Ontwikkelingslanden in 2030 banenmotor voor geschoolde arbeid
13 september 2011 -
De totale wereldwijde beroepsbevolking zal tot 2030 met meer dan 931 miljoen mensen (meer dan twintig procent) groeien. Deze groei vindt vooral plaats in ontwikkelingslanden. Nederland telt tot 2030 een afname van 676.000 arbeidskrachten ten opzichte van 2010. Deze mondiale veranderingen zorgen voor enerzijds meer werkgelegenheid in ontwikkelingslanden en anderzijds migratie van geschoold personeel naar ontwikkelde landen.
Dit blijkt uit onderzoek van Hays en Oxford Economics over het creëren van arbeidsplaatsen in een mondiale economie.
Groei en afname
De mondiale arbeidsmarkt zal veel veranderen door de afname van de beroepsbevolking in de ontwikkelde landen en de groei in ontwikkelingslanden. Zo is de grootte van de beroepsbevolking een belangrijke factor om economische groei te realiseren. Landen met een groeiende bevolking kunnen bijvoorbeeld meer werkkrachten bieden en hebben een potentieel hogere vraag van consumenten.
De groei vindt voornamelijk plaats in de minder en minst ontwikkelde economieën (respectievelijk +534 miljoen en +398 miljoen) van de wereld. Uit het onderzoek blijkt dat de grootste daling van de beroepsbevolking wordt verwacht in Rusland, met bijna zeventien miljoen arbeidskrachten in de komende twintig jaar. In Japan wordt een daling verwacht van zestien procent en Duitsland heeft te maken met een afname van vijftien procent. In Nederland is de verwachte daling bijna negen procent, te vergelijken met de gehele beroepsbevolking van de provincie Utrecht.
Korte en lange termijn gevolgen
De veranderingen op de arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden hebben korte en lange termijn gevolgen. Op korte termijn zullen ontwikkelde landen arbeidskrachten uit ontwikkelingslanden halen. Vooral landen met een toenemende vergrijzing, zoals Nederland, vangen een afname van lokaal aanbod daarmee op. "Wij zien nu al in sommige regio's en sectoren in Nederland een aanhoudende en stijgende vraag naar buitenlandse werknemers. Bij klanten met vraag naar specifieke - met name technische - kennis komt nu al zo'n zestien procent van de door ons geplaatste professionals uit het buitenland”, aldus Robert van Veggel, Managing Director van Hays Nederland. Op langere termijn daarentegen zal deze migratie ook de andere kant op zichtbaar zijn. Om tekort aan kennis in ontwikkelingslanden op te vangen is daar behoefte aan professionals uit ontwikkelde landen. Van Veggel: "De groeiende vraag naar geschoolde arbeid van en naar ontwikkelingslanden maakt het tot banenmotor van de wereld."
Andere eisen
Opvallend is dat in de top 25 landen met de meeste oudere werknemers voornamelijk Europese landen staan. Zo is in 2030 26,5 procent van de Italiaanse beroepsbevolking ouder dan 55 jaar. In Nederland is in 2030 22,3 procent van de beroepsbevolking tussen 55 en 64 jaar. Van Veggel: "In een arbeidsmarkt met oudere werknemers komen andere eisen naar voren dan bij jongere. Zo blijkt dat ouderen vaker parttime of via tijdelijke contracten werken, dat zij vaker ondernemer zijn, langer werkloos zijn en dat zij gemiddeld langer bij dezelfde werkgever blijven. Stuk voor stuk belangrijke punten om verder te bestuderen en leerpunten voor werkgevers om meer uit hun werknemers te halen."ť
De stijging van de beroepsbevolking is procentueel bijna gelijk aan de toename van de wereldbevolking, met India (+241 miljoen) en Pakistan (+62 miljoen) als snelst groeiende beroepsbevolking aan kop. China staat met een stijging van bijna tien miljoen arbeidskrachten op de 23ste plaats van grootste groei in beroepsbevolking.
Vijf puntenplan
Naar aanleiding van het onderzoek is er een vijf puntenplan opgesteld voor overheden en multinationals:
1. Laat de grenzen open voor geschoolde arbeidskrachten
2. Zorg voor een internationaal akkoord over de migratie van arbeidskrachten
3. Investeer in training en opleiding
4. Bevorder de werkgelegenheid in ontwikkelingslanden
5. Behoud oudere mensen op de werkplek
Wees flexibel
Voor werknemers is de boodschap makkelijk: wees flexibel. Werknemers moeten bereid zijn om zich te laten omscholen tijdens hun carrière en indien nodig te emigreren om de juiste markt te vinden voor zijn of haar kwaliteiten.