Bijna helft miljardenuitgaven niet op effecten getoetst
23 mei 2012 -
Ongeveer de helft van de uitgaven die ministers doen om een maatschappelijk doel te bereiken wordt op effectiviteit geëvalueerd. Dat wijst onderzoek van de Algemene Rekenkamer over de periode 2006-2010 uit. In 2010 is 111 miljard euro uitgeven aan deze doelen en over circa 60 miljard euro is door ministers onderzocht hoe effectief het beleid is. Voor 51 miljard euro heeft zulk onderzoek niet plaatsgevonden, terwijl de wet dit wel voorschrijft.
De Tweede Kamer krijgt vrijwel geen uitleg van ministers waarom beleidsevaluaties niet uitgevoerd worden, ook niet als daar goede redenen voor zijn. Als beleid niet op effectiviteit wordt getoetst, bestaat het risico dat ineffectief beleid doorloopt zonder dat hieraan iets wordt gedaan. Publieke middelen worden dan niet goed besteed. Deze materie is al langer onderwerp van onderzoek. In 2010 en 2011 heeft de Algemene Rekenkamer onderzoek gepubliceerd over de wijze waarop ministers de Kamer informeren over subsidies (zoals voor innovatiebeleid), of subsidies geëvalueerd worden en hoe doelmatig en doeltreffend ze zijn.
Belastinggeld
Collegelid Kees Vendrik: "Parlement en burgers willen weten of belastinggeld effectief wordt ingezet, zeker in een tijd waarin verantwoord bezuinigd moet worden. Wij moedigen departementen aan zich goed te verantwoorden over hun evaluatie-inspanningen en stimuleren hen hiervoor gebruik te maken van moderne technieken. Zoals het openbaar maken van subsidiestromen via internet, zodat eenieder de besteding van publiek geld kan volgen. De Algemene Rekenkamer vindt dat de informatie hierover van het kabinet aan de Kamer op orde moet zijn en blijft daarom aandacht schenken aan dit thema."
In aantal onderzoeken effectiviteit niet bekeken
Een ander aspect uit het rapport Effectiviteitsonderzoek bij de rijksoverheid dat de Algemene Rekenkamer op 22 mei 2012 publiceert is dat in de helft van de uitgevoerde evaluaties in de onderzochte periode 2006-2010 ministers ten onrechte de kwalificatie effectiviteitsonderzoek hanteren. Het beleid is dan wel onderzocht, maar niet de effectiviteit.
De Tweede Kamer wordt door het kabinet niet inzichtelijk geïnformeerd over de vraag in welke mate ministers hun beleid op effectiviteit evalueren of van plan zijn dat te doen. Is dit onderzoek niet te doen of te duur, of is het beleid nog te nieuw om te onderzoeken, dan geven ministers dit meestal evenmin bij de Kamer aan. Over een relatief klein bedrag geven ministers de Kamer wel uitleg. De Algemene
Rekenkamer doet aanbevelingen om de huidige situatie te verbeteren. Alle ministers moeten, zoals de Comptabiliteitswet voorschrijft, hun beleid periodiek op effectiviteit evalueren. Ministers moeten zorgen dat beleidsdoorlichtingen ook informatie over de effectiviteit van het onderzochte beleid bevatten. Is effectiviteitsonderzoek niet mogelijk of wenselijk, dan zou de minister dit beargumenteerd aan de Tweede Kamer moeten melden. De informatie aan het parlement kan worden verbeterd als meer inzicht wordt verstrekt over welke evaluaties wanneer uitgevoerd worden en wat de uitkomsten daarvan zijn. De bestaande internetbijlage die ministeries benutten kan hiervoor aangepast worden. Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van Financiën onderschrijft in zijn reactie, mede namens de overige ministers, het belang van onderzoek naar de effectiviteit van beleid en van betere beleidsdoorlichtingen. Omdat evaluatie van beleid om diverse redenen niet altijd mogelijk is, kan het afdekken van beleid met effectonderzoek niet in een percentage gevangen worden, aldus de minister. Hij acht beter inzicht in de effectieve besteding van uitgaven en verbetering van de informatie aan de Tweede Kamer wel gewenst.
De Algemene Rekenkamer heeft de veelvormigheid van effectonderzoek betrokken in dit onderzoek en blijft van mening dat een dekkende evaluatieprogrammering gewenst is, naast de informatie die de minister aan de Kamer stuurt via beleidsdoorlichtingen. Komend najaar rapporteert de Algemene Rekenkamer aanvullende informatie.
Effectiviteitsonderzoek
Effectiviteitsonderzoek moet verbanden leggen tussen maatregelen die een minister treft en de maatschappelijke effecten daarvan. Een onderzoek naar de effecten van de uitvoering van beleid door Haltbureaus - maatregelen om jongeren van twaalf tot achttien jaar die fouten hebben begaan aan te pakken - is een voorbeeld van geslaagd effectiviteitsonderzoek. In dit onderzoek uit 2006 is vastgesteld dat jongeren die geconfronteerd zijn met hun slachtoffers en excuus hebben gemaakt als onderdeel van de Halt-aanpak, later minder (ernstige) delicten plegen. De Veiligheidsmonitor van het Ministerie van Veiligheid en Justitie over de toe- of afname van de criminaliteit is een voorbeeld dat niet onder de categorie effectiviteitsonderzoek valt, omdat het behalen van doelen niet is onderzocht.