Werknemer wil wel andere baan, maar is bang voor onzekerheid
22 juni 2012 -
Drie op de vier Nederlanders wil wel van baan veranderen, maar laat zich daarvan weerhouden omdat de overgang niet goed is geregeld. Mensen noemen vooral het verlies van een vast contract (54 procent), de zekerheid van de huidige baan (51 procent) en de angst voor minder salaris (44 procent) als een sta in de weg voor mobiliteit.
Dit blijkt uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarvan minister Kamp woensdag de resultaten in Utrecht heeft gepresenteerd op de tweede netwerkbijeenkomst over duurzame inzetbaarheid.
Andere functie
Van de Nederlandse werknemers staat 83 procent open voor een andere functie binnen het bedrijf, 77 procent voor een vergelijkbare functie in dezelfde sector en 69 procent voor een vergelijkbare functie in een andere sector. Een meerderheid van de werknemers wil ook best een andere functie: 71 procent in dezelfde sector, 61 procent wil wel wat anders gaan doen in een andere sector. Als belangrijkste redenen om iets anders te gaan noemen mensen: meer salaris (55 procent), een nieuwe uitdaging (49 procent), gemotiveerd blijven (37 procent), ontplooiingskansen (34 procent) en doorgroeien (32 procent).
Eigen verantwoordelijkheid
Uit het onderzoek blijkt ook dat 72 procent van de werknemers vindt dat ze ook een eigen verantwoordelijkheid hebben om te zorgen dat ze aan het werk blijven. Ruim 80 procent vindt dat werkgevers hen mogen aanspreken op overmatig alcoholgebruik, vermoedens van drugsgebruik en te hoog ziekteverzuim. Slechts twintig procent van de werknemers vindt dat dat ook geldt voor roken, overgewicht of het beoefenen van gevaarlijke sporten.
Kamp onderstreept het belang van de uitkomsten van het onderzoek: "Duurzame inzetbaarheid is in de eerste plaats de eigen verantwoordelijkheid van werknemers. Het is aan hen om aantrekkelijk te zijn en te blijven op de arbeidsmarkt. Veel mensen zijn daarvan ook wel doordrongen."
Jaarlijkse gezondheidscheck
Van de werknemers is 91 procent bereid een jaarlijkse gezondheidscheck te ondergaan; de helft hiervan vindt wel dat de werkgever niet over de uitkomsten ervan mag beschikken. Op dit moment krijgt dertien procent van de werknemers al jaarlijks een dergelijke check.
Tijdens de netwerkbijeenkomsten in Utrecht worden in totaal honderd bedrijven met elkaar in contact gebracht om ervaringen uit te wisselen en praktische handreikingen te ontwikkelen om ook andere werkgevers te helpen met de mobiliteit, gezondheid en scholing van hun werknemers.
Volgende bijeenkomst
Tex Gunning, lid van de Raad van Bestuur van AkzoNobel, treedt op als boegbeeld van het project en stelt met werkgevers vast wat er nodig is om werknemers duurzaam in te zetten. Bij de tweede bijeenkomst zijn aanwezig: Amphia Ziekenhuis; Astellas; Attero; Balemans; Capgemini; Gemeente Maastricht; Gemeente Zwolle; Gispen; Hogeschool Utrecht; Hurks Bouw; IT-preneurs; Leolux; Macaw; Markanto; Mas Dienstverleners; ORMIT; Philips; Sogeti; Stichting Laurens; Veolia; Waterland Ziekenhuis; Waternet.
Een publicatie die meteen de 'shredder' in kan. Als er al iets is waar dhr Kamp et cie zich in hebben bewezen dan is het tomeloze incompetentie en zeker geen kennis van zaken voor waar het de actualiteit betreft.
In tweede zou men eens de vraag moeten stellen wat de beweegredenen zijn voor de presentatie van dit artikel.
Een tweede, in aanvulling van dit laatste, is dan de vraag aan wie het is gevraagd en met welke achterliggende politiek.
Als we namelijk al iets weten van de bewegingen van Kamp en diens medewerkers dan is het zeer tendentieus gespeend van een duidelijke realiteits zin van de actualiteit.
''Duurzame inzetbaarheid is in de eerste plaats de eigen verantwoordelijkheid van werknemers. Het is aan hen om aantrekkelijk te zijn en te blijven op de arbeidsmarkt. Veel mensen zijn daarvan ook wel doordrongen.''
Lees hier,''Ik Henk Kamp, heb, in navolging van mijn ietwat onbetrouwbare voorganger Donner, meer en meer haast gemaakt ons land klaar te stomen voor de overstap naar een integraal Europese zeggenschap en beleid. Mensen die hier niet in mee willen zullen op gepaste wijze sanctionering tegemoet kunnen zien.''
Gelukkig is het aangename dat er steeds meer professionals blijken te zijn die de beweegredenen en aannames, gedaan door mensen als dhr. Kamp, ter discussie stellen.
Men vind het, een ander onderzoeks resultaatje, steeds bevreemder dat mensen die dit beleid het hardst blijken aan te hangen de grootste persoonlijke, ambitieuze of politieke profijt uit kunnen weten te behalen en zelf voorts geen enkele last hebben van de problematiek en uitdagingen waar de werkelijke professionals nu voor staan.
In een normaal functionerende gezonde economie nog een aardig artikeltje doch in het licht van de huidige ontwikkelingen.......?