'Werkgever moet grenzen verleggen om arbeidsmarkttekort voor te zijn'
15 november 2011 -
Een veelbelovende strategie om kritieke tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen is het aantrekken van werknemers uit andere landen of regio's. Het vermogen om talent van over de geijkte grenzen te rekruteren én de effectiviteit van het managen van een steeds gemêleerder medewerkersbestand zijn belangrijke factoren voor succesvol ondernemen in de Human Age, het tijdperk waarin mensen meer dan ooit de belangrijkste sleutel zijn tot het succes van ondernemingen en economische bloei.
Gisteren publiceerde ManpowerGroup de resultaten van een onderzoek onder bijna 25.000 werkgevers in 39 verschillende landen en gebiedsdelen naar arbeidsmigrate wereldwijd. De belangrijkste conclusies:
- Een kwart van de werkgevers wereldwijd doet een beroep op buitenlandse werknemers vanwege de talent mismatch in eigen land. Vooral ingenieurs en vaklieden worden veel gevraagd en die functies worden ook vaak door buitenlanders vervuld.
- China, India, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zijn de landen die werkgevers wereldwijd het meest associëren met beschikbaarheid van geschikt talent. Maar door demografische en economische ontwikkelingen staan andere landen soms hoger op de lijst van kwantitatieve talentpools; zo heeft Polen drie keer zoveel werknemers te bieden als het Verenigd Koninkrijk.
- Buitenlandse werving blijft belemmerd door obstakels als visa-problematiek, juridische eisen en taalbarrières.
- een derde van de werkgevers wereldwijd maakt zich zorgen over het vertrek van talent naar andere landen. Het gros van hen vindt dat ondernemingen en overheid meer moeten doen om deze emigratie te beperken en om binnenslands ontwikkeling van de belangrijkste benodigde vaardigheden te stimuleren.
- Expats spelen vandaag de dag nog steeds een belangrijke rol op managementniveau. Vooral Amerikaanse organisaties hebben vaak buitenlandse leiders.
Waar is de interesse in buitenlandse werknemers het grootst?
Wereldwijd geeft 24 procent van de ondervraagde werkgevers aan dat arbeidsmigratie wezenlijk is voor economisch succes. In de beide Amerika's is dat 32 procent. Daarbij scoren de Verenigde Staten en Costa Rica het hoogst met 75 procent en 51 procent; Brazilië en Columbia het laagst met veertien procent en negen procent. In de regio Azië Pacific onderkent 25 procent van de geënquêteerden het belang van buitenlands talent. Het hoogste percentage staat op naam van Singapore (61 procent); Japan (48 procent), Nieuw-Zeeland (39 procent) en Australië (35 procent) volgen. Het minst hechten China (acht procent) en India (twee procent) aan arbeidsimmigratie. Europa (EMEA) als geheel scoort onder het wereldwijde gemiddelde met negentien procent. Noorwegen meldt de meeste interesse (36 procent), gevolgd door Italië (34 procent), Oostenrijk en Griekenland (beide 29 procent). Het laagst scoren Zweden (drie procent), Zuid-Afrika (zeven procent), Ierland (acht procent), Polen (acht procent) en Roemenië (negen procent).
Welke buitenlandse talenten zijn het meest gevraagd en waar komen ze vooral
vandaan?
- Wereldwijd: ingenieurs (elf procent),uit China (elf procent)
- Amerika's: ingenieurs (elf procent), uit India (veertien procent)
- Azië Pacific: ingenieurs (veertien procent), uit China (achttien procent)
- Europa: arbeiders (zeventien procent), uit Polen (twaalf procent)
Belemmeringen voor werving over de grenzen
Desgevraagd geven werkgevers wereldwijd aan dat de belangrijkste belemmeringen bij het buitenlands werven gelegen zijn in het mijnenveld van juridische en visa-vereisten, direct gevolgd door taalbarrières. Eén op de tien geënquêteerde werkgevers noemt de kosten een obstakel en bijna evenveel geïnterviewden zien problemen met culturele assimilatie als een hindernis. Een significante minderheid van de ondervraagde werkgevers geeft aan niet te weten in welke landen het door hen gewenste talent eventueel beschikbaar is, en evenmin hoe men daar zou moeten werven.
