28 juni 2011 -
In het Pensioenakkoord, dat door sociale partners is gesloten, zijn de hoofdlijnen vastgelegd voor invulling van een nieuw Financieel Toetsingskader (FTK). Nu datzelfde akkoord al na veertien dagen onder druk staat, is het goed nog eens nadrukkelijk stil te staan bij een aantal aandachtspunten, aldus Rajish Sagoenie, voorzitter van het Actuarieel Genootschap (AG).
In de aanloop naar het Pensioenakkoord zijn verschillende voorstellen gedaan voor het waarderen van de pensioenverplichtingen. Aan de hoogte van pensioenen is altijd een bepaalde mate van onzekerheid verbonden, met name door toekomstige beleggingsopbrengsten en levensverwachtingen. Een 100 procent zekerheid voor het uiteindelijk nakomen van de volledige pensioenuitkering is dan ook niet te geven. De mate van zekerheid die wel gegeven kan worden, hangt af van de voorzichtigheid (prudentie) die binnen het financierings- en beleggingsbeleid wordt gehanteerd. Hoe meer prudentie, hoe groter de kans op nakomen van de nominale verplichtingen. Een prudent beleggingsbeleid beperkt echter de mogelijkheden tot indexatie.
Risico
Anders dan onder het huidige toetsingskader - waarin bij Wet een grote kans op het volledig nakomen van nominale verplichtingen wordt geëist biedt het nieuwe FTK de mogelijkheid tot meer beleggingsrisico, zonder dat hiervoor extra veiligheidsbuffers nodig zijn. De vraag in hoeverre risico genomen wordt, ligt daarbij niet langer bij de wetgever maar wordt decentraal door sociale partners bepaald. Daarmee lijkt er veel vrijheid te komen om decentraal een keuze te maken voor het gewenste risiconiveau.
Het nieuwe FTK biedt keuzen tot een andere herverdeling van de middelen over de tijd. Hierdoor wijzigt mogelijk de solidariteit tussen leeftijdsgroepen ten opzichte van het huidige FTK.
Hogere uitkomst
In het Pensioenakkoord wordt (ook via de aanvullende berekeningen) betoogd dat een beleggingsmix behorend bij reële aanspraken tot hogere uitkomsten leidt dan bij nominale aanspraken. Naar ons oordeel dient hierbij meer expliciet vermeld te worden dat de basis voor dit betoog is dat het nemen van beleggingsrisico wordt beloond. Maar zoals de term 'beleggingsrisico' al aangeeft, kleven hieraan ook risico's.
Helder en transparant
Het AG moedigt een akkoord dat voldoende transparantie en helderheid bevat aan. Dit komt ons internationaal geprezen pensioenstelsel ten goede. Het nemen van beleggingsrisico past hierin. Ook in het huidige stelsel is dit gebruikelijk. Er zal goed nagedacht moeten worden hoe binnen de afspraken van het Pensioenakkoord transparante communicatie vormgegeven kan worden.
Gezien de complexiteit dient hierover helderder gecommuniceerd te worden en moet de vraag of het nemen van beleggingsrisico in ieders belang is, nadrukkelijker op tafel te komen. Het AG hecht er daarnaast aan dat snel meer duidelijkheid komt omtrent de nog openstaande vraagstukken van het 'invaren van bestaande rechten' en de 'Governance' binnen pensioenfondsen.
Het is erg gemakkelijk om te spreken over '100% pensioenzekerheid bestaat niet'. Als er vrijheid bestond per bedrijfstak en per bedrijf de ingelegde pensioengelden door de individuele werknemer onder te laten brengen bij particuliere verzkeringsmaatschappijen met het oog op lijfrentes en andere oudedagsvoorzieningen was er een contractuele en keiharde uitbetalingsclausule opgenomen. Geen enkele rechter zou coulantie hebben betoond als er op de dag van uitbealing door een particuliere maatschappij een beroep zou worden gedaan op 'geen garantie' als dit van te voren wel was overeengekomen. Pensioenfondsen hebben lange tijd (m.i.ten onrechte) een monolopiepositie gehad op de ingelegde premies. Dat met die monopolieposities niet altijd even zorgvuldig is omgegaan is inmiddels wel heel erg duidelijk, als je de financiele verbindingen en kruisverbindingen ziet die tijdens de laatste financiele crisis aan het licht zijn gekomen. Om nu de inleggers op te zadelen met de 'geen garantie' als gevolg van financieel risicovollere beleggingen is mij duidelijk een 'station te ver'. Als men zelf premies inlegt bij een particuliere verzekeringsmaatschappij kan men kiezen voor een 'defensieve portefeuille', een 'gematigd offensieve portefeuille' en een 'offensieve portefeuille'. De oplopende risico's van de beleggingen kiest men dan zelf voor. Bij pensioenfondsen is er (misschien met een enkele uitzondering) voor de verplichte deelnemer niets te kiezen geweest en mag men daarvan nu de financiele consequenties dragen op de uitbetalingsdatum.
Het wordt tijd dat de vakbeweging en de overige sociale partners duidelijk gaan maken dat de toekomstige pensioengerechtigden gewoon eisen dat hen toekomt wat hen ook toekomt. Net als 'gewone' verzekeringsmaatschappijen dat verplicht worden om te doen. Het is hoog tijd om het verplichte stelsel van monopolisten als pensioenfondsen net als de dinosauriers als volkomen achterhaald en feodaal te bestempelen. Liberalisatie doet recht aan de modernde, zelfdenkende en zelfbewuste medewerker anno 2011, die best in staat is om zijn eigen keuzes te maken, ook op pensioengebied
Een 100% nakomen van de uiteindelijke pensioenverplichting is een 100% onzekerheid. Is het niet zo dat juist het uiteindelijk nakomen van de volledige pensioenuitkering niet is te geven. Prudentie maar toch ook risico, want verwachtingen zijn over het financierings- en beleggingsbeleid hoog. Pensioengerechtigden verwachten de nominale verplichtingen uitgekeerd te krijgen en liefst aanpast aan welvaartsniveau. Generaties verwachten veel op Qblog schreef ik hier al over. Interessant dat jongeren ook steeds meer betrokken zijn bij de pensioendiscussie.