Belevenisorganisatie bevorderlijk voor economie en werkgelegenheid
29 maart 2012 -
Te veel managers en politici vertrouwen nog altijd op het produceren van goederen en het verlenen van diensten. Zo staan ze de ontwikkeling van gezonde 'belevenisondernemingen' -én daarmee ook een sterkere economie- in de weg. Dat concluderen marketinggoeroes Joe Pine en James Gilmore in de nieuwe herziening van hun boek 'De beleveniseconomie'.
"Laten we hier glashelder over zijn; producten en diensten volstaan niet langer om economische groei te bevorderen, nieuwe banen te scheppen en de welvaart in stand te houden," licht Pine toe. De twee experts pleiten ervoor dat politici, ondernemers en managers belevenissen leren zien als een op zichzelf staande vorm van economische output. Hiermee is het volgens het internationale tweetal zeker mogelijk om inkomstengroei en werkgelegenheid te creëren. In een wereld die verzadigd is met gelijkwaardige producten en diensten liggen juist de grootste commerciële kansen in het combineren van de twee in nieuwe waarde: de waarde van het regisseren van belevenissen.
Het einde van winkels
Neem de detailhandel. Met een bewustere belevenismentaliteit waren veel retailproblemen goed te voorkomen. Talloze ketens zijn in deze periode ter ziele gegaan omdat ze vasthielden aan het louter verhandelen van afgewerkte goederen. Maar ook de diensteneconomie hapert. "Daarom moeten bedrijven, als het om diensten gaat, hun werknemers ertoe aanzetten om te acteren," benadrukken ze.
Juist nu zouden organisaties volgens het duo de focus moeten verleggen naar het regisseren van belevenissen die klanten aanspreken. En dan niet alleen vanuit de marketingdiscipline, maar veel meer vanuit een bedrijfsstrategisch oogpunt. Als bedrijven onderkennen dat hun werknemers op een podium staan, wordt het voor managers ook makkelijker hen te helpen die rol vorm te geven. Maar bovenal biedt het leidinggevenden en managers de mogelijkheid dit structureel aan te pakken, van toegevoegde waarde te zijn voor hun klanten en zich duidelijker te onderscheiden van hun concurrenten. Op afdelings- en organisatorisch niveau.