Interim Manager kiest tijdelijk voor vaste baan, een arbeidsmarktparadox?
30 juni 2011 -
Afgaande op het aantal uren dat Interim Managers worden ingezet, lijkt de economische kou definitief uit de lucht. De bezettingsgraad van Interim Managers is licht maar significant verbeterd ten opzichte van de trend in de voorgaande kwartalen. Het aantal Interim Managers zonder, of met een kleine opdracht nam af tot 21 procent.
Ook het aantal Interim Managers dat een (bijna) volledige bezettingsgraad kende verbeterde significant tot 60,5 procent. Dat was in 2010 gemiddeld 51,5 procent (40 procent in Q1 2010). Dit blijkt uit de YER Interim marktmonitor die eens per kwartaal verschijnt. Hierin wordt onder een representatieve groep het vertrouwen gemeten dat Interim managers hebben in de interim opdrachtenmarkt. Daarnaast heeft YER in het eerste kwartaal van 2011 ook, aan een selecte groep, de vraag gesteld in hoeverre Interim Managers bereid zijn om, onder de juiste omstandigheden een ‘vaste baan’ te accepteren in plaats van een interim opdracht.
Bezettingsgraad
Vertrouwen
Ook hier ziet YER in Q1 2011 duidelijke aanwijzingen dat het sentiment onder Interim Managers en de onderliggende marktontwikkelingen duidelijk aan het verbeteren is. Slechts 3,1 procent van de respondenten gaf aan geen vertrouwen in de markt te hebben. In 2010 had gemiddeld 12,5 procent geen enkel vertrouwen in de interimmarkt (21 procent in Q1 2010). Enige navraag leert YER dat dit gebrek aan vertrouwen vooral bestaat bij Interim Managers met een generiek profiel op operationeel/tactisch niveau. Vanzelfsprekend zijn er ook enkele functiegebieden aan te wijzen waar de vraag (tijdelijk) wat achter blijft (HR, Algemeen IT).
Een kleine 75 procent van de Interim Managers heeft veel tot zeer veel vertrouwen in de interimmarkt. Dat was in 2010 beduidend lager met 68 procent (63 procent in Q1 2010). Ook hier heeft YER enige navraag gedaan. Interim Managers geven aan met meer opdrachten in aanraking te komen, gemakkelijker met potentiële opdrachtgevers het gesprek aan te kunnen gaan en ook vaker het verzoek te krijgen om voor langere tijd aan een organisatie verbonden te blijven (worden teruggevraagd, langere opdrachtperiode, vaste dienst).
Toekomst
Net als in het laatste kwartaal 2010 zegt 75 procent van de Interim Managers zeker te weten dat zij over drie maanden nog Interim Manager zijn. Dit was op enig moment in 2010 bijna 86 procent! Ook het aantal Interim Managers dat overweegt om te stoppen met het interimvak blijft gelijk: acht procent. Voorgaande keer concludeerde YER al dat dit laatste mogelijk werd ingegeven doordat Interim Managers open staan voor andere contractvormen en ook een vaste baan niet langer uitsluiten (door de behoefte aan meer zekerheid).
Vrijheid, onafhankelijkheid en afwisseling
In de gesprekken met Interim Managers bleek, zoals te verwachten valt, dat men grote waarde hecht aan vrijheid, onafhankelijkheid en de variatie in het werk en de organisaties waarmee men in aanraking komt. In de arbeidsmarkt en het aanbod van organisaties zelf naar kandidaten verandert echter wel het één en ander. De arbeidsmarkt faciliteert steeds nadrukkelijker hybride vormen van arbeidsrelaties. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om kandidaten die én een vast contract hebben én daarnaast voor zichzelf werkzaam zijn. Maar ook de situatie waarin de arbeidsovereenkomst met een organisatie niet altijd hoeft in te houden dat dat ten koste gaat van de vrijheid en onafhankelijkheid. In de woorden van één van de respondenten: "Sommige opdrachten zijn uitermate geschikt als interimmer te doen, soms moet je als een ‘fasemanager’ ergens langer zitten (een 'fase' uitdienen) in een vastdienstverband." De arbeidsovereenkomst kan dan gewoon het meest effectieve en efficiënte contractuele instrument zijn om korte of langere tijd aan elkaar verbonden te zijn. Een nieuwe arbeidsmarktparadox: de interim manager kiest tijdelijk voor een ‘vaste’ baan.
Jobless recovery
Deze ontwikkeling wordt momenteel overigens versterkt door de vraag van organisaties naar vast personeel. Onder de huidige arbeidsmarktomstandigheden geven organisaties er de voorkeur aan om medewerkers via een arbeidsovereenkomst te contracteren. Dat lijkt voor de hand te liggen in een markt waarin het aantal vacatures vrijwel op hetzelfde niveau blijft en de werkloosheid niet significant afneemt (Jobless Recovery: zie de arbeidsmarkt 2011-2015). De werkelijkheid zal echter weerbarstig blijken, zo is de inschatting van YER. Van een definitieve omslag van Interim naar Vast zal gegeven de naderende krapte op de arbeidsmarkt, geen sprake kunnen zijn. Deze krapte is niet alleen het gevolg van de uitstroom van ouderen maar ook het gevolg van, net zo structureel, een mismatch tussen de vacatures en de kwalificatie/opleiding van het aanbod aan arbeidskrachten. Arbeidsmarktmobiliteit en flexibiliteit, in welke vorm dan ook, blijven leidende thema’s in de arbeidsmarkt van de toekomst. Organisaties doen er goed aan zich hier nu al veel beter op voor te bereiden door het maken van een Strategische Personeels Planning en na te denken over een realistische verhouding tussen vast en flexibel personeel.
Daar waar kunstenaars te weer lopen tegen een bezuiniging van 30% op producten die slechts een kleine elite wil hebben, hebben interim managers al jaren te maken met een achteruitgang in inkomen va 305 of meer.
Waar de rest van Nederland, komkommerkwekers, fratsenmakers, steenhouwers, verfkladderaard en herriemakers meteen gesteund worden door de overheid, zijn de interimmers aan hun lot overgelaten.
Laat de rest een voorbeeld nemen aan de interimmers die gewoon een andere manier zijn gaan zoeken om aan inkomen te komen. Deed iedereen dit, dan ging het snel een stuk beter met dit land.