Ook in 2012 zware druk op funding van Europese financiële instellingen
12 januari 2012 -
Ernst & Young voorspelt dat solvabiliteit in 2012 in de hele Eurozone een acuut probleem zal blijven, ondanks de positieve stappen die onlangs zijn ondernomen door de Europese Centrale Bank. De voorspelling voor de kredietverlening in de regio is drastisch naar beneden bijgesteld. Instellingen zullen genoodzaakt zijn de strijd aan te gaan om particulier spaargeld en repatriëring van kapitaal zal vooral Oost-Europa hard treffen.
Onlangs is de Europese Centrale Bank (ECB) overgegaan tot het verstrekken van driejarige leningen. Toch geeft de prognose aan dat de funding druk op banken binnen de hele Eurozone en daarbuiten zal aanhouden. Marcel van Loo, partner Ernst & Young en Banking & Capital Markets leider in EMEIA: 'Slechts een derde van de totale benutting van de ECB-leningen bestaat uit nieuwe funding. Alle nieuwe funding die door de ECB wordt verstrekt, moet gedekt zijn door onderpand. De markt voor ongedekte wholesale funding zal voorlopig nog wel even gesloten blijven. Gezien het hoge niveau van tegoeden dat momenteel door banken in bewaring is gegeven bij de ECB hebben deze extra gelden de markt maar weinig extra liquiditeit gebracht.'
Regeldruk
De vraag is hoeveel van deze nieuwe funding zijn weg gaat vinden naar staatsobligaties, en welke landen daarvan zullen profiteren. De politiek hoopt dat de nieuwe funding zal helpen om de funding kosten omlaag te brengen. Marcel van Loo: 'Wij verwachten echter dat de regeldruk op kapitaal en liquiditeit voor banken en verzekeraars onverminderd zal voortduren. De druk vanuit aandeelhouders om investeringen in bepaalde wholesale- en handelsactiviteiten terug te schroeven, in combinatie met verscherpte regulering van derivatenhandel en clearinginstituten, zal over de volle breedte van de sector zorgen voor hogere funding kosten.'
Prognose voor kredietverlening scherp naar beneden bijgesteld
De prognose voorspelt dat de bbp-groei in de Eurozone sterk zal afnemen naar 0,2 procent in 2012, ten opzichte van 1,6 procent in 2011. Deze geringe groei in combinatie met de gestegen kredietkosten levert een prognose op dat het totaal aan leningen in de Eurozone in 2012 zal krimpen met 0,9 procent. Vergeleken met de verwachtingen uit de vorige prognose, die spraken over een positieve groei van 1,2 procent, is dat een aanzienlijke bijstelling naar beneden. "Toch hebben we het dan over een minder ernstige krimp dan in de nasleep van de financiële crisis in 2009, toen het totaal aan bankleningen met ongeveer 2,5 procent daalde," zegt Marcel van Loo, "Maar voor leningen aan bedrijven wordt een krimp voorspeld van 0,8 procent, een neerwaartse bijstelling vergeleken met de eerdere prognose van een groei met 2,0 procent. Het midden- en kleinbedrijf, dat het toch al zwaar te verduren heeft, zal daar nog het meest onder te lijden krijgen. Mogelijk zal dit ook zorgen voor een rem op het toekomstige groeipotentieel voor de economieën in de Eurozone. Door het tekort aan liquiditeit zijn instellingen genoodzaakt de concurrentie aan te gaan ten aanzien van particulier spaargeld en investeringen, wat over de hele linie tot uitholling van de winstmarges leidt."
Crisis dreigt over te slaan naar Oost-Europa
De kapitaalproblemen bij de banken in de Eurozone zullen zorgen voor een voortzetting van de huidige trend om een gedeelte van hun kapitaal te repatriëren. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling voor veel Oost-Europese landen, want bijna driekwart van de leningen in Oost-Europa is afhankelijk van moedermaatschappijen in de Eurozone. Van Loo: "De vorderingen van banken in de Eurozone bedragen in totaal ongeveer 34 procent van het Oost-Europese bbp. De daaruit voortvloeiende kredietkrimp zou er heel gemakkelijk voor kunnen zorgen dat verschillende Oost-Europese landen afglijden naar een recessie."
Belasting op financiële transacties (FTT) Het rapport bevat ook een analyse van het onderzoek door de Europese Commissie naar de economische impact van de belasting op financiële transacties. Daaruit blijkt dat de oorspronkelijke schatting dat deze belasting de schatkist jaarlijks 37 miljard euro zou opleveren, gebaseerd is op al te optimistische aannames en veronderstellingen.