Ook duistere kanten bepalen of kandidaat bij organisatie past
2 november 2011 -
Ondanks de huidige economische situatie is er een structurele verschuiving gaande van een werkgeversmarkt naar een werknemersmarkt. Dit vraagt volgens GITP om een dynamische manier van toetsen. Het beoordelen van de kandidaat én de organisatie, zorgt voor een goede match. Pas dan is een arbeidsrelatie ‘toekomstproof’.
Daarom is het belangrijk in een assessment nadrukkelijker te kijken naar de interactie tussen deelnemer en organisatie en naar de speelruimte en ontwikkelkansen die een organisatie biedt. Ook moeten de overeenkomsten met de toekomstige manager en collega’s meegenomen worden.
Toekomstgerichte selectie
Alexandra Lindner, senior adviseur bij GITP: "De krapte op de arbeidsmarkt is in sommige sectoren nu al aanwezig en wordt de komende jaren steeds nijpender. Daarom wordt het nóg belangrijker voor organisaties om hun werknemers zodanig in te zetten dat zij datgene doen wat het meest rendeert maar ook wat het beste bij hen past. Omdat veranderlijkheid inmiddels regel is in organisaties, is het bovendien relevant om te onderzoeken welke impulsen en accenten een werknemer kan geven aan zijn werk. Met andere woorden: in welke richting verwachten we dat iemand zich zal manifesteren en ontwikkelen? En past die richting bij de mogelijkheden werkgever biedt?"
Diepergaande beoordeling
Zowel een analyse van de drijfveren als van de donkere kant van de persoonlijkheid zijn een belangrijke toevoeging aan het assessment. Bij de aanname van werknemers wordt nu voornamelijk naar de positieve kanten van de persoonlijkheid gekeken. De negatieve kanten worden niet meegenomen, terwijl deze van grote invloed kunnen zijn op hoe iemand zijn functie invult. Lindner: "Het puur kijken naar positieve vaardigheden en eigenschappen is alsof je als bedrijf alleen kijkt naar de inkomsten, maar niet naar de uitgaven. De zogeheten donkere kant van een persoonlijkheid moet ook meegenomen worden om een compleet beeld te krijgen." Een analyse van de drijfveren geeft inzicht in wat iemand beweegt in zijn werk, waar hij warm voor loopt en dus hoe iemand zijn functie vormgeeft en kan toekomstig gedrag beter voorspellen.