Opvallend is dat de meerderheid (56 procent) van werkgevers in Europa die over de grenzen naar talent zoeken, juist aangeeft nauwelijks obstakels te ervaren. Ongetwijfeld is dat het resultaat van de migratie-vriendelijke open grenzen-politiek van de Europese Unie. Eén op de zes werkgevers maakt gewag van taalproblemen als mogelijke belemmering en slechts dertien procent rapporteert juridische of visa-moeilijkheden. Financiële of culturele barrières worden in Europa nauwelijks ervaren. Migratiebewegingen
De migratiebeweging loopt niet altijd simpelweg van minder-ontwikkelde naar meer-ontwikkelde landen. Zo zijn er bedrijven en organisaties in de zich ontwikkelende landen die op zoek zijn naar executives en middelmanagement uit ontwikkelde westerse landen om aldus ervaren managers te krijgen. Veel arbeiders remigreren overigens zodra de lonen en arbeidsvoorwaarden in het eigen land verbeteren. Ook dat wordt een steeds duidelijker beweging.Binnenlandse migratie - vaak van armere, meer rurale gebieden naar stedelijker agglomeraties - komt ook veel voor. Bekende voorbeelden zijn Mexicanen uit het agrarische
zuiden van het land die in het verstedelijkte noorden gaan werken, Japanse boeren die naar de stad trekken en Tamil IT-specialisten die zich in technologische hotspots als Bangalore of snelgroeiende staten als Haryana en Maharashtra vestigen.
Zorgen over emigratie van talent
Wereldwijd meldt één op de drie werkgevers bezorgd te zijn over de impact van vertrekkend talent op de arbeidsmarkt thuis. Niet verrassend is dat dergelijke zorgen het meest voorkomen in landen die traditioneel een hoge arbeidsmobiliteit kennen. In Europa is de bezorgdheid over de impact van vertrekkend talent op de lokale arbeidsmarkt het grootst in Bulgarije (73 procent), Griekenland (72 procent) en Turkije (64 procent). Maar ook Roemenië, Italië, Ierland, Slovenië en Zuid-Afrika rapporteren meer dan gemiddeld angst daarvoor. Veel onbezorgder zijn landen als Zwitserland (elf procent), België (twaalf procent) en Nederland (veertien procent).
De rol van overheid en zakenleven
Van de werkgevers wereldwijd die bezorgd zijn over vertrekkend talent vindt slechts vijftien procent dat overheid en ondernemingen genoeg doen om benodigd talent terug te halen. Meer dan drie van de vier werkgevers vindt het tegenovergestelde: er wordt onvoldoende actie ondernomen. In Europa vindt maar acht procent van de respondenten dat overheid en ondernemingen emigratie en remigratie van talent goed beheersen. 83 procent vindt dat het beter kan. Overigens vormen Nederland en Zwitserland daarop binnen Europa positieve uitzonderingen: respectievelijk 33 procent en 24 procent van de ondervraagden vindt dat emigratie in hun land wel effectief wordt aangepakt.
Economisch meest bedreigende landen
ManpowerGroup vroeg werkgevers naar hun top drie van economisch meest bedreigende landen. Op wereldwijde schaal worden China (30 procent) en de Verenigde Staten (achttien procent) het meest genoemd. Ook India scoort met tien procent hoog op deze lijst, evenals Duitsland (acht procent), het Verenigd Koninkrijk (zeven procent), Japan (vijf procent) en Brazilië (vijf procent). In Europa ziet men vooral China (21 procent) en Duitsland (achttien procent) als grootste concurrent voor economisch succes in eigen land. India (negen procent), het Verenigd Koninkrijk (negen procent) en de Verenigde Staten (acht procent) volgen daarna. In zowel Duitsland als het Verenigd Koninkrijk zelf zien werkgevers China als grootste economisch bedreigende factor.
