3 mei 2012 -
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen staat per eind april op 99 procent. Dit betekent een daling van één procentpunt ten opzichte van vorige maand. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon Hewitt, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt. Met de daling komen pensioenfondsen verder af te staan van de vereiste minimale dekkingsgraad van 105 procent.
De Nederlandsche Bank (DNB) nam eind vorig jaar de maatregel dat pensioenfondsen moeten rekenen met een gemiddelde marktrente over de voorafgaande drie maanden, in plaats van de dagelijks wisselende rentekoersen. DNB heeft onlangs de intentie uitgesproken de driemaands middeling voort te willen zetten tot duidelijk is hoe het nieuwe financiële toetsingskader wordt vormgegeven. "Wij monitoren de dekkingsgraad dagelijks met onze Pensioenthermometer, waarbij we rekenen met de driemaands gemiddelde swaprente," zegt Raymond de Kuiper, Director Risk & Financial Management Consulting bij Aon Hewitt. "Daarbij houden we ook dagelijks bij wat de impact is van de driemaands middeling ten opzichte van de eerder door DNB gehanteerde methodiek, waarbij wordt gerekend met dagrentes."
Aandelenmarkten en rentes dalen licht
De zogenoemde ‘swaprente’ daalde in april voor korte looptijden van een jaar met 0,11 procentpunt. Voor looptijden van 30 jaar was de daling 0,05 procentpunt. Aandelenmarkten zetten het eerste negatieve maandrendement neer sinds september 2011 en daalden met 0,53 procent. Grondstoffenmarkten stegen in april met 0,1 procent. De euro daalde met 0,8 procent ten opzichte van de Amerikaanse dollar.