11 januari 2012 -
Het type leider en de strategische opgave van Nederlandse organisaties komen tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend overeen. Door deze mismatch komen bedrijfsresultaten en economische groei onnodig onder druk te staan. Dit maakt de vraag om nieuw leiderschap niet alleen actueel, maar ook erg noodzakelijk.
Dat concluderen organisatieadviseurs Ineke Strijp en Freek Peters in het boek 'Leiderschap in evenwicht'.
Houdbaarheidsdatum
"Leiders moeten beter naar de eigen houdbaarheidsdatum kijken," licht Strijp toe. Managers, directieleden en bestuurders dienen eerst te reflecteren op hun eigen functioneren in relatie tot de strategische doelstellingen. Pas daarna kunnen ze zinvol dat van het team en van de gehele organisatie analyseren. Belangrijk hierbij is dat ook organisaties zelf effectief leren te toetsen in hoeverre het huidige leiderschap in de eigen organisatie past.
Nieuwe tijden, nieuwe leiders
"Effectief leiderschap wordt steeds meer contextueel bepaald, door factoren buiten de grenzen van de organisatie zelf," vult Peters aan. Zo was de benoeming van de opvolger van Nout Wellink, Klaas Knot, opmerkelijk te noemen. In 2010 constateerde een onderzoekscommissie uit de Tweede Kamer een opvallend tekort aan kritische zelfreflectie in de bankensector. Als gevolg hiervan koos het kabinet expliciet voor de relatief jonge outsider die een cultuuromslag teweeg moet kunnen brengen.
Leading coalitions
"We zien gelukkig ook dat leiders er tegenwoordig niet alleen voor staan," vertelt Strijp verder. Leiderschap komt meer in handen van leading coalitions in plaats van eenpersoons-('hero'-) managers. Met het boek bieden de auteurs het raamwerk voor evenwichtig leiderschap: de terminologie om de strategische opgave te analyseren, om daarna te kunnen concluderen over de meest effectieve stijl van leiderschap. Dit raamwerk is gebaseerd op een universitair promotieonderzoek naar de effectiviteit van leiderschap in de huidige tijd.
Moreel Management
Na de kredietcrisis van 2009 kregen de drie grootste Nederlandse banken (ABN AMRO, ING en Rabobank) nieuwe bestuursvoorzitters. Opvallend was dat geen van hen een echte bankier was, maar eerder een nieuw moreel leiderschap vertegenwoordigde. Zocht men in de jaren voor de crisis voor bestuur en topmanagement vooral snelle dealmakers, nu kijkt men eerder naar bescheidenere types die nuchterheid en soliditeit hoog in het vaandel hebben staan.
En dat geldt zeker niet alleen voor de bankensector of het bedrijfsleven. Ook in de publieke sector lijkt een nieuwe type leiderschap noodzakelijk te zijn; een type met realisme, verantwoordelijkheidgevoel en een hanteerbaar ego, dit in tegenstelling tot de soms megalomane hemelbestormers die veel schade in de publieke instellingen hebben aangericht.