Shared Service Centers missen inzicht in performance
9 februari 2012 -
Uit een onderzoek door Finext Improvement onder ruim 30 Financial Shared Service Centers (FSSC’s) blijkt dat managers van FSSC’s veel ruimte voor verbetering zien, maar tegelijk te weinig meten om de juiste verbeteringen te kunnen realiseren. Grootste verbeteringen zijn te halen uit procesoptimalisatie, meer nog dan uit de inzet van hoger opgeleide medewerkers of slimmere inzet van IT.
"De kreet ‘Continuous improvement’ gaat inderdaad op," zegt Eelco Bilstra, consultant bij Finext Improvement. "Het fenomeen FSSC bestaat al jaren. Het fundament is dus gelegd. Doorbouwen op het reeds gelegde fundament is nu het devies voor FSSC’s."
Meten is weten
"Meten is weten," vult collega Jacques Bootsman aan. "Een van de grootste optimalisatiekansen heeft te maken met het meten van processen. Opvallend is dat driekwart van de managers van FSSC’s op onderdelen niet of nauwelijks meet. Pas dan krijg je helder wat je kunt verbeteren."
Innovatie stimuleren
De conclusies uit het onderzoek zijn in lijn met wat Prof. dr. Strikwerda, hoogleraar Organisatie en Verandering aan de Universiteit van Amsterdam en geïnterviewd naar aanleiding van het onderzoek, aangeeft: "Voor 75 procent van de FSSC’s geldt kostenbesparing én kwaliteitsverbetering als belangrijkste argument om een Shared Service Centre op te zetten". Strikwerda geeft aan dat kostenbesparing eigenlijk niet het juiste argument is: "Het beter benutten van kennis, data-standaardisatie en de mogelijkheid om innovatie te stimuleren op het bestaande business model, zijn belangrijker." Uit het onderzoek van Finext Improvement blijkt dat slechts zeventien procent van alle ondervraagden de noodzaak van strategische flexibiliteit als reden aangeeft om te starten met een Shared Service Center.