1 mei 2012 -
Regelmatig wordt gewezen op de grote hypotheekschuld van gezinnen. Nederland is met die schuld (uitgedrukt in procenten van het BBP) zelfs koploper in Europa. Maar dat is niet het hele verhaal. Economen van ABN AMRO wijzen erop dat tegenover deze schuld een nog groter financieel bezit staat. Ook daarmee scoren Nederlandse gezinnen heel hoog.
Het netto-financieel vermogen is ongeveer twee maal zo groot als het BBP. Een dominante rol speelt het Nederlandse pensioenstelsel: de pensioen- en levensverzekeringvoorzieningen zijn naar verhouding de omvangrijkste in Europa. Overigens kunnen gezinnen daar niet vrij over beschikken. Het ‘vrije’ financiële bezit is dan ook flink lager. Mede daarom is het begrijpelijk dat maatregelen worden genomen om de hypotheekschuld te beteugelen.
Nettovermogen
Naast het financiële vermogen zijn er niet-financiële bezittingen. Het eigenwoningbezit draagt stevig bij aan het totale vermogen van gezinnen. Al met al zijn gezinnen - gemiddeld - heel vermogend: hun totale nettovermogen is méér dan vier maal zo groot als het BBP. ABN AMRO wijst er echter op dat dit vermogen in het voorbije decennium wel licht is afgenomen, waarmee Nederland achterblijft bij enkele andere Europese landen.
Op basis van het nettovermogen van gezinshuishoudens voorzien de ABN AMRO economen geen structurele druk op de consumptieve bestedingen. Dat neemt niet weg dat er nu wél druk is op de consumptie. Zo zullen ombuigingsmaatregelen van de overheid het beschikbaar inkomen aantasten. Daarnaast gaat ABN AMRO ervan uit dat de huizenprijzen dit en volgend jaar verder zullen dalen.
Detaillisten zien het somber in door zuinige consument
De consument laat het afweten en dat voelt de detailhandel in haar omzet. De detaillisten zien de toekomst dan ook somber tegemoet. In het derde kwartaal van 2011 nam het vertrouwen van de ondernemers in de detailhandel een duikvlucht om uiteindelijk op hetzelfde niveau als tijdens de vorige crisis uit te komen. Na de crisis is het niet gelukt dit vertrouwen te herstellen. Meer ondernemers blijven negatief dan positief. Vooral de kleinere bedrijven hebben weinig vertrouwen voor de toekomst. Opvallend verschil is dat de detaillisten in voeding positiever zijn dan de detaillisten in non-food. De duurzame producten, zoals kleding en woonartikelen, ondervinden dan ook meer last van de terughoudende consument dan eerste levensbehoeften als voedingsmiddelen of persoonlijke verzorgingsproducten. Positief zijn de ontwikkelingen bij webwinkels, supermarkten en drogisterijen waar de omzet verder zal groeien in 2012.