7 september 2011 -
Nederlandse organisaties blijven achter in het ontwikkelen van een inspirerende visie en in het doorvoeren van die visie in alle bedrijfsprocessen. Vooral in de groei-economieën in Azië worden organisatievisies volledig omarmd. Aziatische managers geven aan welke effecten hun visiegedreven bedrijfsvoering heeft: doelen worden duidelijker, de klanttevredenheid groeit, creativiteit groeit en er ligt een grotere focus op prestaties.
Dat blijkt uit wereldwijd onderzoek van &samhoud naar organisatievisies onder 3.000 managers uit China, Duitsland, India, Maleisië, Nederland, Spanje en de VS. Van deze landen blijkt Maleisië te beschikken over de meest visiegedreven organisaties. Nederland bungelt helemaal onderaan.
Onvoldoende implementatie
Salem Samhoud, oprichter van &samhoud: 'Visiegedreven organisaties presteren nou eenmaal beter. 90 procent van de organisaties in Nederland heeft wel een visie ontwikkeld maar vervolgens onvoldoende geïmplementeerd. Visie wordt in ons land te weinig geleefd en geloofd en dat kan op termijn leiden tot een enorme waardevernietiging.'
Top vijf waarom een visie sneuvelt
In Nederland is de organisatievisie veel minder onderdeel van de dagelijkse praktijk. Met andere woorden: organisatievisies in Nederland worden met veel energie opgesteld maar verdwijnen daarna in de la.
Uit het kwalitatieve deel van het onderzoek vormt zich een top vijf van oorzaken waarom een visie sneuvelt. Deze top vijf geldt voor alle landen, dus ook voor Nederland:
- Gebrek aan voorbeeldgedrag in de top
- Snelle wisselingen aan de top
- Visie wordt niet goed gecommuniceerd
- Visie wordt niet consistent doorgevoerd
- Visies zijn niet uitgebalanceerd
Een organisatievisie creëert waarde
In Azië, waar organisatievisies het meest consistent zijn doorgevoerd in de alledaagse praktijk, geeft 85 procent van de respondenten aan dat de visie leidt tot omzet- en winstgroei. 87 procent geeft daarnaast aan dat de visie leidt tot een hogere klanttevredenheid en 84 procent laat weten dat de visie ook heeft geleid tot meer betrokken medewerkers. Ter vergelijking: in Nederland liggen die percentages een stuk lager, respectievelijk 51 procent, 62 procent en 55 procent.
Een visie bestaat uit vier elementen: hoger doel (waarom bestaan we), gewaagd doel (waar gaan we voor), kernwaarden (waar staan we voor) en kernkwaliteiten (waarin blinken we uit). Een visie geeft richting en motiveert.
Niet inspirerend
Visies in Nederland zijn minder onderscheidend dan in alle andere onderzochte landen (56 procent). Maar ook op geloofwaardigheid van de visie scoort Nederland het laagst (54 procent). Bovendien wordt in Nederland de visie het minst gebruikt om veranderingen in de organisatie door te voeren (60 procent). Het meest dramatische cijfer voor Nederland is dat visies in Nederland niet inspirerend zijn. Slechts 36 procent van de managers antwoordt daar positief op.
Waarom bestaan wij?
Het blijkt dat veel Nederlandse organisaties verzuimen om in hun visie antwoord te geven op de vraag: waarom bestaan wij? Het antwoord op die vraag bepaalt voor een belangrijk deel hoe inspirerend een visie is. Gebrek aan zingeving leidt ertoe dat Nederlandse managers zich minder aangespoord voelen tot extra inspanningen naar aanleiding van de organisatievisie. 60 procent van hen is bereid een stap extra te zetten. In Aziatische landen ligt dat percentage gemiddeld op 80 procent.
Ook geven Nederlandse managers aan dat de visie niet herkenbaar is in bijvoorbeeld merk en beoordelingssystematiek. Vooral bij dat laatste scoort Nederland het laagst: 41 procent. Andere landen scoren veel hoger op dit punt, zoals Duitsland (66 procent) en Maleisië (79 procent).
