Opzet toezicht DNB op banken beter, praktijk niet te controleren
10 november 2011 -
Sinds de kredietcrisis heeft De Nederlandsche Bank (DNB) in haar taak als toezichthouder van banken de opzet voor dit toezicht verbeterd. Of dat in de praktijk ook tot een indringender en vasthoudender houding van DNB leidt ten opzichte van individuele banken kan de Algemene Rekenkamer niet vaststellen.
De Algemene Rekenkamer krijgt namelijk geen inzage in de toezichtdossiers bij DNB en kan daardoor geen onderzoek doen naar de uitvoering van het toezicht op banken in de praktijk.
Bevoegdheden?
De Algemene Rekenkamer vindt voorts dat de minister van Financiën moet verduidelijken welke bevoegdheden DNB heeft om de risico's voor de stabiliteit van het financiële stelsel als geheel te verkleinen. De minister neemt hierin geen voortvarende houding in, ook al vraagt DNB inmiddels om aanpassing van de wetgeving. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport 'Toezicht van DNB op de stabiliteit van banken' dat de Algemene Rekenkamer publiceerde. Het is het tweede deel van een onderzoek naar DNB (het eerste deel dateert van 16 december 2009) als onderdeel van een onderzoeksreeks naar toezichthouders.
Europese regelgeving
DNB weigert inzage in dossiers over het toezicht op individuele banken en verwijst daarbij naar een interpretatie van de wet waarin Nederland Europese regelgeving heeft vertaald. De minister van Financiën steunt DNB in deze interpretatie. Volgens de Algemene Rekenkamer is de Europese regelgeving niet bedoeld om inzage van nationale rekenkamers in dossiers van financiële toezichthouders onmogelijk te maken. In het onderzoek stelt de Algemene Rekenkamer ook vast dat DNB zelf nog onvoldoende inzicht geeft in de prestaties en effecten van het uitgevoerde toezicht op banken. Daarom beveelt de Algemene Rekenkamer een betere externe verantwoording aan.
Maatregelen DNB zijn verbetering, verduidelijking mandaat nodig De Algemene Rekenkamer is positief over de maatregelen die DNB heeft genomen, zoals het opzetten van een extra toezichtdivisie, om het toezicht te verbeteren sinds er nationaal en internationaal kritiek op toezichthouders is geuit vanwege de kredietcrisis. DNB heeft een nieuwe aanpak voor risicoanalyse opgesteld die ertoe moet leiden dat er meer aandacht is voor gedrag, cultuur en strategie van financiële instellingen. De mogelijkheden die DNB heeft om macro-economische risico's (het macroprudentieel toezicht) te vertalen naar maatregelen die deze toezichthouder aan specifieke banken kan opleggen (microprudentieel toezicht) behoeven snel verduidelijking. Bij de minister lijkt de urgentie te ontbreken om deze verduidelijking vast te leggen. Tijdens de kredietcrisis zijn in de kern financieel gezonde banken in problemen gekomen door ontwikkelingen op de financiële markten en in de macro-economie. Om de risico's te verkleinen dat dit weer gebeurt moeten de Bankwet en de Wet financieel toezicht (Wft) verduidelijkt worden. Duidelijkheid over de bevoegdheden die DNB heeft om eisen te stellen aan individuele Nederlandse systeembanken is ook van belang omdat Nederland een relatief grote banksector kent.
Verduidelijking rol van minister van Financiën gewenst Het toezicht dat de minister van Financiën op DNB uitoefent behoeft nog verdere uitwerking, onder meer op welke aspecten hij het functioneren van DNB als toezichthouder gaat beoordelen. Jaarlijks verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer past daarbij. Ook signaleert de Algemene Rekenkamer een spanning tussen de wens van de minister om beleidsregels voor DNB vast te stellen (bijvoorbeeld de vraag aan DNB om meer aandacht aan een bepaald beleidsterrein te besteden) en de onafhankelijkheid van DNB.
Reactie minister en DNB; nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van Financiën kondigt in een reactie op dit onderzoek aan dat hij het macroprudentieel mandaat verder gaat uitwerken, maar in de beleids- en wetgevingsbrief financiële markten van 20 oktober is dit nog niet gebeurd. Wel kondigt hij de instelling van nationaal macroprudentieel of stabiliteitscomité aan. De minister meent voor zijn eigen toezicht grotendeels te kunnen steunen op de (versterkte) Raad van Commissarissen van DNB. Dat neemt niet weg dat de minister zelf zich tegenover het parlement moet kunnen verantwoorden over de manier waarop hij toezicht op DNB heeft uitgevoerd.
De Nederlandsche Bank geeft in een reactie aan dat twee jaar na invoering van de nieuwe aanpak van risicoanalyse er een evaluatie uitgevoerd zal worden.
De herziene Europese richtlijn voor het bankentoezicht bevat een verruiming van het vertrouwelijkheidregime. Deze richtlijn treedt naar verwachting in 2013 in werking. De Algemene Rekenkamer hoopt dat dit de belemmeringen wegneemt die de minister en anderen momenteel zien voor het verlenen van toegang tot de toezichtdossiers van DNB.