kunnen zijn: de monetaire beleidsvergaderingen van de ECB, de Fed en de PBoC. Ook de nieuwe maandrapporten van de IEA, EIA en de OPEC kunnen van belang zijn naast de gesprekken tussen Iran en het Westen. Op het moment dat geopolitieke spanningen geen rol spelen bij het bepalen van de olieprijs is de correlatie tussen olie en de USD erg groot. Echter op het moment dat geopolitieke spanningen oplaaien, is de correlatie bijna volledig tegengesteld zoals we hebben kunnen zien in de afgelopen weken.
Aardgas stijgt aanzienlijk door toegenomen ‘zomer’-vraag
Met stijgende temperaturen in de VS en droogte en hittegolven volop in het nieuws is de vraag naar aardgas aanzienlijk gestegen. Een stijging van de vraag was voorspeld aangezien aardgas langzaam maar zeker andere fossiele brandstoffen (olie en kool) vervangt. Gas is goedkoper en schoner en de productie heeft een grote vlucht genomen in de VS. De stijging in (seizoens-)vraag van de laatste weken is echter meer het gevolg van toegenomen gebruik van bijvoorbeeld airconditioning. Als gevolg daarvan zijn de aardgasprijzen gestegen van USD 1,90 op 20 april tot boven de USD 3,00 op 27 juli. Meer prijsstijgingen kunnen volgen in augustus. Echter, de stijging zal tot stilstand komen als de ‘zomer‘ gerelateerde vraag afneemt en de impact van de grote voorraden en nieuwe productie merkbaar wordt.