Tijdelijk werk biedt perspectief voor duurzame participatie
25 november 2011 -
Werk in tijdelijke dienst biedt perspectieven voor werklozen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Ruim 60 procent van de werknemers die na de WW in tijdelijke dienst ging werken, blijkt duurzaam te werken. Het is eveneens zo dat werknemers met tijdelijke contracten vaker een beroep doen op sociale zekerheidsregelingen zoals WW, vangnet Ziektewet en WIA.
Dat blijkt uit het UWV Kennisverslag. Driekwart van de mensen die in 2009 en 2010 na hun WW-uitkering ging werken, deed dat in een tijdelijke baan. Ruim de helft van de WW'ers die weer aan de slag ging, deed dat duurzaam. Onder duurzaamheid van werk wordt verstaan dat iemand langer dan een jaar werkzaam is als werknemer in een tijdelijk of vast dienstverband. De kans op duurzaam werken heeft meer te maken met de bedrijfstak waarin mensen aan de slag zijn dan met het type dienstverband. Van alle Wajongers die eind 2009 werkten, deed 80 procent dit in een dienstverband van langer dan een jaar. Wajongers in de WSW werkten vaker duurzaam dan Wajongers bij een reguliere werkgever (93 procent ten opzichte van 66 procent). Werknemers en vangnetters met een WIA-uitkering blijken, als zij in het eerste jaar na de WIA-instroom werken, ook in meerderheid het jaar daarop nog werk te hebben.
Instroom WW tijdelijke werknemers
Werknemers in tijdelijke dienst doen vaker een beroep op de WW dan diegenen die een vast dienstverband hebben. In de periode 2009-2010 blijkt dat de kans op een WW-uitkering voor werknemers met een tijdelijk dienstverband driemaal hoger is (negen procent) dan voor werknemers met een vast dienstverband (drie procent). Werknemers in tijdelijke dienst in de bouw lopen de grootste kans om in de WW te stromen (21 procent).
Kansen voor re-integratie succesvoller bij bestaand dienstverband
De kansen voor reguliere werknemers met een WIA-uitkering om weer werk te vinden zijn relatief gunstig, omdat zij nog een werkgever hebben waar zij in vaste dienst kunnen blijven werken. WW'ers, Wajongers en vangnetters (onder andere mensen in voorheen tijdelijke dienstverbanden of uitzendkrachten) hebben moeite werk te vinden omdat zij geen werkgever hebben waarnaar zij kunnen terugkeren. Zij zijn veelal aangewezen op werk in tijdelijke dienst bij een nieuwe werkgever.