Nederlandse cijfers
In Nederland zijn 312 werkgevers geïnterviewd. 22 procent van hen geeft aan met buitenlandse werknemers te werken. De meest genoemde functiecategorieën waarvoor in Nederland over de grenzen wordt geworven zijn: arbeiders en mecaniciens, beide negentien procent. Gevraagd naar de landen waar de meeste buitenlandse werknemers in Nederland vandaan komen, antwoordden de werkgevers: Polen (26 procent), België (veertien procent), Hongarije (twaalf procent) en Duitsland (tien procent). Ter informatie: de percentages voor Marokko en Turkije zijn respectievelijk negen procent en zes procent. Van mogelijke belemmeringen voor buitenlandse werving worden in Nederland het meest de taalbarrière (22 procent) en de kosten (zestien procent) gerapporteerd. Als landen die voor Nederland de grootste economische bedreiging vormen worden China (dertien procent), Polen (negen procent) en Duitsland (zeven procent) genoemd. Uit het buitenland afkomstige werknemers op managementniveau zijn in Nederland schaars, zo blijkt uit de antwoorden. 62 procent van de ondervraagden meldt dat dat voor niemand in hun onderneming opgaat, bij acht procent gaat het om één tot vijf personen, bij elf procent om vijf tot twintig personen en bij acht procent om meer dan twintig personen. Elf procent heeft geen idee.
Een veelbelovende strategie om kritieke tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen is het aantrekken van werknemers uit andere landen of regio's.
Het is toch werkelijk te zot voor woorden dat werkgevers nog steeds niet bereid zijn om de verplicht (vanwege leeftijddiscriminatie) thuis zittende Nederlanders in dienst te nemen.
Velen zouden maar wat graag aan het werk willen maar worden door de Nederlandse werkgevers nog steeds buiten de boot gehouden.
Veel arbeidspotentieel en kennis word door de Nederlandse werkgevers gewoon genegeerd.
Wij, de 45-plussers, zijn bezig om de politiek ervan te overtuigen dat de vergrijzing door de werkgevers op misdadige wijze (overtreding van de wet op de leeftijddiscriminatie) in stand gehouden word.
Minister Kamp heeft al eerder toegezegd dat, zolang er nog Nederlanders aan de zijlijn staan, de werkgevers geen toestemming krijgen om buitenlandse werknemers aan te nemen.
Wij zijn al bezig om hem te overtuigen dat hij zich aan die belofte houd en wij gaan hem daar tot vervelens toe op wijzen.
En dan hebben de misdadige werkgevers toch ècht een probleem
Het gaat ons ècht wel lukken. En dan zijn de rapen gaar voor de werkgevers.
Sandra
|
|
15
-
11
-
2011
|
18
:
50
uur
Kortom, we zitten weer in het stenen-tijdperk, met slavenarbeiders (laag loon), en het lieft stuurt men de Nederlander met een vlot de zee op, om vervolgens de stop eruit te trekken. Dan durft men ook weer te zeggen dat Nederlanders het vuile werk niet willen opknappen, terwijl ze je glashard afwijzen als je wilt werken voor datzelfde lage loon. Ik las een artikel van ''kapitalist'' die voorheen in een band heeft gespeeld, hij gaf te kennen dat we niets zijn zonder het kapitalisme, en dat het beter zou zijn als bedrijven het voor het zeggen hebben,in plaats van regeringen, maar het komt juist door hen dat wij in de ''..'' raken? enorm hoge rekeningen, terwijl de lonen steeds meer verlaagd worden (slaven arbeid) juist daarom komt onze bevolking in de ellende. Hij durfde te zeggen dat de banken nergens schuld aan hebben, gewoon niet lenen. Maar ik heb zo'n laag inkomen dat ik zelfs de olie amper kan betalen, en waarschijnlijk daarvoor zou moeten lenen, in het verleden voor het betalen van fietsen voor mijn kinderen, kleding, koelkast enz. juist omdat mijn loon veel te laag was. Ik zou diezelfde ''...'' willen zeggen, zie eens rond te komen met mijn salaris, dan pas commentaar geven!.