Flexibel werken heeft grens bereikt bij helft MKB-bedrijven
10 mei 2012 -
Meer dan 50 procent van de Nederlandse MKB’ers wil in de toekomst de mogelijkheden voor flexibel werken niet verder uitbreiden. Ruim twintig procent heeft deze toekomstplannen wel en de overige MKB’ers zijn er nog niet over uit of zij de mogelijkheid om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken binnen hun organisatie willen vergroten. Naar verwachting zal 24 procent van de MKB’ers de flexibiliteit in werkplekken vergroten en 21 procent de flexibiliteit in tijd.
Dit blijkt uit de MKB Marktmonitor 2011/2012 die Unique samen met TNO heeft uitgevoerd. Voor het derde jaar op rij werden er bijna 4.000 ondernemers geïnterviewd over economische en personele ontwikkelingen en aantrekkelijk werkgeverschap in nieuwe tijden. Verder is de huidige stand van zaken op het gebied van flexibel werken onderzocht. Bij 60 procent van de MKB-bedrijven werken medewerkers, met uitzondering van de buitendienstmedewerkers, altijd vanuit kantoor. Op het gebied van de werktijden, geeft 42 procent van de MKB’ers aan dat er vaste werktijden worden gehanteerd. Bij 51 procent van de organisaties zijn begin- en eindtijden flexibel af te stemmen. Daarnaast geeft zeven procent van de MKB’ers aan dat hun werknemers zelf de werktijden mogen indelen.
Overheid is meest flexibel
De overheid komt als koploper op het gebied van flexibel werken naar voren. Bij 89 procent van de overheidsorganisaties kunnen medewerkers begin- en eindtijden flexibel afspreken (73 procent) of hun werktijden volledig zelf indelen (zestien procent). Daarentegen blijkt de sector vervoer & opslag flexibele werktijden het minst te omarmen. 55 procent van de MKB’ers uit die sector geeft aan dat zij vaste werktijden hanteren. Regionaal bekeken zijn Groningen en Noord-Holland de provincies die het meest flexibel omgaan met werktijden. Limburg en Noord-Brabant blijken minder flexibel dan het landelijk gemiddelde.
Ook op het gebied van plaatsonafhankelijk werken loopt de overheid voorop. Bij slechts 24 procent van de overheidsorganisaties werken medewerkers altijd vanuit kantoor. Dat is ruim 36 procent onder het landelijk gemiddelde (60 procent). Callcenters en contactcenters zijn op dit vlak het minst flexibel. Op regionaal niveau blijkt de provincie Zeeland het minst flexibel, op de voet gevolgd door Noord-Brabant. De meest flexibele provincies zijn respectievelijk Noord-Holland, Groningen en Drenthe.
Flexibel werken betekent vrijwel altijd voor een hongerloontje zonodig ook je bed uit als de baas dat vraagt.Consequentie is dat steeds wordt uitgekeken naar beter erkend en betalend werk. Werk waar je gedurende langere tijd eer mee kunt inleggen.De arbeidsvoorwaarden vormen een factor die de identificatie met het bedrijf bevordert.
Flexibele arbeidsvoorwaarden maken dat de loyaliteit van de medewerker flexibel wordt, ook richting concurrentie.En een zwarte bijverdienste wordt ook gemakkelijker gezocht.Flexwerkerij corrumpeert.
Het zou goed zijn als een werkgever zich dit bedacht alvorens een flexibele kracht aan te trekken.Indachtig:\\\\\\\\\\\\\\\'\\\\\\\\\\\\\\\'Waarom hadden ambtenaren altijd goede arbeidsvoorwaarden?\\\\\\\\\\\\\\\'\\\\\\\\\\\\\\\' Jawel, om de loyaliteit van de medewerkers op peil te houden.De ambtenaar moest idealiter een onkreukbaar voorbeeld zijn.Ook een vorm van duurzaamheid.
De analogie van de relatie hedgefund-investeren en beleggen dringt zich op.