Kwart Europese pensioenfondsen dekt risico’s niet voldoende af
24 augustus 2011 -
Europese pensioenfondsen hebben geleerd van de crisis, maar ze moeten nog veel doen om toekomstige tegenvallers in hun beleggingen tegen te gaan. Dat blijkt uit de Global Pension Risk Survey 2011 van Aon Hewitt. De studie is gebaseerd op een rondvraag langs 62 pensioenfondsen in dertien Europese landen, goed voor een belegd vermogen van in totaal 127 miljard euro.
Uit de rondgang blijkt onder meer dat een kwart van de respondenten geen beleid heeft ontwikkeld om rente- en inflatierisico’s af te dekken. Juist deze twee zaken hebben grote invloed op de toekomstige verplichtingen van pensioenfondsen. Van de Europese pensioenfondsen heeft 53 procent het renterisico afgedekt, bij het inflatierisico is dat 47 procent.
Een lage rente zet – zoals de economische crisis liet zien – druk op de verplichtingen van pensioenfondsen. Sommige daarvan konden als gevolg van de tegenvallende beleggingsinkomsten niet overgaan tot indexatie. De Europese pensioenfondsen lijken vooral gefocust op wat ze aan bezittingen hebben, en kijken maar met een half oog naar de verplichtingen die daaraan vastzitten, stelt Aon Hewitt.
Langlevenrisico
Naast het afdekken van rente- en inflatierisico’s is er relatief weinig aandacht voor langlevenrisico. Er zijn meer mensen die langer leven. Het Nederlandse pensioenstelsel is echter onvoldoende toekomstbestendig vanwege de vergrijzing en de stijgende levensverwachting. In vele opzichten is het langlevenrisico een van de grootste uitdagingen van de pensioensector in de komende decennia. Oplossingen om het langlevenrisico af te dekken en levensverwachtingen op postcode niveau in kaart te brengen zijn beschikbaar. Echter, hoewel er producten in ontwikkeling zijn, weten pensioenfondsen daar niet altijd raad mee: vijftien procent vertrouwt de producten niet en 27 procent zegt de producten zelfs niet te begrijpen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat een kwart van de pensioenfondsen (26 procent) aanstalten maakt om over te stappen op zogeheten beschikbare premieregelingen, waarbij de werknemer geen vooraf vastgestelde pensioenuitkering in het vooruitzicht wordt gesteld. Deze pensioenregeling kan een alternatief zijn voor de zogeheten middelloon- of eindloonregeling, die in Nederland lange tijd de boventoon voerde. Druk van werknemers en vakbonden vormt de voornaamste reden om geen verandering door te voeren. Van de werkgevers die hun pensioenregelingen wel wilden veranderen, heeft 36 procent dat inmiddels gedaan.
Spreiding
Volgens Raymond de Kuiper, Risk & Financial Management Consultant bij Aon Hewitt en een van de opstellers van de studie, zijn de Europese pensioenfondsen de klappen van de crisis nog niet te boven. "Ze hebben de schok misschien emotioneel verwerkt, maar puur financieel gezien is er nog een lange weg te gaan. Het besef is er dat men het voorzichtiger aan moet doen en dat zie je ook gebeuren. Pensioenfondsen zijn bezig hun beleggingsrisico’s beter te spreiden en meer af te stemmen op de marktomstandigheden."
Langetermijnvisie
Uit de Aon-studie blijkt dat de pensioenfondsen veel meer dan voorheen een langetermijnvisie hebben ontwikkeld voor hun beleggingen. Nu geeft 21 procent aan er een tijdspanne op na te houden van twintig jaar of meer; in 2009 was dat nog vier procent. "In vergelijking met twee jaar geleden, toen de vorige Global Pension Risk Survey werd gepubliceerd, is de ‘realiteitszin’ duidelijk gegroeid," stelt De Kuiper.
En hoe zit dat met Nederlandse Pensioenfondsen? Beter/Slechter dan de gemiddelde Europese. Mijn vooronderstelling is dat de NL-fondsen het relatief goed doen, ondanks de moeilijke tijden. Laten we ook bereid zijn onze zegeningen te tellen.