Kenniscrisis is nijpend, technici nauwelijks te vinden
12 januari 2012 -
In het laatste kwartaal van 2011 is de vraag naar technisch specialisten opnieuw gegroeid. Ze ligt negentien procent hoger dan in dezelfde periode in 2010. In het derde kwartaal van 2011 was er zelfs sprake van een plotselinge toename van 49 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit blijkt uit de analyse ‘Trends en Ontwikkelingen op de Technische Arbeidsmarkt 2011’ van Stijn Berden, competence director Techniek bij Yacht.
De toegenomen vraag betreft vooral engineers, waarbij met name de energiemarkt een grote stijging laat zien van maar liefst 68 procent ten opzichte van 2010. Ook de industrie laat een toename zien van 39 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2010. Binnen de industrie is de vraag naar technici het hoogst in de food-, transport-, metaal-, en chemische industrie. Het CBS rapporteerde onlangs al dat de industrie positiever gestemd is. Food en metaal zien een hogere omzet door hogere afzetprijzen, een hogere productie en orderontvangst en de automotive laat het hele jaar een flinke groei zien, de laatste maanden iets stabiliserend. Algemeen is er een blijvende groei te zien in de vraag naar werktuigbouwkundigen. De vraag naar elektrotechnici is onverminderd hoog maar stabiel.
Kenniscrisis is nijpend
Berden: "Er is op dit moment sprake van een heuse kenniscrisis in Nederland; het tekort aan hoogopgeleide technici wordt steeds nijpender. De vraag vanuit de industrie en de energiemarkt is nog altijd hoog en de verwachting is dat dit zo blijft. Het tekort aan hoogopgeleide technici wordt deels veroorzaakt door de vergrijzing. Maar vooral de afnemende interesse in bètaopleidingen onder jongeren staat aan de wortel van deze kenniscrisis, omdat de verse instroom van technici stokt. Werkgevers vissen ondertussen allemaal in dezelfde technische vijver, investeren steeds meer middelen in het vinden van die ene schaarse technicus. Dit leidt tot improductiviteit en is op termijn niet meer te verantwoorden."
Berden: "De kenniscrisis is een zorgelijke ontwikkeling voor Nederland; het tast direct onze concurrentiepositie aan. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bedrijfsleven, onderwijs en overheid om hier oplossingen voor te bedenken. Die liggen binnen Nederland onder andere in het stimuleren van leerlingen om te kiezen voor bètaopleidingen. Op dit moment kiezen twee van de tien leerlingen in Nederland voor een technische opleiding, dit moeten er minstens vier op de tien zijn wil Nederland op lange termijn haar kennispositie handhaven."
Behouden technici vergt andere aanpak
Werkgevers die technici willen aantrekken en vervolgens behouden, zullen hun aanpak grondig tegen het licht moeten houden. Berden: "De X- en Y-generatie heeft heel andere eisen gekregen. Ze willen werken aan toonaangevende technische projecten en bepalen zelf wel wat goed voor hen is. Het faciliteren van meer keuzevrijheid en het aangaan van telkens nieuwe uitdagingen vraagt om maximale flexibiliteit. Om hieraan tegemoet te komen experimenteren wij steeds meer met nieuwe contractvormen en met 'kennis pools', waarin technici van bepaalde disciplines zich bij verschillende bedrijven en op verschillende projecten kunnen ontwikkelen. Dit vraagt echter om meer samenwerking tussen bedrijven en ook om regionale clustering van kennis. De angst voor het uitlekken van bedrijfsgeheimen is een veelgehoorde belemmering, die moeten we met zijn allen durven overwinnen. Een model waar dit gebeurt, is open innovatie. Het potentieel van 'tacit knowledge', dat wil zeggen kennis in hoofden van mensen, wordt benut ten gunste van een cluster van bedrijven. Het is een nieuwe manier van werken waar werkgevers aan zullen moeten wennen."
Uit onderzoek van Yacht blijkt dat technici open staan voor een dergelijke manier van werken. Zo wil 49 procent van de ondervraagde hoger opgeleide technici wel in een pool werken. 29 procent Wil dat niet en de rest geeft aan het nog niet te weten.
Overigens zijn technici doorgaans erg honkvast: slechts vier procent geeft aan dat ze actief op zoek zijn naar een andere baan, 30 procent is niet actief op zoek en de rest zoekt latent.