29 februari 2012 -
Veel plattelandsgemeenten hebben te maken met bevolkingskrimp. In sociaal economisch zwakke en onaantrekkelijke woongebieden, leidt bevolkingskrimp makkelijk tot leegstand, verpaupering en sociale problemen. In aantrekkelijke woongebieden, waar naar verhouding zelfs een hogere uitstroom plaatsvindt, is dit echter minder het geval. Dit blijkt uit onderzoek waarin gekeken is naar de sociale gevolgen van krimp.
MOVISIE deed dit onderzoek in twee gebieden in de Drentse gemeente Borger-Odoorn. Daaruit blijkt dat ontwikkelingen die voor de krimp al gaande waren, zoals het verdwijnen van voorzieningen en sociale achterstand, door demografische veranderingen versterkt kunnen worden. Onderzoeker Jannie Schonewille: "Opvallend is dat dit met name slecht lijkt uit te pakken voor de bewoners en buurten die toch al kwetsbaar waren. Vooral daar is sprake van gebrek aan sociale cohesie en toenemende verpaupering."
Krimp als sluipend proces
De casestudy in het Drentse Borger-Odoorn laat zien dat specifieke push- en pullfactoren bepalend zijn voor de lokale uitwerking van krimp. In het aantrekkelijke 'zandgebied', met pittoreske esdorpen en mooie woonboerderijen is vooral sprake van vergrijzing en ontgroening. De kapitaalkrachtige senioren blijven, terwijl jonge gezinnen neerstrijken in meer betaalbare gebieden met meer vertier. Dat is vooral te merken bij de scholen en het verenigingsleven; die kampen met minder leerlingen en leden. In het minder welvarende 'veengebied', met goedkope sociale huurwoningen, is vooral sprake van sociale verzwakking. Mensen met meer kapitaal en opleiding vertrekken, terwijl sociaal zwakkere bewoners achterblijven en ook voorzieningen verdwijnen.
Overvallen door krimp
Het blijkt lastig om de gevolgen van krimp op tijd te signaleren en daarop te anticiperen. Zo werd de gemeente Borger-Odoorn overvallen door het snel teruglopende aantal basisschoolleerlingen. En in een aantal zwakkere buurten ging de leefbaarheid zo snel achteruit dat rigoureuze maatregelen, zoals het screenen van nieuwe bewoners, noodzakelijk werd. Medeonderzoeker Nada de Groot: "Het is cruciaal dat gemeenten demografische ontwikkelingen op de voet volgen en daarbij oog hebben voor lokale verschillen. In de aanpak van krimp moet rekening gehouden worden met die lokale verschillen. Een basisniveau van voorzieningen en ontmoetingsplaatsen is hierbij van groot belang voor de sociale cohesie en zelfredzaamheid van kwetsbare bewoners."