Inspiratie en discipline komen uit het verre oosten
In het verre oosten hebben de meeste organisaties een inspirerende visie. Maleisië voert de lijst aan met 82 procent. China en India volgen met respectievelijk 73 procent en 69 procent. De VS vormen de middenmoot met 58 procent en Europa staat onderaan. In Spanje geeft 52 procent van de respondenten aan dat de meeste organisaties in hun land een inspirerende visie hebben, in Duitsland is dat 48 procent en Nederland bungelt onderaan met 36 procent.
Aziatische organisaties nemen hun visie veel serieuzer en gebruiken deze veel meer als kompas en als richtlijn. De organisatievisie is in Aziatische landen veel meer verweven met de dagelijkse praktijk en is gedisciplineerd doorgevoerd in werving en selectie, beloning, positionering en strategische doelen.
Verenigde Staten
Ook de Verenigde Staten worden voorbijgestreefd in termen van visionaire organisaties Uit het onderzoek komt een heel helder beeld naar voren over de positie van de Verenigde Staten als land met visiegedreven organisaties. Natuurlijk spreekt Apple tot de verbeelding maar over het algemeen blijven ook de Verenigde Staten achter bij Azië. 58 procent van de Amerikaanse managers vindt dat Amerikaanse organisaties een inspirerende visie hebben. Daarmee vormen de VS de zogenaamde middenmoot tussen Azië en Europa.
Dit artikel is wat mij betreft nog meer dan een ''open deur''. Ik ben in mijn werkzame leven maar weinig organisaties tegen gekomen die een visie weten uit te dragen (of überhaupt hebben). Het enige wat telt is ''Korte termijn scoren''. Dat is nl goed voor de aandeelhouders. Wat mij nog wel is opgevallen (en wat ik mis in dit artikel) is de relatie tussen visie en soort bedrijf (familiebedrijf of niet). Mijn ervaring is dat een familiebedrijf vaker de visie weet uit te dragen dan een ''niet familiebedrijf'' (waar korte termijn scoren belangrijker is).
Een herkenbaar onderzoeksresultaat, helaas moet ik zeggen. Aanvullend op de reactie van Hanco van Tol, ben ik benieuwd naar de relatie tussen cultuur en visie. Wellicht dat onze nationale volksaard ('doe maar gewoon') zich minder goed leent voor de inspirende (en vaak abstracte) boodschap van een visie. Daarbij speelt mogelijk ook een rol dat veel consultants geschoold zijn in het Angelsaksische managementdenken. Hierin zijn 'grote woorden' meer gebruikelijk dan in onze bedrijfscultuur. Misschien is het tijd voor een Nederlandse/Noord-Europese benadering?
Willem van Druten
|
|
7
-
09
-
2011
|
14
:
21
uur
Leuk artikel en onderzoek van &samhout.
Deels herkenbaar al Calvinistische cultuurproblematiek (zie (Klik hier) onder het kopje Populair Taalgebruik), gebrek aan creativiteit en out-of-the-box (luxe probleem in een uitgeregelde maatschappij) en global thinking (zowel in- als met Europa weten we niet hoe verder). Aanvullend op de reacties van voorgangers; wat ontbreekt - ook binnen organisaties- is een zekere mate van flexibiliteit, dynamiek en aanpassingsvermogen in veranderende omstandigheden. Besturingselementen als visies en strategieën worden vaak als starre routes afgelopen. De kortste weg van A naar B. En als de weg dan weggeslagen wordt door een zich verleggende rivier gaan we een brug bouwen tegen veel tijd en geld. Dit staat haaks op het principe van go-with-the-flow of het pad verleggen.
Het is ingegeven door een rationele manier van kijken en niet door een natuurlijke manier van overleven. Bij een beetje tegenwind zijn we gevangen in verstarring en pragmatisme.
Dit kun je ook projecteren op wel/niet familiebedrijven of goed onderwezen consultant ea.